Ludo De Brabander
’15 miljard euro voor 34 gevechtsvliegtuigen: na de Turteltaks binnenkort een legertaks?’
34 gevchtsvliegtuigen aankopen, zoals minister van Defensie Steven Vandeput wil, is geen financiële uitdaging meer, schrijft Ludo De Brabander van Vrede vzw. ‘Dat is roekeloze megalomanie.’ Hij vraagt zich af of er binnenkort een legertaks zal nodig zijn?
Er gaapt een reuze groot gat in de begroting van 3,2 miljard euro. De ‘kracht van verandering’ heeft op een onverwachte manier toegeslagen. De regering houdt een ‘oefening’ om het gat weer op te vullen, met nieuwe inkomsten of besparingen. Bij haar aantreden in 2014 vormde een begroting in evenwicht nochtans een van de speerpunten. Dat lijkt nu niet meer zo vanzelfsprekend.
Dat plaatst een andere discussie nog wat meer in de spotlights. Meer bepaald de ambitie van deze regering om het defensiebudget in de toekomst substantieel te laten stijgen, zoals de NAVO dat vraagt. Volgens wat er afgesproken is binnen de NAVO moet het defensiebudget zelfs stijgen tot 2% van het BBP (nu amper 1%).
Na de Turteltaks binnenkort een legertaks?
Je hebt geen rekenmachine nodig om te beseffen dat dit een onmogelijke opdracht is. Zelfs een kleinere budgetstijging voor Defensie – de minister wil graag naar minstens 1,3% – is zonder extra besparingen onmogelijk.
Maar rekenen is niet de sterkste kant van deze regering. Eind vorig jaar legde de regering een financiële ‘bom’ onder de kerstboom met daarin een pakket militair investeringen ter waarde van 9,2 miljard (periode 2019-2030). Los van het feit dat de regering een eigenaardige opvatting huldigt over kerstmis als ‘feest van de vrede’, gaat het om, als ik goed kan rekenen, 836 miljoen euro op jaarbasis. Als het plan doorgang vindt, zou het de eerste keer zijn in de Belgische geschiedenis dat er buiten oorlogstijd zoveel budget naar de aankoop van militair materieel gaat. Ter vergelijking: op dit ogenblik geeft ons land nog geen vijfde van dat bedrag uit.
Een interventieleger uitbouwen en onderhouden is een dure aangelegenheid. Midden januari gaf defensieminister Steven Vandeput (N-VA) de details vrij van zijn militair verlanglijstje: verkenningsdrones, een tankervliegtuig en strategische transporttoestellen, artillerie en andere logistiek voor de landcomponent, nieuwe fregatten en fregathelikopters, 6 nieuwe mijnbestrijdingsschepen, de ‘eventuele’ aankoop van een raketdefensiesysteem (type Patriot) en last but not least, de hoofdmoot van de investeringen: de aankoop van 34 gevechtsvliegtuigen.
Vooral dat laatste dossier dreigt op een gigantische miskleun uit te lopen. Deze regering, die blijkbaar zelfs niet in staat is om de inkomsten en uitgaven deftig te ramen, wil nog deze legislatuur het contract daartoe tekenen, waarna er nog moeilijk een weg terug is. Tenzij we bereid zijn om grote verbrekingsvergoedingen te betalen natuurlijk.
Afgelopen maand raamde kolonel Harold Van Pee, die het dossier rond de aankoop van nieuwe gevechtsvliegtuigen beheert, in de Kamercommissie Defensie de totale kostprijs voor aankoop, onderhoud en operationele kosten van nieuwe vliegtuigen op 15 miljard euro over 40 jaar. Dat is omgerekend 375 miljoen per jaar. Dat is een behoorlijk hap uit de begroting. En dat enkel en alleen voor aankoop en operationeel houden van 34 gevechtsvliegtuigen. Daarmee heb je dus nog geen leger.
34 gevechtsvliegtuigen: dat is geen uitdaging meer, maar roekeloze megalomanie
Kijk, dat is geen uitdaging meer, maar roekeloze megalomanie. Je moet goed gek zijn om dat niet in te zien. De regering dreigt de toekomstige generatie op te zadelen met onbetaalbare facturen die ze vandaag zelf onmogelijk zou kunnen inlossen. Want op dit ogenblik kan je met het totale investeringsbudget waarover Defensie beschikt welgeteld 1 gevechtsvliegtuig kopen. We zouden er dus op huidige basis gezien 34 jaar overdoen om het contract uit te voeren, zonder dat er nog geld overschiet voor een extra kogel. Als militair zou ik me daar behoorlijk ongerust over maken.
De hamvraag is dus: waar halen we dat geld vandaan? Er zijn redenen om bezorgd te zijn als NV-A-partijvoorzitter Bart De Wever laat verstaan dat er volgens hem alleen nog maar geld te rapen valt in de sociale zekerheid, want “door de terreurdreiging en de vluchtelingencrisis zullen we daar net méér uitgeven”, zo zei hij enkele maanden terug in een interview. Tenzij je de sociale zekerheid helemaal afschaft, kan je daar onmogelijk de miljarden vinden om de gevechtsvliegtuigen en andere geplande militaire investeringen mee te bekostigen.
Dus moet het wellicht ook van andere overheidsdiensten komen: nog meer besparingen bij het spoor, ontslagen in de ambtenarij, een bijkomende indexsprong en als ’t nodig is, wie weet, een extra jaarlijkse ‘legertaks’ van omgerekend 70 euro per persoon, naar analogie met de Turteltaks.
De vredesbeweging ziet haar prioriteiten net iets anders. Die gevechtsvliegtuigen moeten er wegens onbetaalbaar en onbruikbaar gewoon niet komen. Wat ons betreft kunnen de middelen beter gaan naar het wegwerken van de oorzaken van conflicten via bijvoorbeeld ontwikkelingssamenwerking of naar humanitaire steun. Want destabilisering is ook een gevolg van armoede en milieuvernietiging.
Ludo De Brabander is actief in het platform ‘Geen Gevechtsvliegtuigen’ dat op 24 april in Brussel een nationale manifestatie houdt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier