VS-journalist Rudi Rotthier: ‘De pers is medeverantwoordelijk voor het succes van Trump’
De afgelopen jaren reisde journalist Rudi Rotthier meermaals door de Verenigde Staten, een land waar hij vaak voor Knack en Knack online over heeft geschreven. Over die reizen doet Rotthier verslag in zijn pas verschenen boek De Verscheurde Staten van Amerika.
Je hebt de afgelopen dertig jaar ontzettend veel landen bereisd en beschreven: Tunesie, Algerije, Marokko, Mauritanië, Egypte, Nigeria, Syrie en Saoedi-Arabie, Iran, Israël, Nieuw-Zeeland, Indië, Pakistan … Maar een mens kan niet overal tegelijk zijn. Hoe kies jij je bestemmingen? Wat bepaalt jouw routes?
Rudi Rotthier: Nieuwsgierigheid. De actualiteit ook wel, maar niet altijd. Ik schrijf twee soorten boeken: de actuele boeken en de tijdeloze boeken. Mijn eerste boek, Het recht op dwaling (1994), was puur reisplezier. Andere reizen waren zeer gericht op thema’s die me fascineren zoals slavernij, kinderarbeid, Pakistan, de bronnen van terreuraanslagen. Mijn bekendste voorbeeld daarvan zal wel De Koranroute zijn (het boek werd in 2004 bekroond met een Bob den Uyl-prijs, nvdr.).
Was ik hoofdredacteur van The New York Times, ik verbood mijn journalisten te tweeten over Trump.
‘De Verscheurde Staten van Amerika’, het boek dat eerstdaags verschijnt, is gebaseerd op reizen die je de afgelopen jaren door Amerika hebt gemaakt. Wat was de aanleiding of het doel van die reizen?
Rotthier: De aanleiding was de overwinning van Trump. Die had voor mij iets onbegrijpelijks. Ik was in San Francisco toen de uitslag van de presidentsverkiezingen bekend werd. Daar was iedereen van de hand Gods geslagen. Het onbegrip tussen de twee kusten enerzijds en het binnenland, het zogenaamde fly over country dat grotendeels voor Trump had gestemd anderzijds, was totaal. Laat ik dan eens wat langer in dat fly over country blijven, dacht ik, om te begrijpen wat daar precies aan de hand is.
Je boek opent met drie hoofdstukken -bijna honderd bladzijden- over West-Virginia. Niet meteen de meest opbeurende staat van de VS.
Rotthier: Er waren twee redenen om West-Virginia als vertrekpunt te nemen. Geen enkele staat had zo massaal voor Trump gestemd, en in geen enkele staat vallen meer drugsdoden. De combinatie van die twee elementen leek me een goede reden om in West-Virginia te vertrekken. West-Virginia is lang Democratisch geweest. De staat is tijdens de Burgeroorlog (1861-1865) afgescheurd van Virginia, uit onvrede omdat Virginia voor de slavernij had gekozen en zich bij de Zuidelijke Confederatie had aangesloten. Historici zeggen dat de rassenrelaties in West-Virginia altijd heel goed zijn geweest. Je hebt daar dus een aantal elementen die atypisch zijn voor het Zuiden. Dat vond ik interessant. In West-Virginia komen ook een aantal belangrijke problematieken samen: drugs, mijnbouw, milieu … Op al die gebieden is West-Virginia de boksbal van de maatschappij geweest. En zo voelen ze zich daar ook. Dat slachtoffergevoel is ook wel typisch voor die Appalachencultuur in de VS.
Je sprak met burgemeesters van kleine stadjes in West-Virginia die zichzelf ‘Trump-Democraten’ noemen. Is dat de nieuwe term voor wat men in de jaren tachtig van vorige eeuw de ‘Reagan-Democraten’ noemde, of zie je belangrijke verschillen?
Rotthier: Op economisch vlak zijn er grote verschillen. De Reagan-Democraten pleitten voor economisch liberalisme. Hoe minder staat, hoe beter. Voor Trump-Democraten geldt het tegenovergestelde. De overheid mag rustig helpen. Om Mark Eyskens te parafraseren: zolang de uier lekt, mag je eraan zuigen. Laat de overheid dus maar helpen, bijvoorbeeld om de mijnen open te houden. Ook al weten velen dat dit een tijdelijke en geen structurele oplossing is, het bezorgt velen een baan en een inkomen. En daarvoor zijn ze Trump zeer dankbaar.
In de meeste staten die je bezocht is de haat jegens Hillary Clinton en ook wel de teleurstelling over Barack Obama’s presidentschap bijzonder groot. Misschien heeft Trump zijn zege uiteindelijk wel helemaal aan hen te danken.
Rotthier: Dat klopt, denk ik. Wat de mensen in het Appalachengebied heel aantrekkelijk vinden aan Trump is zijn onverschrokkenheid. Hij doet uitzinnige dingen, hij is onsamenhangend, hij is boos, hij scheldt … Hij is een écht mens. Hij gelooft niet in het onvermijdelijke, terwijl dat bij Clinton en Obama wél een kernbegrip was. Je moet je niet verzetten tegen het verdwijnen van de steenkoolbanen, zeiden ze, dat is nu eenmaal de economische realiteit en dus onvermijdelijk. Dat klopt waarschijnlijk ook. Maar Trump zegt: ‘Nee, nee, die onvermijdelijke dingen moet je niet accepteren.’ Dat gaat er in als zoete koek. Hij bewierookt zijn achterban voortdurend, noemt hen the salt of the earth, terwijl Clinton het over the deplorables had en Obama over mensen die ‘zich vastklampen aan hun geweren en hun godsdienst’. Tijdens zijn campagne zei Trump: ‘I love the poorly educated’. Al die mensen die niet naar school zijn gegaan en hun toekomst zien in de mijnen – het is nogal evident tot wie zij zich het meest aangetrokken voelen.
In indianapolis zegt iemand tegen je: ‘Ik weet ook wel dat Trump een blaaskaak is, en dat hij niets zal realiseren van wat hij belooft. Maar het zou me zo’n deugd doen om in de ballen van Washington te schoppen.’ Is het dat, uiteindelijk, wat mensen naar Trump heeft gedreven? Het verlangen om de elite in de ballen te schoppen, en het geloof dat Trump de man was die dit zou doen in hun naam?
Rotthier: Voor een groot stuk wel, ja. Trump heeft ook zijn eigen regering meermaals vernederd. Hij liet zijn kabinetsleden allemaal op een rijtje zitten, terwijl hij luisterde hoe ze hem bewierookten, in een stijl die je eerder bij Kim Jong-un zou verwachten. Dat vernederen van zijn kabinet, dat de belangen van Wall Street vertegenwoordigt, gaat er bij de Trumpaanhangers ook in als zoete koek. Die mensen voelen zich een leven lang vernederd door de heren van Wall Street en Trump zet die mensen nu te kijk op de nationale televisie! Miljardairs die hij zelf in dienst heeft genomen, vernedert hij op tv, terwijl hij over de mijnwerkers die de eindjes niet aan elkaar kunnen knopen alleen maar positieve dingen zegt.
Rechters die abortus opnieuw illegaal kunnen maken. Dat vooruitzicht is voor evangelische kiezers belangrijker dan de persoonlijke strapatsen van de president.
Trump scoort ook met zijn protectionistisch handelsbeleid. Is een protectionist niet iemand die wel het kapitalisme bezingt maar de onvermijdelijke gevolgen ervan niet accepteert? ‘Van elk vrijhandelsakkoord zijn we armer geworden’, zegt iemand in je boek. Appeleert protectionisme niet aan een diep geworteld verlangen naar economische zelfbepaling, zoals nationalisme een verlangen naar politieke en culturele soevereniteit uitdrukt? Dat verlangen is toch begrijpelijk?
Rotthier: Zeker. Het is een boodschap die ook Bernie Sanders in het begin verkondigde. Hij heeft zijn verhaal bijgestuurd omwille van de migratieproblematiek, denk ik. Maar in het begin had hij het ook over de negatieve druk op de lonen als gevolg van het openstellen van de grenzen. Daarin verschillen Trumpiaans rechts en Sanderiaans links niet zo erg van elkaar. Een deel van de aanhang van Sanders heeft nu ook voor Trump gestemd. Trump speelt ook wel een beetje met linkse ideeën. Zijn wantrouwen ten aanzien van veiligheidsdiensten bijvoorbeeld. Trump uitte felle kritiek op het FBI en de CIA – dat was vroeger een links thema.
Het viel me op dat veel van je gesprekspartners anoniem wilden blijven. Als je bang bent om je eigen naam te laten afdrukken in een Nederlandstalig reisboek van een Vlaams journalist, dan moeten angst en achterdocht wel érg groot zijn.
Rotthier: Achterdocht tegenover de pers heeft Trump er wel ingestampt. Het idee van fake news is echt wel doorgedrongen. Ik merkte een groot verschil met 2004, toen ik mijn vorige grote reis door de VS heb gemaakt. Toen mocht je iedereen bij naam noemen en citeren, niemand maakte voorbehoud. In die zin is er veel veranderd, ja. Nu vroegen de mensen vaak of ik dat wat ze me vertelden toch wel precies zo zou opschrijven.
Je schrijft dat Donald Trump ook een kentering heeft teweeggebracht bij evangelische kiezers. Wat is er veranderd?
Rotthier: Vroeger vonden evangelische kiezers het karakter en de ‘persoonlijke deugdzaamheid’ van de kandidaat essentieel. Sinds Trump is dat niet meer zo. Ze beseffen dat ze met Trump nu al twee en straks misschien drie of meer rechters in het Hooggerechtshof krijgen die aan hun kant staan. Rechters die abortus opnieuw illegaal kunnen maken. Dat vooruitzicht is voor hen belangrijker dan de persoonlijke strapatsen van de president.
Een van de meest intense passages in je boek is je bezoek aan Richard Spencer, bedenker van de term alt-right en voorman van het National Policy Institute, een wel erg chique naam voor een extreemrechtse, racistische denktank. Hij zegt dat Amerika ‘besmet is met een gelijkheidsvirus, een democratisch virus (…)’ en ook nog door ‘een nationalistisch virus.’ De taak van extreemrechts is duidelijk: ‘Het ideaal van gelijkheid en democratie verpulveren.’ Hoe politiek relevant zijn deze standpunten vandaag in de VS?
Rotthier: In Alabama sprak ik een professor die het internetverkeer in de alt-rightbeweging heeft onderzocht. Hij klonk tamelijk geruststellend. De beweging is groter dan de Ku Klux Klan, maar het gaat toch maar over een paar honderdduizenden, zei hij. Sinds de aanslag in Charlottesville is de beweging een beetje de dieperik ingegaan omdat ze financieel aan banden is gelegd. De financiële slagkracht van alt-right is dramatisch verslechterd. In West-Virginia praat niemand over de alt-rightbeweging. In de geesten van de relatief lukraak gekozen mensen met wie ik daar sprak is de beweging onbestaande. Maar in de media is de beweging natuurlijk niét onbestaande.
Bedoel je dat de media meer aandacht geven aan alt-right dan de beweging verdient, en haar op die manier groter maken dan ze is?
Rotthier: Dat denk ik wel. De figuur van Steve Bannon heeft natuurlijk ook voor verwarring gezorgd. Ik denk dat Bannon blij is dat de alt-rightbeweging bestaat, maar zelf staat hij daar tamelijk ver vanaf. Hij is een nationalist, hij beschouwt nationalisme dus zeker niet als een virus. Hij heeft de beweging zeker ook aangewakkerd. Op een moment toen de beweging nog niets voorstelde, heeft hij haar een forum gegeven op zijn Breitbartsite. Ik denk dat de vrees groter is dan de realiteit, op dit ogenblik. Maar de vrees kan de realiteit voeden, natuurlijk. Dat is al vaker gebeurd.
De politieke polarisering in Amerika heeft blijkbaar zelfs invloed op datingsites. Je hebt het in je boek over websites met namen als ‘Trump Dating’ en ‘Trump Singles’. En in Texas vond je een verhuisbedrijf, Conservative Move, dat ‘conservatieve inwoners uit Californië wil bevrijden uit hun progressieve hel’. Gekker hoeft het niet te worden.
Rotthier: Het is tamelijk hallucinant, ja. Een van de eerste dingen die ik vroeger op school heb geleerd over Amerika, was het idee van de melting pot. Nu lijkt het er eerder op dat men de verschillende ingrediënten van de Amerikaanse maatschappij uit elkaar wil halen, en geen melting meer toe wil laten. Ik weet niet of zulke politiek gekleurde datingsites symptomatisch zijn voor fundamentelere verschuivingen in de maatschappij. Maar het is toch wel verregaand.
Een deel van de aanhang van Sanders heeft nu ook voor Trump gestemd. Trump speelt ook wel een beetje met linkse ideeën.
Vroeger deden politieke overtuigingen er niet toe in persoonlijke relaties. Nu is politieke overtuiging voor vijftig procent van de jongeren een breekpunt. Dat is toch wel een kentering. Wij kregen hier vroeger op school te horen dat de politieke partijen in Amerika eigenlijk niet veel van elkaar verschilden. Dat is nu duidelijk niet meer zo. Politiek in Amerika wordt nu meer dan ooit aangedreven door woede. Mensen zijn kwaad op ‘de andere kant’. Er zijn geen raakvlakken meer. Je hebt twee groepen die zich door elkaar bedreigd voelen. In 2004, ten tijde van de Irakoorlog, zag je al die eerste tekenen van een gebroken samenleving. Maar nu is het veel erger.
Als de polarisatie in Amerika inderdaad zo drastisch is dat sommige mensen al waarschuwen voor een erosie van de democratie, welk beleid kan deze ontwikkeling dan nog tegenhouden en ombuigen?
Rotthier: Een Obama-achtige figuur zou dit nog wel kunnen keren. Je mag niet vergeten dat er heel veel Obama-kiezers twee jaar geleden voor Trump hebben gestemd. Er moet dus toch iets overkoepelends zijn tussen die twee.
Euh … wat?
Rotthier: Charisma. Optimisme. Samen iets willen doen. Maar dan moet je de twee kanten in het land wel samenbrengen en niet tegen elkaar ophitsen. De kloof tussen arm en rijk, tussen Noord en Zuid, tussen kuststaten en de fly over country – is dieper dan ooit. Als je een schooltje in Mississippi vergelijkt met een school in Boston – dat is Derde Wereld versus Eerste Wereld. Het systeem van lokale schoolfinanciering heeft eigenlijk dringend een federale subsidie nodig. Maar veel mensen verzetten zich tegen een financiële injectie van de federale overheid, allergisch als ze zijn voor bemoeienissen vanuit Washington in lokale aangelegenheden. Maar hoe krijg je dan ooit degelijk onderwijs in Mississippi?
Je hebt met zoveel paupers en cultureel gedupeerden gesproken … Kan je je voorstellen dat een significante minderheid van zulke ‘deplorables’ ooit in opstand zal komen tegen het culturele zelfbedrog waar de Amerikaanse Droom voor de meeste mensen nu eenmaal op neerkomt?
Rotthier: Dat zie ik niet gebeuren. Ik denk dat die mensen Trump als hun opstand beschouwen. Stemmen voor Trump was voor velen een daad van opstandigheid. Verder gaat hun verzet niet. Als je al een vorm van rebellie mag verwachten, dan zal die eerder in een rijkere staat als Californië ontstaan dan in de armere staten in het Zuiden. Daar is het geloof in Trump nog steeds onaangetast.
In het laatste hoofdstuk van je boek ben je opvallend scherp voor de manier waarop de pers over Trump bericht. Je betwijfelt of de media, de vierde macht, nog wel de luis in de pels is. Je verwijt de journalisten ook dat ze niet veel rechtlijniger dan hun president zijn. Je noemt hen zelfs ‘de feitelijke bondgenoot’ van Trump. Dat is nogal wat.
Rotthier: Ik vind dat de klassieke media soms flink uit de bocht gaan. Zij vervullen hun taak niet naar behoren. De pers is medeverantwoordelijk voor het succes van Trump. Voorbeeld: de reële problemen van de mensen in de Appalachen zijn in de pers niet aan bod gekomen. In dat gebied is tijdens de Obamajaren de levensverwachting in sommige districten met vijf jaar achteruitgegaan. Dat heeft de nationale pers niet gehaald. Hoe is dat mogelijk? Dat is toch schuldig verzuim van de pers?
Hoe zou de pers het presidentschap van Trump, dat toch wel een historisch unicum is, dan moeten verslaan?
Rotthier: Als je de politieke journalisten van The New York Times op Twitter volgt, dan lees je niets dan schimpscheuten over Trump, van ’s ochtends tot ’s avonds. Hoe kan je dan nog objectief berichten? Dan ben je toch ongeloofwaardig? Was ik hoofdredacteur van The New York Times, ik verbood mijn journalisten te tweeten over Trump.
Ten tweede is het ontstellend hoeveel artikels er verschijnen, ook in een kwaliteitskrant als The New York Times, die achteraf gewoonweg fout blijken te zijn. Er moet veel meer controle komen op wat kranten publiceren. Kwaliteitsmedia voelen zich onder druk gezet door de sociale media en gaan daarom ook sneller, vaak te snel, dingen publiceren die onvoldoende zijn gecheckt. Er wordt heel veel gebakken lucht verspreid, zowel door Trump als door de pers die over Trump schrijft.
Lees hier een voorpublicatie uit het boek ‘De Verscheurde Staten van Amerika’: Hoe een Amerikaanse begrafenisondernemer terugkeerde uit pensioen om de drugsdoden te begraven p>
De Verscheurde Staten van Amerika. Rudi Rotthier. 344 blz. Atlas Contact. 21,99 euro, e-book: 12,99 euro p>
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier