Vrije Tribune
‘Wie zijn kind laat sterven, is geen veganist’
Tobias Leenaert, oprichter van het Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA), en diëtiste Evelyne Mertens reageren op de veroordeling van een echtpaar voor het onvrijwillig doden van hun jonge kind dat stierf aan ondervoeding. ‘Zelf de dokter uithangen, ongefundeerde theorieën aanhangen of bij kwakzalvers te rade gaan, is uit den boze.’
Woensdag 14 juni veroordeelde de correctionele rechtbank van Dendermonde een echtpaar uit Beveren tot zes maanden voorwaardelijke celstraf voor het onvrijwillig doden van hun jonge kind.
Wie zijn kind laat sterven, is geen veganist.
Lucas stierf zo’n drie jaar geleden aan de gevolgen van ondervoeding. Uit wat er in de media verscheen, valt af te leiden dat moeder en vader er hun eigen ideeën over gezonde voeding op nahielden en wetenschappelijke experts met grote argwaan bekeken.
In een reactie in Knack waarschuwt bioloog Dirk Draulans – en met hem de experten die hij aan het woord laat – terecht voor gezondheidshypes en een irrationele, dogmatische benadering van gezond eten.
Jammer is echter dat hij de gelegenheid te baat neemt om vooral veganisme een veeg uit de pan te geven. Draulans heeft het een aantal keer over ‘extreme veganisten’ en associeert veganisme met sterfgevallen – de ouders van het kind in Beveren waren duidelijk geen veganisten – en ronduit absurde praktijken – ouders die hun kinderen urine te drinken geven bijvoorbeeld.
Draulans lijkt te willen insinueren dat het vooral veganisten zijn die er een onwetenschappelijke en ver doorgedreven irrationele houding over gezond eten op nahouden. Dat zou wel allemaal erg veralgemenend en kort door de bocht zijn.
De gemiddelde veganist is – deels noodgedwongen – beter geïnformeerd over wat gezonde voeding inhoudt en weet doorgaans dat een vitamine B12-supplement of met B12 verrijkte voeding een noodzaak is.
Veganisme is niet iets anti-wetenschappelijks (toch niet in principe), zelfs al ligt er een ideologisch principe ten grondslag aan de voedingskeuzes die veganisten maken. De meeste veganisten zijn veganist vanuit ethische overwegingen. Ze merken terecht op dat ongeveer alle commercieel verkrijgbare dierlijke producten ernstig dierenleed met zich meebrengen, en besluiten daarom enkel plantaardige producten te eten.
De praktijk van veganistisch eten wordt ondersteund door bewijs en theorie. De Academy of Nutrition and Dietetics, de grootste organisatie van voedingskundigen ter wereld, zegt al vele jaren dat een veganistisch voedingspatroon, indien goed gepland, niet alleen geschikt kan zijn voor mensen van alle leeftijden – van baby tot senior – maar ook gezondheidsvoordelen kan bieden voor het voorkomen en behandelen van diverse chronische ziekten. Vooral in het Engels zijn talrijke boeken en websites voorhanden over gezond veganistisch eten, geschreven door gediplomeerde specialisten. En in Duitsland wordt elk jaar door het befaamde Charité ziekenhuis de conferentie VegMed georganiseerd. Vorig jaar woonden daar bijna duizend gezondheidsprofessionals en -studenten lezingen bij over gezond veganistisch eten.
Het idee dat wat de natuur ons brengt noodzakelijk goed en gezond is, en alles wat door mensen is gemaakt, verkeerd, zal ons niet ver brengen.
Net als Dirk Draulans draag ik een rationele, evidence-based aanpak van gezonde voeding hoog in het vaandel. In deze tijden is het meer dan ooit belangrijk om te luisteren naar experten.
Zelf de dokter uithangen, ongefundeerde theorieën aanhangen of bij kwakzalvers te rade gaan, is uit den boze.
Ook het idee dat wat de natuur ons brengt noodzakelijk goed en gezond is, en alles wat door mensen is gemaakt, verkeerd, zal ons niet ver brengen. Ideologische en nutritionele zuiverheid dient ons niet.
Zeker, er zijn veganisten die regelmatig aan wishful thinking doen en al te snel alle positieve veganistische gezondheidsclaims overnemen die ze op het internet lezen. Soms wordt te snel geloofd dat het allemaal OK is zolang het maar plantaardig is.
Dus jawel: experten, graag! Wetenschappelijke onderbouwing: absoluut.
Het probleem is dat in ons land de meeste gezondheidsprofessionals nog steeds redelijk conservatief denken wanneer het op veganisme aankomt. Zowel artsen (die maar een heel beperkt aantal uren voedingsleer kregen tijdens hun opleiding) als diëtisten (die hoop en al een paar lesuren krijgen over zogenaamde ‘alternatieve voedingswijzen’) zijn vaak onvoldoende geïnformeerd wanneer het op vegetarische en veganistische voedingspatronen aankomt.
Jammer genoeg gebeurt het hierdoor nog al te vaak dat een vegetariër tijdens een consult zelfs wordt aangeraden om toch af en toe wat vlees te eten. Wanneer veganisten een dokter of diëtiste willen raadplegen, kunnen ze dus maar beter op zoek gaan naar iemand die daarvoor openstaat en die hen geen onzin zal verkopen. Wie overtuigd is dat veganisme een goede keuze is – en daar zijn stevige argumenten voor – zal doorgaans toch niet snel van dat idee af te brengen zijn.
Het is evenmin verwonderlijk dat mensen met dergelijke overtuigingen hun kinderen op dezelfde manier willen grootbrengen en hen de eigen waarden willen meegeven. In plaats van a priori neen te zeggen tegen een veganistische voedingswijze – voor kinderen of eender wie – zouden gezondheidsdeskundigen in ons land ook kunnen evolueren naar een ruimdenkender standpunt. Dat zou het vertrouwen in hen ten goede komen.
Het lijkt onlogisch om een voedingspatroon dat potentieel heel veel gezondheids- en andere voordelen kan bieden, af te raden omdat het aangevuld moet worden met een eenvoudig vitaminesupplement. De dieren die mensen eten, kregen trouwens ook talrijke supplementen toegediend voordat ze een maaltijd werden.
Gezonde voeding zou voor eender wie – en zeker voor ouders van jonge kinderen – een aandachtspunt moeten zijn, niet enkel voor veganisten. Ons land telt 90.000 obese kinderen. Wereldwijd heeft een op drie mensen overgewicht. Kanker, hart- en vaatziekten en diabetes zijn de grootste seriemoordenaars in westerse samenlevingen. Het risico op deze aandoeningen kan sterk verlaagd worden door gezond te eten en een plantaardig voedingspatroon lijkt daar een belangrijke rol in te kunnen spelen.
Hoewel er zeker veganisten zijn die het soms té goed willen doen, en hoewel ze zich – net als iedereen – goed moeten informeren over gezondheid, is er helemaal niets ‘extreems’ aan het bewust vermijden van dierlijke producten.
Extreem is veeleer wat er gebeurt in slachthuizen (zoals in Tielt), of – zoals deze week aangetoond – in kippenkwekerijen.
Dat meer en meer mensen afstand willen nemen van dergelijke ellendige praktijken – en van het doden van dieren in het algemeen – hoeft niet te verwonderen. Ik stel voor dat we die bewustwording vooral versterken.
Maar we moeten daarnaast ook bij iedereen de kennis over gezonde voeding vergroten. En we mogen niet nalaten om iedereen, veganist of niet, aan te moedigen kritisch na te denken – over nieuwsartikelen, onderzoek en reclame – en bewijs en wetenschap te leren waarderen.
Tobias Leenaert is oprichter van het Ethisch Vegetarisch Alternatief (EVA) en Evelyne Mertens is diëtiste gespecialiseerd in vegetarisme en veganisme.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier