Michael Schumacher blijft in zijn zwart gat.
Het wederoptreden van de eeuw, weliswaar na dat van Lance Armstong op twee door spierkracht aangedreven wielen, komt er dan toch niet, zondag in Valencia. Na een beslissend medisch onderzoek in Bad Nauheim, in de buurt van Frankfurt, oordeelde Johannes Peil dat Michael Schmacher dan toch niet klaar is voor een terugkeer in de formule 1. Maar de volgende dag bracht de persoonlijke arts van Schumi zowaar nog schokkender nieuws, tijdens een persconferentie: toen hij in februari dit jaar tegen de grond ging met zijn motorfiets, tijdens tests in Spanje, liep de zevenvoudige wereldkampioen F1 veel meer op dan wat nekpijn. Hij brak een wervel, liep een schedelbreuk op en werd ook geraakt aan de slagader die voor de bloedtoevoer naar de hersenen zorgt. Anders bekeken: Schumi was door het oog van de naald gekropen.
Het nieuws deed in het kleine F1-wereldje heel wat wenkbrauwen fronsen. Dat iemand met de ervaring van Michael Schumacher, die zijn carrière uitbouwde op motivatie maar ook en vooral een intelligente aanpak, zo een inschattingsfout kan maken. Te denken dat hij niet eens een halfjaar na dergelijke letsels zomaar weer even in een F1-machine kan huppelen, is verbijsterend. Het onderstreept tegelijk hoezeer Schumi thuis zit te nagelbijten, wanhopig zoekend naar een nieuwe passie die hij maar niet vindt, sinds hij in oktober 2006 zijn helm aan de wilgen hing. En met een snelheid van driehonderd per uur in een zwart gat reed.
Sinds zijn pensioen vond de Duitser immers niets dat hem echt kan begeesteren. Zoals David Coulthard vandaag met verve voor de BBC werkt. Of zoals Jacky Ickx, die zijn innige liefde voor Afrika invult met reizen door dat continent, Thierry Boutsen die vliegtuigen verkoopt of Jody Scheckter die het gezondste varkensvlees ter wereld kweekt en interna-tionaal verkoopt. Niemand die het beter verwoordde dan Niki Lauda, in oktober 2006: “Schumacher heeft het perfecte profiel om terug te keren …” Wat voorlopig dus niet lukte. Tijdens zijn persconferentie sloot hij een latere terugkeer niet uit.
“Je weet nooit wat het leven brengt”, sloot Schumacher af. Hij wist heel goed waarom: de FOTA, de belangenvereniging van de teams, is aan het lobbyen om vanaf 2011, misschien zelfs 2010 al, de mogelijkheid te voorzien drie auto’s per team in te zetten. Ferrari zou van plan zijn dat derde zitje warm te houden voor Michael S. Kortom, het zou ons niet verbazen als we de zevenvoudige wereldkampioen ooit nog zien racen.
Komend weekend dus nog niet, want dan zit Luca Badoer in de tweede Ferrari. Ook een recordhouder, de 38-jarige Italiaan die sinds 1999 niet meer aan de start kwam en sindsdien officieel testrijder bij de Scuderia was: hij is de enige in de geschiedenis die erin slaagde aan de start te komen in 49 grote prijzen en nooit een punt te pakken. Maar ook voor de Italiaanse pers wordt Badoer in Valencia een evenement. Het is immers de eerste keer sinds Nicola Larini in 1994 dat er nog eens een Italiaan met de Ferrari mocht racen.