Zelfcontrole en vorm van Jonas Vingegaard cruciaal voor kansen van Remco Evenepoel in Vuelta
Om de Vuelta te winnen zal Remco Evenepoel de grootste onderscheiding moeten behalen in de test van zelfcontrole, zowel met de benen als met het hoofd. Maar zelfs als hij daarin slaagt, kan een mogelijke eindzege afhangen van één cruciale factor: hoe goed is Jonas Vingegaard?
Het was een opvallend, en misschien zelfs symbolisch moment, mocht Remco Evenepoel over een kleine twee weken de Vuelta winnen. Hoe hij in de achtste rit, met aankomst op de steile muur van Xorret de Cati, zijn zonnebril tussen de gaatjes van zijn helm stak en op hetzelfde moment Sepp Kuss rechts van hem demarreerde, op twee kilometer van de top.
De luitenant van Jumbo-Vismakopmannen Jonas Vingegaard en Primoz Roglic sloeg meteen een kloof, maar Evenepoel reageerde niet meteen. Hij zette eerst, zonder verpinken, zijn zonnebril op zijn helm nog wat rechter, en begon vervolgens op kop te rijden. Niet met als doel om direct naar Kuss te rijden, maar om hem eerst wat te laten ‘zwemmen’, zoals Evenepoel het achteraf verwoordde. Dan zouden Roglic en Vingegaard ook geen aanstalten maken om zelf te demarreren.
Achthonderd steile meters verder haalde de Belgische kampioen de Amerikaan in. Daarna bleef hij onverstoorbaar een hoog tempo opleggen. In die mate zelfs dat Roglic en Vingegaard niet meer konden aanvallen, zoals ze hadden gepland. ‘Het was vooral een kwestie van volgen’, bekende de Deen.
Evenepoel imponeerde en zette zich zelfs op de top van de Xorret de Cati recht, om zijn zonnebril weer op zijn neus te plaatsen. Op het moment waarop iedereen tegen zijn limiet zat, zond hij een boodschap uit naar Roglic en co: hij had weer alles onder controle, twee dagen nadat hij op de klim van Javalambre een zwak moment had gehad. Van een pijnlijke rug en nek, de gevolgen van zijn val na de aankomst op Arinsal, was er geen sprake meer.
Al even opmerkelijk: Evenepoel deed die maximale inspanning van 13 minuten op de Xorret de Cati puur op gevoel. Zijn wattagemeter werkte niet, zei hij achteraf. Voor een renner die vaak gefocust is op die cijfers, kan het wegvallen van zo’n leidraad een kortsluiting in het hoofd veroorzaken, maar niet bij Evenepoel. Zowel tactisch als fysiek schatte hij alles perfect in.
Vreemd genoeg verloor hij in de afdaling en de daaropvolgende sprint wel het overzicht toen hij dacht dat er nog een kopgroepje voorop reed, en naar eigen zeggen niet aandrong toen Primoz Roglic hem in de laatste 150 meter voorbijstak. De ritzege was toch weg, dacht Evenepoel. ‘Een onoplettendheid van mij’, bekende hij de dag erna. Dat kostte hem vier bonusseconden op ritwinnaar Roglic, maar ondanks de frustraties was de Schepdaalnaar wel de morele winnaar van de dag.
Goede uitgangspositie
Ook de rit van zondag sloot hij naar eigen zeggen met een goed gevoel af. Hij was niet in de problemen gekomen toen Jumbo-Visma in het begin van de rit een waaierputsch pleegde. En op de slotklim van Caravaca de la Cruz, die twee kilometer werd ingekort door de modderige wegen op de top, verloor hij geen tijd op Primoz Roglic. In de officiële uitslag althans, want de Sloveen sloeg op Evenepoel wel een kloofje in de laatste steile meters. ‘Mijn wiel slipte weg toen Roglic versnelde’, verklaarde de Soudal Quick-Steprenner dat verschil achteraf.
Slipper of niet, feit is dat Evenepoel na negen ritten een voorsprong heeft op zijn voornaamste concurrenten: 7 seconden op Roglic, 11 op Vingegaard, 19 op Ayuso. Daar had hij bij het begin van de Vuelta meteen voor getekend, zeker als je rekening houdt met zijn minder moment op de klim naar Javalambre. Alleen de voorsprong van 2 minuten en 22 seconden die rodetruidrager Sepp Kuss dankzij een slimme tactische zet van Jumbo-Visma heeft uitgebouwd, stond niet in het gewenste scenario van Evenepoel en zijn ploeg.
Toch maakte de Schepdaalnaar zich daar geen grote zorgen over: in de zo goed als vlakke 25,8 kilometer lange tijdrit van dinsdag zal hij die bijna twee en een halve minuut achterstand op Kuss grotendeels of misschien zelfs helemaal uitwissen. En op Roglic, Vingegaard en Ayuso zou hij als wereldkampioen tijdrijden tot een halve minuut, of zelfs meer, extra moeten kunnen nemen.
Geen riante uitgangspositie – misschien staat Kuss na de tijdrit nog altijd nipt aan de leiding van het algemene klassement – maar wel een goede om het tweede deel van de Vuelta aan te vatten.
Zware bergritten
Die tweede helft zal nog veel bepalender zijn dan het eerste hectische en tumultueuze deel, al is dat vooral de fout van de amateuristische Vueltaorganisatie.
Lees ook: ‘Reageren in plaats van anticiperen: het wielrennen stoot zich telkens weer aan dezelfde steen’
Meer zelfs: de beklimmingen van Arinsal, Javalambre, Xorret de Cati en Caravaca de la Cruz waren slechts voorgerechtjes in vergelijking met het copieuze bergmenu dat Evenepoel en co nog voorgeschoteld krijgen.
Tot afgelopen zondag waren die slotbeklimmingen beperkt tot een inspanning van 13 à 19 minuten. In de 4 komende, cruciale bergritten wordt dat op meerdere beklimmingen minstens het dubbele, gekoppeld aan drie etappes met minstens 4300 hoogtemeters plus een rit met aankomst op een van de zwaarste beklimmingen van Europa: de Alto de l’Angliru.
Tot dusver konden Evenepoel en zijn Soudal Quick-Stepploegmaats de aanvallen van Jumbo-Visma relatief goed bedwingen, al waren ze in begin van de rit naar Javalambre niet oplettend genoeg toen een grote vluchtersgroep met Sepp Kuss en nog 3 Jumbo-Vismarenners ontstond.
In de veel zwaardere bergritten zal de collectieve sterkte van de Nederlandse ploeg wel nog meer doorwegen. Zeker als Jumbo-Visma met aanvallen van Kuss, Roglic en Vingegaard de Belgische kampioen onder druk zal zetten, mogelijk zelfs al vanop de voorlaatste col. Het is het recept waarmee Jumbo-Visma in de Tour Tadej Pogacar heeft gekraakt. En dat zal het opnieuw toepassen, aan de hand van een uitgekiend ‘Hoe kraak ik Evenepoel?’-plan. Geen ploeg die op tactisch vlak alles zo grondig bestudeert en voorbereidt, zelfs met de hulp van externe analisten.
Als de Belg dan nog aan de leiding staat, zal Jumbo-Visma zelfs een plan hebben om desnoods all-in te gaan in de verraderlijke voorlaatste Vueltarit naar Guadarrama, met tien hellingen van derde categorie en ruim 4000 hoogtemeters.
Lees ook: Hoe Remco Evenepoel en co in nu al unieke Vuelta wielergeschiedenis kunnen schrijven
Het wordt zaak voor Evenepoel om ook dan, zoals op Xorret de Cati, de controle te bewaren, zowel met de benen als met het hoofd. Op fysiek vlak heeft hij zich in de weken voor de Vuelta vooral voorbereid op de langere inspanningen bergop, met trainingen van zelfs 5000 hoogtemeters en meer. Het zal moeten blijken of hij daarmee de aanvallen van Jumbo-Visma op de zwaarste beklimmingen zal kunnen beantwoorden.
Op tactisch gebied moet hij erover waken dat hij zich op geen enkel moment laat verrassen. Elke aanval van Roglic of Vingegaard moet hij in de kiem smoren. Beter meer energie verspillen door meteen te reageren, dan nog meer energie kwijt te raken door een lange achtervolging, met Roglic of Vingegaard in zijn wiel.
Kan Vingegaard groeien?
Cruciaal bij de aanvalsplannen van Jumbo-Visma wordt de vorm van Tourwinnaar Jonas Vingegaard. Op papier zijn die zware bergritten hem op het lijf geschreven, zeker in de laatste zware derde week waarin zijn uitzonderlijk recuperatievermogen bovendrijft. In de Tour heeft hij al twee keer bewezen dat hij op dat vlak zijn gelijke niet heeft, zelfs Tadej Pogacar moest al tweemaal zijn meerdere erkennen. Als de Deen in deze Vuelta dezelfde wattages als in de Tour zou trappen, zou allicht ook Evenepoel het hoofd moeten buigen.
Vingegaard haalt in zijn tweede opeenvolgende grote ronde dat niveau echter niet. Hij zei de voorbije week ook al twee keer dat hij ‘niet zijn beste dag’ had. Zijn ploegmaat Roglic lijkt op dit moment zelfs de betere. De vraag is of Vingegaard door vermoeidheid verder zal wegzakken, of in vergelijking met Evenepoel en co nog zal groeien. Bij Jumbo-Visma hopen ze op en denken ze aan het tweede. De weken tussen de Tour en de Vuelta met relatief weinig trainingsuren werden daarvoor ook zo gepland.
Lukt dat opzet, dan kan Vingegaard met Roglic en Kuss een dodelijk trio vormen dat zelfs een zeer goede Evenepoel fataal kan worden. Hoe verdienstelijk zijn Soudal Quick-Stepploegmaats hem tot dusver ook hebben geholpen, geen van hen is in staat om op de zwaarste beklimmingen dat geel-zwarte drietal te volgen. Evenepoel moet in dat geval erop rekenen dat hij steun krijgt van andere ploegen, misschien door een alliantie te vormen met het UAE-duo Juan Ayuso/João Almeida.
Er bestaat echter ook een scenario waarin Vingegaard de tol van zijn tweede opeenvolgende grote ronde zal betalen, en ook de benen van zijn ploegmaat Sepp Kuss in zijn derde grote ronde op rij steeds zwaarder zullen worden. Dan moet de (op papier) frissere Evenepoel alleen afrekenen met Primoz Roglic en allicht Juan Ayuso. Maar ook dan zal hij, als hij daar de benen voor heeft, op het juiste moment de juiste zet moeten doen.
Conclusie: Evenepoel staat de komende elf ritten, nog meer dan in de Vuelta van vorig jaar, voor zijn grootste test als ronderenner. Maar zelfs als hij de grootste onderscheiding behaalt, is dat nog geen garantie op eindwinst.
Lees ook: Remco Evenepoel is bekender dan ooit, maar Wout van Aert en andere toppers scoren nog beter
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier