Wout van Aert over zijn Tour de France: ‘Eigenlijk is dit niet normaal’
Wout van Aert beseft dat hij in deze Tour de France alweer een huzarenstukje heeft afgeleverd. Niet alleen zijn er drie ritzeges, de groene trui en de Prijs van de Superstrijdlust, zondag wacht nog een kans op de ritzege in Parijs. ‘Dit waren drie ongelooflijke weken’, stelt hij.
Op de afsluitende persconferentie zaterdagavond ging het over meer dan doping alleen. ‘Ik denk inderdaad wel dat Jonas me een cadeautje gegund heeft’, sprak hij over z’n zege in de tijdrit. De Deen zette onderweg snellere tussentijden neer dan onze landgenoot, maar leek in de hellende meters wat gas terug te nemen. ‘Dat zag je toch duidelijk’, vond Van Aert. ‘Hij vloog onderweg en op het eind ging hij dan toch niet zo hard meer. Dat bewijst nogmaals wat voor groot kampioen hij is. Jonas gunde me de ritzege. Dit was de kers op de taart en toont duidelijk nog eens aan hoe onze teamspirit is.’
‘Dit is een heel ander gevoel dan na de tijdrit op La Planche des Belles Filles in 2020 natuurlijk (waar Roglic de gele trui verloor aan Tadej Pogacar, red). Het gevoel vanmorgen was ook anders in de ploeg dan toen voor de tijdrit. Pas op, we hadden toen ook vertrouwen, maar nu was de marge nog veel groter op Tadej en dat is toch anders. Hoe Jonas reed de voorbije drie weken gaf me ook vertrouwen dat het vandaag wel goed zou komen. En inderdaad, het is echt wel speciaal om deel uit te maken van de ploeg die de gele trui wint. Het is ongelooflijk wat we in die drie weken allemaal hebben gerealiseerd. Dat kan je vooraf niet voorspellen. Het is een droomscenario, één waar ik vooraf totaal niet aan had gedacht. Al die ritzeges, het groen, het geel voor Jonas. Ook wij hebben onderweg in deze Tour onze tegenslagen gehad, maar we gaan uiteindelijk wel nog altijd met heel veel naar huis en dat is ongelooflijk.’
Vorig jaar won Van Aert drie etappes, ook nu heeft hij er al drie op zak. ‘En ik ben de eerste om te beseffen dat dit uitzonderlijk is en dat deze reeks herhalen steeds moeilijker wordt’, stelde hij. ‘Je mag het zeker niet als vanzelfsprekend beschouwen. Eigenlijk is het niet normaal en super speciaal wat ik hier allemaal heb gerealiseerd. Er komt een dag dat ik geen rit zal winnen in de Tour, sneller dan ik denk wellicht en dan gaat het leven ook verder.’
‘Hij is in de eerste plaats een enorm dankbaar persoon’, zei Van Aert over zijn ploegmaat Jonas Vingegaard. ‘Ook heel down to earth en hij weet wat belangrijk is in het leven. Er bestaan nog andere dingen dan wielrennen voor hem. Hij hecht heel veel waarde aan zijn familie. Als ploegmaat heeft hij veel vertrouwen gewonnen de voorbije jaren. Ik ga niet zeggen dat hij een andere wielrenner was, hij had al veel talent, dat kon je toen zien, maar stap voor stap tankte hij vertrouwen, werd hij sterker en ook een leider van de ploeg. Dat zag je nu heel goed.’
Doen wat onmogelijk lijkt
Van Aert wint tijdritten, sprintetappes en doet het ook goed in de bergen. ‘Vaak is het een mentale kwestie’, verklaarde hij zijn veelzijdigheid, ‘veel renners minimaliseren hun capaciteiten door te denken dat ze iets niet kunnen. ‘Ik ben iets te breed of te dik om in de bergen te rijden’, dus ze gaan ervan uit dat ze dat niet kunnen. Maar ik zit anders in elkaar. Ik houd er gewoon van om dingen te doen waarvan het onmogelijk lijkt. Dat is voor mij de grootste motivator, trekt me gewoon aan. Ik jaag graag op dingen die heel moeilijk lijken. En wellicht is dat mijn geheim achter het succes om zo’n dingen dan net wel te realiseren.’
‘Ongetwijfeld had ik mijn beste conditie ooit in deze Tour’, eindigde hij. ‘Behoudens mijn knieblessure vlak voor de Tour had ik eigenlijk de perfecte voorbereiding en dat was de eerste keer ooit dat ik hier zo goed aan de start kon verschijnen. In 2020 had ik ook een uitstekende voorbereiding, maar het verschil is gewoon dat ik intussen een sterkere renner ben geworden (in 2021 was z’n voorbereiding niet ideaal door een blindedarmoperatie in mei, red). Maar om je vraag te antwoorden: neen, ik denk niet dat mijn derde week mijn beste week was in de Tour. De eerste week is voor elke renner de beste week in de Tour, want je wordt niet echt beter in zo’n Ronde van Frankrijk. Alleen kon ik door die goede conditie mijn niveau blijven aanhouden. Als je echt top bent, herstel je ook beter en word je minder snel moe dan andere renners. Dat maakte het verschil en die voorbereiding is dus voor herhaling vatbaar.’