
Als Wout van Aert nog een kasseimonument wil winnen, zal het in Parijs-Roubaix moeten gebeuren
Na zijn vijftiende plaats in de E3 Saxo Classic 2025, op bijna drie minuten van winnaar Mathieu van der Poel, lijkt Wout van Aert nog ver verwijderd van zijn topvorm. Met nog maar een week tot de Ronde van Vlaanderen is de conclusie onvermijdelijk en hard: Van Aert zal allicht zijn voorjaar moeten redden in Parijs-Roubaix, de enige kasseiklassieker waar zijn huidige vormpeil en fysieke profiel hem nog een kans geven op winst.
Toen Wout van Aert vorig jaar in Dwars door Vlaanderen snoeihard op de betonweg belandde en zijn voorjaar uiteen zag spatten, was de ontgoocheling bijzonder groot.
De Kempenaar had fysiek en mentaal een heel goede winter doorgemaakt en op een hoogtestage van drie weken op de Teide er de laatste scherpe kantjes afgevijld. Nooit stond hij – op alle vlakken – zo scherp: qua conditie, qua gewicht (77 kilo, zoals zijn laagste gewicht in de Tour) en mentaal.
In de E3 Classic verloor hij wel van Mathieu van der Poel, maar zonder een slipper op de Paterberg had hij de Nederlander wellicht kunnen volgen tot in Harelbeke. Wat hij daarna had kunnen doen in de Ronde en Roubaix, zullen we nooit weten.
Vandaag, een jaar later, is de realiteit heel anders. Van Aert heeft niet alleen een lange revalidatie achter de rug na zijn val in Dwars door Vlaanderen, maar ook een nog langere herstelperiode na een nieuwe crash in de Vuelta.
🚴🇪🇸 | Wat een onwaarschijnlijke domper voor Wout van Aert, Visma | LAB en alle wielerliefhebbers. Van Aert heeft te veel last van de tweede val en gaat niet meer verder in Spanje. 😢 #LaVuelta24
— Eurosport Nederland (@Eurosport_NL) September 3, 2024
📺 Stream koers op HBO Max pic.twitter.com/ITVh6YZvQb
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Tijdens de eerste voelde hij zich naar eigen zeggen meer een patiënt dan een sporter. Toen kwam hij na zijn eerste langere trainingen thuis en zat hij soms helemaal verkrampt in zijn zetel, omdat hij heel lang last bleef hebben van zijn ribben. Zijn zoontjes kon hij zelfs amper vasthouden.
‘Op die momenten is het moeilijk in te zien dat je voor je plezier fietst’, zei Van Aert daarover begin dit jaar tegen de Nederlandse krant NRC.
Terugkomen moeilijker dan ooit
De tweede revalidatie hakte er mentaal nóg zwaarder in bij de Kempenaar. Hij gaf zelf toe dat hij moeite had om de motivatie terug te vinden.
Ook omdat het langer duurde voor zijn knie voldoende hersteld was om weer écht te kunnen trainen. ‘Het is moeilijker dan vroeger om terug te komen. Het stapelt zich gewoon op. Als je de eerste keer valt, dat maakt elke renner wel mee. Dan sta je op en ga je door. Maar als het je vaker overkomt, zeker als het zo stevig is als dit jaar, dan wordt het moeilijk om aan de kant te schuiven’, vertelde Van Aert tegen NRC.
Dankzij zijn familie en zijn ‘topsportgevoel’ vond hij het plezier terug. Maar hij begon wel aan zijn voorbereiding op het wegseizoen met een conditionele achterstand – zeker in vergelijking met de vorige winter – en met een hoger gewicht, meer dan 80 kilo.
Milaan-Sanremo opofferen: een noodzakelijk kwaad
Een achterstand die zichtbaar werd in zijn eerste wegkoersen: de Clásica Jaén, de Ronde van de Algarve, de Omloop Het Nieuwsblad en Kuurne-Brussel-Kuurne. Hij werd wel tweede in een lastige tijdrit in de Algarve, maar kon in de andere koersen nooit echt het ritme en de juiste explosiviteit vinden, mede door slechte positionering voor de cruciale punten.
Drie weken op de Teide moesten soelaas brengen. Van Aert trainde er intens: 82 uur en 55 minuten in het zadel, goed voor 2304 kilometer en bijna 60.000 hoogtemeters – alsof hij 37 keer de Mont Ventoux beklom.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
De hoogtestage moest zijn moreel en fysiek opkrikken richting de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en zijn daaropvolgende doel: ritten winnen in de Giro, die begin mei al begint. Milaan-Sanremo opofferen was dus een noodzakelijk kwaad.
De valpartij in de Vuelta blijft nog een beetje hangen
De Belgische wielerfans hoopten na zijn hoogtestage dat Wout van Aert in de E3 Classic Mathieu van der Poel op zijn minst weer kon bedreigen.
In Het Nieuwsblad temperde zijn trainer Mathieu Heijboer vrijdag echter de verwachtingen.
Ja, Van Aert had op Tenerife uitstekend kunnen trainen en voelde zich heel goed, maar dat zijn renner zijn beste vorm ooit te pakken had – zoals vorig jaar dus – dat kon Heijboer niet bevestigen. De reden: de Kempenaar draagt nog de gevolgen van zijn ‘niet ideale voorbereiding’, waarbij de val in de Vuelta ‘nog altijd een beetje blijft hangen.’
Van Aert zelf zei eind december, tijdens zijn korte veldritcampagne, dat hij nog bezig was om zijn geteisterde rechterbeen ‘weer even sterk te krijgen als zijn linkerbeen’.
Heijboer wilde evenwel niet panikeren, ook niet als Van Aert nog niet op zijn best zou zijn in de E3 Saxo Classic.
Te ver op de Taaienberg
Dat was hij, als ex-tweevoudig winnaar, inderdaad ook niet. Weer kwam hetzelfde probleem van het openingsweekend terug: te ver gepositioneerd bij een cruciaal punt, deze keer de Taaienberg.
Allicht deels een gebrek aan vertrouwen op de fiets, wat perfect logisch is na twee zware valpartijen met verstrekkende gevolgen. ‘We hebben er met Wout over gesproken om te zorgen dat het hem niet meer overkomt’, zei Heijboer in het interview met Het Nieuwsblad.
Maar dat was dus wel het geval. Al heeft dat ook veelal te maken met niet goed genoeg zijn. Rechtuit als hij altijd is, gaf Van Aert dat al toe na het Belgische openingsweekend. En ook na de E3 Classic. Zo simpel en hard kan wielrennen zijn.
Volgens Van Aert heeft hij daarna, op de Oude Kwaremont, nog geprobeerd om weg te rijden met Florian Vermeersch.
Dat klopt. En zelfs snel op basis van zijn Strava-tijd: een 10-tal seconden trager dan Van der Poel (3’10” vs. 3’00”), maar wel 5 en 10 seconden rapper dan respectievelijk Pedersen en Ganna. Met die nuance dat die een kleine 40 kilometer ervoor vol in de aanval hadden gereden.
Daarna kregen Vermeersch en Van Aert, volgens die laatste, ‘geen ruimte’. Een groep van acht renners kwam samen, met onder meer ook Visma-ploegmaat Tiesj Benoot, Nils Politt en Matteo Trentin.
In die groep moest Van Aert volgens HLN passen toen ploegmaat Tiesj Benoot versnelde op de laatste helling, de Tiegemberg. Op basis van hun Strava-tijden was dat ook zo.
Uiteindelijk werden de acht ingehaald door een achtervolgend pelotonnetje en finishte Van Aert in Harelbeke als 15e, in een groep van 47 renners, inclusief de 20-jarige Belgen Vlad Van Mechelen en Steffen De Schuyteneer.
De kloof met winnaar Mathieu van der Poel? 2 minuten en 43 seconden. Dat is het op één na het grootste verschil ooit met de Nederlander in de 31 eendagskoersen die beide rivalen samen hebben afgewerkt.
Alleen in de Amstel Gold Race van 2019 was het nog groter. Daar won Van der Poel na een miraculeuze comeback en eindigde Van Aert als 58e, op 4 minuten en 19 seconden. Maar toen had hij nog verre van de status die hij nu heeft.
Op één na grootste kloof ooit met Mathieu van der Poel
Tenzij er een andere verklaring is – Van Aert postte tegen zijn gewoonte in niets op Strava in de drie dagen voor de E3 Classic – is de conclusie duidelijk.
Slecht is hij zeker niet, maar het verschil met vorig jaar en vooral met Mathieu van der Poel is te groot om nog te dichten in de acht dagen tot de Ronde van Vlaanderen, zowel qua conditie als qua gewicht.
Om de Nederlander, die wél beter is dan ooit, én die andere, lichtere superman, Tadej Pogacar, in de zware finale van Vlaanderens Mooiste te kunnen volgen én te kunnen kloppen had Van Aert de scherpste versie van zichzelf moeten zijn.
Maar dat is niet het geval, om de hierboven aangehaalde redenen.
En dus zit er maar één ding op. Hopen op Parijs-Roubaix. Anders dan in de Ronde van Vlaanderen is een hoger gewicht (dat daardoor gepaard gaat met een hoger energieverbruik op de steile hellingen) geen nadeel op de vlakke kasseien.
Mooie tijd tijdens het najagen van zijn dromen
Als Wout van Aert nog een kasseimonument wil winnen, zal het in de Hel van het Noorden moeten gebeuren. Al is positiekiezen ook daar belangrijk, en wachten ook dan Van der Poel én Pogacar.
Mogelijk zal hij ook de volgende jaren vooral op Parijs-Roubaix moeten focussen, want de intussen 30-jarige Kempenaar wordt er niet jonger op. En de zeer talentvolle jongeren schieten als paddenstoelen uit de grond.
Lukt het hem niet om zijn gegeerde kasseimonumenten op zijn erelijst te zetten, dan zal niemand hem een gebrek aan beroepsernst kunnen verwijten.
Of zoals Van Aert, met zijn kenmerkende nuchterheid, begin dit jaar nog zei: ‘Ik ben ambitieus, geloof in mijn kansen en het zal een grote opluchting zijn als het lukt, maar indien niet, dan heb ik gewoon een mooie tijd gehad tijdens het najagen van die dromen…’
De leider in Wout van Aert: ‘Een ploegmaat helpen winnen, daar krijg ik ook een kick van’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier