Jonas Creteur
‘Wout van Aert bewijst dat een kampioen geen smeerlap hoeft te zijn’
Het krachtigste wapen van een kampioen is het aanhoudende geloof in zijn eigen kunnen, wars van alle meningen van de buitenwereld. Nog meer dan zijn raketbenen is dát het middel waarmee Wout van Aert naar steeds grotere hoogtes vliegt.
Toen Wout van Aert zijn armen als vleugels spreidde, net voor de finish van de vierde Tourrit in Calais, had het niemand verbaasd als hij daarna ook effectief was opgestegen. Als een vogel fladderend en van bovenaf turend hoe de rest van het peloton in groepjes en druppelswijs achter hem arriveerde.
Nadat hij hen al een eerste keer had overvleugeld door na voorbeeldig teamwork weg te schieten op de Côte du Cap Blanc-Nez. Waar hij net voor de top ook al eens achterom had gekeken en vaststelde dat niemand nog in zijn wiel zat. Niet de net geloste Adam Yates, noch ploegmaat Jonas Vingegaard. Niet Primoz Roglic of Mathieu van der Poel. Zelfs niet Tadej Pogacar.
Onmogelijke solo
Dat was de onverwachte wending in het plan dat ze bij Jumbo-Visma vooraf hadden gesmeed. Een plan dat Van Aert voor de start nog met een pokerface afdeed als ‘we zullen zien’.
Een plan zoals hij en zijn ploegmaats al in Parijs-Nice hadden ontvouwd. Daar reden ze met hun drieën weg. Dat was ook nu een optie. Alleen vloog de Kempenaar zo rap dat níémand kon volgen.
Hij deed dat ondanks zijn 78 kg, vs. de 60 à 65 kg voor de lichtgewichtklimmers. Ondanks de recordwattages over één minuut die sommige Tourfavorieten achter hem trapten. Ondanks het vermoeden bij de concurrentie dat Jumbo-Visma en Van Aert effectief iets zouden proberen, zoals in Parijs-Nice.
Net dát maakt Van Aerts nummer zo groots: wegvliegen op een moment waar velen verwachten dat je het zal doen, maar met zoveel power en snelheid dat niemand je vleugels kan afknippen.
Onverbiddelijker worden
Het was nochtans een risico, om na de top van de Côte du Cap Blanc-Nez nog 10 km alleen tot de finish te moeten rijden. Zoals Van Aert achteraf ook zelf aangaf: ‘Op papier leek het onmogelijk om solo te gaan.’
De Kempenaar riskeerde het. Omdat hij niet opnieuw wilde verslagen worden in een sprint, grapte hij. Maar vooral omdat hij het rotsvaste geloof, de trots en het vuur in zich had dat hij het ‘onmogelijke’ toch zou kunnen realiseren. Een panachenummer voor de eeuwigheid, solo vliegend in de gele trui.
Nochtans klonk er hier en daar wat scepsis, na al zijn tweede plaatsen. Niet alleen in de Tour, ook op andere grote afspraken. In een Vlaamse krant werd zelfs geponeerd dat hij meer een smeerlap, wat sluwer en onverbiddelijker moest zijn, niet té veel gentleman. Want, zo luidde het, hij is altijd zo lief en vriendelijk, meneer, na de eerste f*ck na weer een tweede plaats.
De critici gaan voorbij aan het uitzonderlijke van die tweede plaatsen: in een tijdrit, tegen de beste hardrijders, en in twee massasprinten, tegen de snelste sprinters.
Iets was Wout van Aert zelf ook heel goed besefte. Het kwam erop aan om de frustratie van die net niet-zeges het vertrouwen in zichzelf en in zijn benen niet te laten aantasten. Hij wist dat er betere kansen zouden volgen.
Rust bewaren
Net dat is Van Aerts grootste kracht: het omzetten van die knop. Telkens weer vooruitblikken en de rust bewaren, na elke ‘nederlaag’, of na een zware crash in de Tour, een blindedarmontsteking of een coronabesmetting voor de Ronde van Vlaanderen.
Een smeerlap hoef je daarvoor niet te zijn, want die putten te veel uit de verkeerde motivatiebron: die van de frustratie. Terwijl de altijd relativerende Kempenaar focust op wat hij béter kan doen om wél te winnen.
Een les die hij leerde als jonge en zelfs oudere crosser, toen hij vele malen achter Mathieu van der Poel reed. Heel vaak vruchteloos. Soms met succes, niet toevallig op de WK’s.
Hij bleef altijd doorbijten, altijd strijden. Tot het wel lukte.
Ook dát is onverbiddelijkheid. En dat past Van Aert nog altijd toe, ook na drie tweede plaatsen.
Dat hij daarbij veel meer een gentleman dan een smeerlap is, maakt hem net de alom geliefde kampioen die naar steeds grotere hoogtes vliegt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier