Maxim Van Gils kende een sterk 2024 een deed een opgemerkte transfer: ‘Niemand heeft daarbij verloren’

Een uitstekend 2024 leverde hem een toptransfer op naar Red Bull-BORA-hansgrohe. Het vertrek bij Lotto verliep op z’n zachtst gezegd niet geruisloos, maar Maxim Van Gils (25) begint met dezelfde ingesteldheid en met nog meer ambitie aan het nieuwe seizoen.
‘Van praatvaardige lookalike van Jommeke tot weinig ontziende kerel, het duurde maar een jaar.’ Zo stond het eind vorig jaar in de column van Michel Wuyts in Het Laatste Nieuws. De wielercommentator hekelde Maxim Van Gils, die hij opportunisme verweet bij zijn overgang van Lotto naar Red Bull-BORA-hansgrohe. Wuyts’ scherpe woorden waren ook ingegeven door de manier waarop Van Gils omging met de veelbesproken valpartij tijdens de dertiende rit in de Ronde van Frankrijk.
In de vergelijking met de stripfiguur gecreëerd door wijlen Jef Nys kunnen we ons meteen vinden wanneer we Van Gils ontmoeten. Het beeld van een weinig ontziende kerel is echter niet wat we overhouden aan het interview, waarvoor hij ruim de tijd neemt en waarin hij zelfverzekerd, maar ook doordacht, joviaal en goedlachs elke vraag beantwoordt. Van Gils, die vorig jaar het ene topresultaat na het ander bij elkaar fietste, lijkt meer dan alleen maar fysieke gelijkenissen met Jommeke te vertonen.
Vertrekt Maxim Van Gils bij Lotto en voor welke ploeg kiest hij? Het was dé hamvraag, hét transferverhaal tijdens het tussenseizoen. Waarom werd het uiteindelijk Red Bull-BORA-hansgrohe uit het best omvangrijke lijstje met geïnteresseerde ploegen?
Maxim Van Gils: Ik heb nog met enkele andere teams gepraat, dat klopt. Het was een drukke periode, ja… (grijnst) Het financiële speelde uiteraard een rol bij mijn keuze om te vertrekken bij Lotto – in de relatief beperkte tijd die een professionele wielercarrière duurt, moet je daaraan denken. Maar de andere geïnteresseerde ploegen zaten wat dat betreft op dezelfde golflengte. Geld was dus zeker niet de doorslaggevende factor. De uitstraling van Red Bull-BORA-hansgrohe sprak mij enorm aan en ze zijn super gemotiveerd om de beste ploeg ter wereld te worden. Momenteel is dat UAE, waarmee ik ook gesprekken voerde, maar ik vind het leuker om bij een team te horen dat nog volop wil en kan groeien.
Wielrenner Maxim Van Gils verbreekt contract: waarom Lotto Dstny en de UCI een transfer niet kunnen tegenhouden
Je had nog een verbintenis bij Lotto en moest met andere woorden je contract verbreken. Hoe was dat voor jou?
Van Gils: Het is nooit leuk om iemand teleur te stellen. Emotioneel voelt het allicht anders aan bij mijn vorige ploeg, maar ik denk niet dat er in deze zaak verliezers zijn. Ik kreeg een beter contract bij een betere ploeg, die op haar beurt de renner kreeg die het wou, en Lotto kreeg een mooie som geld.
Een contractverbreking gebeurt zelden in het wielrennen en wordt ook niet op applaus onthaald. Je kreeg daarvoor veel kritiek. Heeft dat jou geraakt of veranderd?
Van Gils: Op een bepaald moment zag ik elke keer dat ik Facebook opende een ander artikel over mij verschijnen, meestal met een negatieve ondertoon. Zoiets raakt je natuurlijk wel, ook al hield veel van wat er geschreven werd weinig steek. Maar goed, dat hoort er nu eenmaal bij als je aan topsport doet en in de schijnwerpers staat, zeker? Veranderd ben ik niet, ik sta altijd positief in het leven. Het belangrijkste vind ik dat mijn familie en vrienden tevreden zijn over mij en dat ik mij verder kan ontplooien bij mijn nieuwe werkgever.
Hoe anders waren de eerste maanden bij je nieuwe ploeg dan je gewend was bij Lotto?
Van Gils: Voor de feestdagen hielden we een eerste trainingsstage op Mallorca. Ondanks het feit dat ik pas eind november weer was beginnen te fietsen, bleek mijn basisconditie meer dan behoorlijk. We deden meteen stevige trainingen, die toch een verschil hebben gemaakt. Terug in België had ik meteen een goed gevoel. Nu, België: als ik thuis ben – ik woon vlak bij de grens – ga ik zo goed als altijd in Nederland trainen. Hier moet je vaak stoppen aan verkeerslichten of kruispunten, terwijl je in de Nederlandse polders gewoon kunt doorrijden. Je hebt er ook veel meer en betere fietspaden. Terugkomend op je vraag: bij Lotto gingen we voor Nieuwjaar niet op stage. Nu dus wel, wat maakte dat ik mij in december sterker voelde dan in de jaren voordien. De afgelopen seizoenen werkte ik met Michel Geerinck als trainer, nu met een coach van de ploeg, Dan Lorang. Ze hebben met elkaar overlegd, waardoor de trainingen gelijkaardig zijn. Net als ik weten zij wat voor mij werkt.
‘Vorig jaar won ik twee keer meteen nadat ik terugkwam van hoogte. Voor de Waalse klassiekers hoop ik dit jaar op hetzelfde.’
In een portret dat de Gazet van Antwerpen over jou maakte, stond volgende uitspraak: ‘Voor het seizoen schrijf ik altijd een paar doelstellingen op.’ Welke doelstellingen heb je voor 2025 genoteerd?
Van Gils: Eerst en vooral zal het moeilijk zijn om even goed te presteren als vorig jaar. Als ik gelijkaardige resultaten kan neerzetten, zal ik al tevreden zijn, maar als sporter wil je altijd progressie maken. De Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik heb ik met stip aangeduid. Het zijn prachtige klassiekers met als surplus dat ze in eigen land plaatsvinden. Dat is toch net iets anders dan bijvoorbeeld Milaan-Sanremo.
Ook de Ronde van Vlaanderen is in eigen land. In de voorbeschouwing op het seizoen in dit magazine stelt Sep Vanmarcke: ‘Zet Maxim Van Gils aan de start in Harelbeke of zelfs de Ronde van Vlaanderen en hij doet mee voor een dichte ereplaats. Hij kiest voor de Ardennen, maar het is nog afwachten of dat de juiste keuze is.’ Wat vind je daar zelf van?
Van Gils: Ik zou heel graag een keer deelnemen aan de Ronde van Vlaanderen, maar het probleem is de timing. Als Tadej Pogacar valt in de Ronde en hij moet daardoor de Waalse klassiekers aan zich laten voorbijgaan, dan is dat voor hem geen ramp. Hij is zo getalenteerd, hij kan een heel jaar topresultaten neerzetten en de Tour is voor hem het summum. Voor mij zijn de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik de wedstrijden die mij het beste liggen, daar ben ik van overtuigd. Om die optimaal voor te bereiden trek ik op hoogtestage op het moment dat de Ronde van Vlaanderen gereden wordt. Vorig jaar won ik twee keer meteen nadat ik terugkwam van hoogte, in de Ruta del Sol en de GP van het Kanton Aargau. Ik hoop dit jaar op hetzelfde. (grijnslachje)
In de Waalse klassiekers gaat ook ene Tadej Pogacar aan de start staan. Leeft het stilaan bij de andere renners dat je dan rijdt voor de tweede plaats?
Van Gils: Tadej heeft al aangetoond dat hij enorm sterk is en moeilijk te verslaan, maar je moet er toch van uitgaan dat je hem op z’n minst kunt volgen. Vooraf al denken dat het niet lukt om een wedstrijd te winnen waarin hij meerijdt, dat doe ik zeker niet. Start je met die ingesteldheid, dan zal het effectief nooit lukken. Hoe lastig het ook is met hem erbij, ik ga ervoor.
Wereldkampioen Tadej Pogacar: een portret van een zorgeloze kannibaal
Er staat geen grote ronde op je programma dit seizoen. Waarom niet?
Van Gils: Na het voorjaar wil ik een tweede keer pieken naar het einde van het seizoen. De Dauphiné rijd ik als opbouw om via de Rondes van Polen en Duitsland de topvorm te vinden voor de WorldTourklassiekers in Canada. Daar ik wil scoren en die conditie wil ik dan doortrekken naar het WK en de Ronde van Lombardije. Een grote ronde past daar voor mij niet in. Eerlijk gezegd doe ik dat ook niet zo heel graag. Voor een grote ronde kijk ik uit naar de start, maar na een dag of vier kijk ik al uit naar het einde.
Je spreekt van het WK, dat in Rwanda plaatsvindt. We lazen in een eerder interview dat je daar niet naartoe wou.
Van Gils: Dat was mijn eerste idee, ja. Ik vind het super mooi voor het wielrennen en voor de fans ginder dat het WK in Rwanda plaatsvindt, maar er zijn een paar zaken die me deden twijfelen: na een verre reis ben ik meestal vermoeid, ik ben geen grote fan van vaccinaties en ik heb een vrij gevoelige maag die soms slecht reageert op andere voeding. Serge (bondscoach Serge Pauwels, nvdr) vertelde me ondertussen dat de vluchttijd meevalt en dat we voor een nachtvlucht zouden kiezen. Bovendien zouden de hotels prima zijn. Die informatie stelde me wel gerust.
‘Een grote ronde rijd ik niet zo heel graag. Ik kijk altijd wel uit naar de start, maar na een dag of vier kijk ik al uit naar het einde.’
‘Het zal moeilijk zijn om even goed te presteren als vorig jaar’, zei je net. 2024 was voor jou inderdaad wat ze noemen een boerenjaar. Over welke wedstrijd was je het meest tevreden?
Van Gils: Puur qua gevoel over de Strade Bianche, want daar had ik de beste benen. Ook het jaar voordien voelde ik me in die koers al op mijn sterkst, maar toen kampte ik met materiaalpech. Mijn minst goeie dag vorig seizoen kende ik waarschijnlijk in de Amstel Gold Race. Tijdens de wedstrijd kon ik de knop gelukkig al meteen omdraaien richting de Waalse klassiekers. Met de uitslagen die ik daar reed, was ik uiteraard heel blij, maar winnen is altijd het mooiste. Puur qua resultaat stond Eschborn-Frankfurt, een WorldTourwedstrijd, vorig seizoen daarom op nummer één.
Je won daar de sprint van een 35-koppig peloton. Verraste jou dat?
Van Gils: Nee, ik had er wel vertrouwen in, want ik weet dat ik niet traag ben aan de meet na een lastige koers. Daarom was ik teleurgesteld na Milaan-Sanremo. In het groepje waarmee we daar naar de finish reden, had ik gehoopt dichter te eindigen.
Nadat je in 2023 al een keer tweede was geëindigd in de etappe naar de Grand Colombier, trok je vorig seizoen naar de Tour met de ambitie om een rit te winnen. Hoe blik je terug op je tweede deelname aan de Ronde van Frankrijk?
Van Gils: Met mijn conditie zat het goed, wat ook al wel bleek tijdens het openingsweekend in Italië. Uiteindelijk was het een ontgoocheling dat ik voor de tweede keer in mijn carrière (na de Vuelta in 2022, nvdr) met ziekte uit een grote ronde moest stappen.
Behalve die opgave was er ook de valpartij in Pau, met Amaury Capiot als grootste slachtoffer, waarvoor je beboet werd.
Van Gils: Dat was jammer, absoluut. Ik respecteer dat sommige mensen er anders over denken, maar voor mij blijft het in de eerste plaats een spijtig koersongeval. De commissarissen hebben ons achteraf gezegd dat ik niet in de fout was gegaan. Hoewel ik een boete ontving, werd ik niet gedeclasseerd. Dat zegt toch iets, niet? Nadien hebben Amaury Capiot en ik constructieve berichten naar elkaar gestuurd. Ik dacht dan ook dat de storm gaan liggen was, tot ik half december een interview met hem las op Sporza.
Daarin zegt hij: ‘Er zijn geen excuses aangeboden. Dat typeert wel een beetje de persoon Maxim Van Gils zoals ik hem ken.’ Mogelijk verwijst hij daarmee naar een eerder incident. In een van de slotwedstrijden van het seizoen 2023, het Japan Cup Criterium, deelde je na de finish een klap uit op de helm van Georgios Bouglas, omdat die jou in de sprint bijna ten val had gebracht.
Van Gils: Naar wat Amaury Capiot bedoelt met zijn uitspraak, heb ik het gissen. Als ik een fout bega, zal ik me daarvoor excuseren. Dat heb ik ook onmiddellijk gedaan na die wedstrijd in Japan en ik accepteerde de terechte sanctie die de UCI me daarvoor oplegde. Mijn reactie was fout. In de Tour gold dat niet. Tijdens een koers strijd ik voor elke plaats, maar ik ben zeker geen gevaarlijke renner. Nu, ik hoop dat Amaury Capiot volledig hersteld is van die val. Verder is dat incident voor mij afgesloten.
Goed, iets anders dan. Naast de hoogtestages die je inplant, train je ook geregeld in de Alpen. Voor wie het nog niet weet: leg eens uit hoe dat komt?
Van Gils: Mijn vriendin, die ik drie jaar geleden leerde kennen tijdens het Critérium du Dauphiné, woont in Grenoble. Naast de wedstrijden en trainingskampen probeer ik ook geregeld naar Grenoble te gaan. Het weer en de bergen zijn een extra troef, want ze stellen me in staat om er goeie trainingen af te werken.
Geen spijt dat je niet wat beter opgelet hebt in de lessen Frans op de middelbare school?
Van Gils: Daar heb ik al een paar keer aan gedacht, ja! (lacht) Mijn Frans is niet super. School was nooit mijn ding. Ik volgde houtbewerking, maar niet met de bedoeling om er later iets mee te doen. De koers, daar leefde ik voor. Ik wist immers al snel dat ik daar mijn beroep van wilde maken. Eigenlijk heb ik er nooit aan gedacht om iets anders te doen.
Kreeg je dat met de paplepel mee?
Van Gils: Ja. Mijn vader fietste elke zondag recreatief, met een groep wielertoeristen, en zelf kreeg ik al op jonge leeftijd mijn eerste koersfiets. Op mijn negende of tiende ben ik met deze sport begonnen en ik had de microbe meteen te pakken. Als kind heb ik ook nog gezwommen en getennist, maar daarvoor bleek ik minder getalenteerd. Ik vond het bovendien niet zo interessant als wielrennen. Door mijn beperkte gestalte was ik bij de nieuwelingen nochtans niet succesvol, als lichtgewicht was ik benadeeld op de vlakke Vlaamse omlopen. Pas in mijn laatste jaar als junior, toen ik in het buitenland aan wedstrijden op heuvelachtige of zelfs bergachtige parcoursen meedeed, kwam ik aan de oppervlakte. Dat seizoen won ik de Classique des Alpes. Nu ik erover nadenk: dát was misschien wel mijn beste dag op de fiets tot nu toe, nog beter dan in de Strade Bianche de voorbije twee jaar.
Misschien was je zonder dat succes in de Classique des Alpes wel veldrijder geworden?
Van Gils: In de jeugdcategorieën focuste ik inderdaad even op de cross, maar zeker toen ik naar de beloften overstapte, heb ik mij op aanraden van Kurt Van de Wouwer volledig op de weg gericht. Voor dat advies ben ik Kurt heel dankbaar. Voor mijn televisietoestel volg ik het veldrijden graag, maar als ik die mannen bezig zie in de koude en de modder, dan vind ik het helemaal goed zo als wegrenner! (lacht)
Wielergids 2025: hoe Wout van Aert een leider werd en Lotte Kopecky haar grenzen wil verleggen
Wereldrecordhouder
Maxim Van Gils won vorig seizoen meteen zijn eerste wedstrijd. In de Ruta del Sol pakte hij de eindwinst. Die koers bleef, als gevolg van protesten van landbouwers, beperkt tot een tijdrit van vijf kilometer. Hoe is het om als wereldrecordhouder door het leven te gaan, namelijk als winnaar van de kortste rittenwedstrijd in de wielergeschiedenis? ‘Die zege sterkte mijn vertrouwen en motiveerde me extra voor de rest van het seizoen’, zegt Van Gils. ‘Ik zag het als een tienminutentest op een hellend parcours, toch altijd een goeie waardemeter. Anderzijds was het natuurlijk frustrerend dat we de andere dagen telkens te horen kregen dat we niet konden starten. Uiteindelijk had ik een hele winter getraind en had ik honger om weer wedstrijden te rijden en te weten waar ik stond. Het bleef beperkt tot opnieuw trainingstochten en daarvoor was ik niet naar ginder afgereisd. Maar goed, nu kijk ik er gewoon op terug als de start van mijn beste seizoen tot dusver.
Wielergids 2025
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier