Wielrenner Matej Mohoric: ‘De kloof met Van Aert en Van der Poel: wordt steeds kleiner’
Hij won Milaan-Sanremo en is de regerende wereldkampioen gravel, maar Matej Mohoric is er de man niet naar om alleen maar met de pedalen te spreken. De 29-jarige Sloveen wil ook maatschappelijk van betekenis zijn en mensen inspireren.
Toen wielerliefhebbers eind vorig seizoen op de sociale media hun eindejaarslijstjes uitwisselden, viel het op hoeveel eensgezindheid er bestond in de categorie ‘interview van het jaar’. Het flashinterview dat Matej Mohoric gaf na zijn ritzege in Poligny in de Ronde van Frankrijk, had duidelijk een plaats in het collectieve geheugen veroverd. Zelden had iemand zo treffend onder woorden gebracht hoe het voelt om een renner in het grootste wielercircus ter wereld te zijn.
‘Het feit dat mijn interview in de Tour mensen heeft geïnspireerd, maakt me blij’, vertelt de Sloveen van Bahrain Victorious een halfjaar later. ‘Sport heeft een plaats in onze cultuur om mensen te motiveren om zichzelf hoge doelen te stellen en te proberen dromen waar te maken. Wij zijn rolmodellen voor onze fans en volgers.’
Was je verrast over de impact van je interview?
MATEJ MOHORIC: Ik sprak vanuit mijn hart. Veel renners feliciteerden me en bedankten me ervoor dat ik had uitgedrukt wat ook zij voelden en dat ik onze sport eer had betoond. Dat ontroerde me. Ik denk dat veel renners heel wat empathie hebben voor hun concurrenten, het personeel en iedereen die zo hard werkt in de fietsindustrie. Alleen is het niet altijd eenvoudig om dat, na een urenlange inspanning, in een vreemde taal onder woorden te brengen. Ik ben blij dat ik uit naam van heel het peloton kon spreken. Maar ook van buiten het peloton kreeg ik deugddoende reacties, van mensen die zeiden dat ik mooi had beschreven hoe een team functioneert.
Je gaf ook uitdrukking aan je twijfels: ‘Soms heb ik het gevoel dat ik niet thuishoor in de Tour, dat ik niet goed genoeg ben voor dit niveau.’ Twijfel je vaak aan jezelf?
MOHORIC: Dat zou ik niet zeggen. Ik denk dat ik vrij zelfverzekerd ben, maar soms is het niveau zo hoog dat je denkt dat de anderen beter zijn. We zijn uiteindelijk allemaal maar mensen die hun best doen. Ik denk dat de meeste mensen op een bepaald punt in hun leven twijfels hebben, omdat de maatschappij zo snel evolueert en je soms het gevoel hebt dat het moeilijk is om bij te benen of het vereiste topniveau te halen. Het is geen eenvoudige tijd om in te leven, maar tegelijk ook een heel mooie tijd, want als je hard werkt, komen je dromen soms uit. Ik denk dat dat een belangrijk punt was om in de verf te zetten, niet alleen voor mij persoonlijk, maar voor alle mensen.
Je behaalde 23 profzeges tot dusver. Was je ritwinst in Poligny de overwinning die je de meeste voldoening schonk?
MOHORIC: Ik denk het wel, want ik was echt geëmotioneerd. Het was het einde van de Tour, zoals iedereen voelde ik me behoorlijk moe. De aanloop naar die etappe was heel stresserend geweest, omdat nog niet veel ontsnappingen tot het einde hadden gedragen en deze etappe voor de meesten van ons de laatste kans op ritwinst was. Er was dus veel druk. Niet vanuit de ploeg, want we hadden al twee etappes gewonnen (met Pello Bilbao en Wout Poels, nvdr), maar ik legde mezelf veel druk op omdat ik wist dat ik meer dan goed genoeg was om mee te dingen voor de overwinning. Het was best een teleurstelling geweest had ik ernaast gegrepen. Al die spanning kwam op het moment van mijn overwinning vrij.
Weet je, hoe ouder je wordt, hoe meer je beseft hoe moeilijk het is om zulke grote doelen te verwezenlijken, zeker voor een renner zoals ik. Ik ben fysiek niet de meest getalenteerde. Niet zoals Tadej Pogacar, die elke wedstrijd aankan en, tenzij er iets grondigs misgaat, waarschijnlijk ook nog eens wint. Ik moet harder en langer mijn best doen. Zo heb ik geleerd om dat soort momenten des te meer te waarderen.
Toen je in 2012 in Valkenburg wereldkampioen werd bij de junioren en het jaar nadien in Firenze opnieuw bij de beloften, gold jij als the next big thing van het peloton. Toch liet je doorbraak bij de profs lang op zich wachten.
MOHORIC: Onze sport was nog niet helemaal ontwikkeld. De ploegen waar ik voor uitkwam (Cannondale en Lampre/UAE Team Emirates, nvdr) hanteerden nog niet dezelfde wetenschappelijke benadering als Bahrain Victorious of andere topteams nu. Ik presteerde waarschijnlijk niet zo goed dan als ik vijf of zes jaar later prof zou zijn geworden. Vandaag is het veel makkelijker voor jonge renners om succesvol te zijn. Dat is ook de reden waarom jonge renners nu de grootste wedstrijden winnen: er zijn enorme stappen vooruit gezet qua voeding en training en er is meer ondersteunend personeel. Je krijgt als renner een beter overzicht en betere feedback van het team. Je hoeft alleen maar uit te voeren wat ze zeggen. Kijk naar Wout van Aert en Mathieu van der Poel: zij zijn ongeveer even oud als ik en hebben ook wat tijd nodig gehad om door te groeien op de weg.
Met welke ogen zou de negentienjarige neoprof Matej Mohoric naar de carrière kijken die je tot dusver hebt opgebouwd?
MOHORIC: Ik denk dat die trots zou zijn op wat ik heb bereikt. Ik ben vandaag in elk geval trots. Het was hard werken, maar ik focus vooral op het proces en niet per se op de resultaten. Mijn doel is altijd om mijn best te doen en zo hard mogelijk te werken. Dát maakt me gelukkig, niet het resultaat. Als ik hard werk en 27e word, is dat ook oké. Die insteek heeft me vaak gered, vooral in de jaren dat ik niet zoveel resultaten behaalde. Had ik alleen maar om overwinningen gegeven, dan zou ik waarschijnlijk moeite hebben gehad om gemotiveerd te blijven.
Zat je er niet mee dat je misschien nooit de top zou bereiken?
MOHORIC: Op een gegeven moment dacht ik dat ik nooit veel koersen zou winnen, maar dat maakte me niet uit. Ik genoot nog altijd van wat ik deed. Ik zou deze job blijven doen zijn zolang ik kon en ik ervan genoot.
Wat spreekt je zo aan in dit beroep?
MOHORIC: Ik hou simpelweg van fietsen. Ik was nog maar zes toen ik al op mijn mountainbike door het bos achter ons huis aan het crossen was. Door te fietsen voel ik me meer verbonden met de natuur. Ik hou ook van de adrenaline. Van het gevoel van vrijheid ook. En van tijd door te brengen met mijn vrienden, met wie ik vaak ga fietsen.
Als je jezelf vergelijkt met de beste klassieke renners ter wereld, zoals Mathieu van der Poel en Wout van Aert, wat is dan nog het verschil met hen?
MOHORIC: Afgelopen jaar waren zij fysiek sterker dan ik. In het verleden kon ik hen soms verslaan, maar zij bewezen keer op keer dat ze in de finale van een zware wedstrijd net iets betere benen hebben dan ik. Maar ik heb nog altijd vertrouwen in mezelf dat ik nog een beetje kan verbeteren en de kloof met hen kan dichten. Mijn data op training worden nog steeds beter. Ik heb ook het gevoel dat de kloof de laatste jaren almaar kleiner wordt. Hopelijk zet die trend zich door en kan ik misschien hun niveau bereiken.
Wat is jouw grootste wapen?
MOHORIC: Mijn mentaliteit. Ik ben behoorlijk zelfverzekerd en kan goed de wedstrijd lezen. Ik koers doorgaans efficiënt. Maar laat me op Zwift in de clinch gaan met Mathieu en meet enkel het vermogen, dan heb ik nul kans.
Waar komt die mentale kracht vandaan?
MOHORIC: Ik werkte nooit met een mental coach, maar als tiener las ik veel boeken over sportpsychologie. Er is geen specifiek boek dat me in het bijzonder heeft geïnspireerd of dat ik nu meteen kan aanbevelen, maar uit elk boek leer je wel iets. Ik was altijd vastbesloten om hoge doelen te stellen en mijn dromen na te jagen. Ik denk dat zelfvertrouwen ook komt door in harmonie te zijn met jezelf: door altijd hard te trainen, zo goed mogelijk je best te doen en trouw te blijven aan jezelf. En dat helpt je te genieten van wat je doet.
Wat is fysiek je sterkste wapen?
MOHORIC: Fysiek? Oei… (lacht) Bergaf rijden!
Naar verluidt haalde je ooit een topsnelheid van meer dan 120 kilometer per uur.
MOHORIC: Dat was mijn hoogste snelheid ooit op de fiets, ja. In de Ronde van Oostenrijk van 2014. Dat jaar waren er een paar ritten waarin iedereen meer dan 110 kilometer per uur haalde. Ik was gelost en probeerde terug te keren. Ik was toen nog niet zo voorzichtig als nu.
Voor een gewone sterveling oogt het nochtans zo voorzichtig niet. Jij lijkt ook nooit bang te zijn.
MOHORIC: Ik ben ook niet bang, omdat ik denk dat ik het veilig speel. Ik neem geen onnodige risico’s en blijf binnen mijn grenzen, ook al lijkt dat soms niet zo. Wat voor mij nog altijd comfortabel snel voelt, is voor de meeste mensen wellicht te snel.
Afgelopen seizoen was er die tragedie in de Ronde van Zwitserland, toen je ploegmaat Gino Mäder in de afdaling van de Albulapas noodlottig ten val kwam. Heeft die gebeurtenis jouw kijk op dalen veranderd?
MOHORIC: Nee, we denken dat het een ongelukkig toeval was, brute pech die iedereen eender waar kan overkomen. Zoals je van de trap kunt vallen, een auto-ongeval kunt hebben of wat dan ook. Hij had de pech dat hij bij zijn val met zijn achterhoofd tegen een steen stootte.
Hoe heb jij dat drama beleefd?
MOHORIC: Ik zat in de Ronde van Slovenië. We hoorden van de crash, maar dachten niet dat er iets bijzonders aan de hand was. Maar na de wedstrijd, bij de terugkeer naar het hotel, sloten de sportdirecteurs alle deuren van de bus en trokken ze een heel ernstig gezicht. Het was een serieus ongeluk, zeiden ze, al hadden ze nog geen details. De sfeer was met de klap bedrukt. De volgende ochtend kregen we dan het verschrikkelijke nieuws.
Alle omstandigheden in acht genomen is het team daar goed mee omgegaan. Ze hebben open gecommuniceerd en ons geadviseerd om zo veel mogelijk met elkaar te praten. Ze waren ook heel redelijk en accepteerden het als sommigen van ons uit de wedstrijd wilden stappen of zelfs meerdere koersen aan de kant wilden blijven. Het bracht ons als team dichter bij elkaar. Het hielp ons ook onze waarden opnieuw te evalueren: het deed ons beseffen waarom we dit vak doen en het spoorde ons ook aan om het nog beter te doen. Voor Gino, omdat die kans hem was ontnomen.
Heb je getwijfeld aan jouw liefde voor jouw vak?
MOHORIC: Ik ben verliefd op fietsen en zal dat altijd blijven. Ik accepteer dat het soms gevaarlijk kan zijn, maar ervaar het niet als gevaarlijk genoeg om er niet meer van te houden.
Wat zou je zijn geworden als je nu geen renner was?
MOHORIC: Waarschijnlijk ingenieur. Ik was graag naar de universiteit gegaan nadat ik mijn middelbare studies met brio had afgerond. Het was geen makkelijke beslissing voor mij om profrenner te worden. Ik nam er ook mijn tijd voor: ik had al van meerdere teams een aanbieding op zak, maar had een paar maanden bedenktijd nodig. Sommige leerkrachten waren nogal geschokt dat ik besloot om wielrenner te worden, maar ik ben blij met hoe het is gelopen.
Na je profcarrière kun je nog altijd naar de universiteit.
MOHORIC: Ik gaf mezelf destijds twee jaar om van het rennersbestaan te proeven. Maar nu, na een succesvolle carrière, denk ik niet dat ik nog tijd of zin zal hebben om universitaire studies aan te vatten. Ik heb te veel andere interesses en ideeën voor na mijn carrière.
Zoals?
MOHORIC: Het is nog te vroeg om te zeggen welke richting ik precies uit wil, maar ik zie mezelf wel in een rol bij het ondersteunend personeel van ons team, bijvoorbeeld als iemand die materialen test of misschien zelfs als coach of ploegleider. Ik zou het ook niet erg vinden om als lokale gids voor fietstoeristen te fungeren. Ik heb in mijn leven altijd al veel interesses gehad en ben ook niet bang voor de dag dat ik moet stoppen met koersen. Maar eerst wil ik nog een aantal jaar genieten van het wielrennen. Ik heb ook het gevoel dat ik mijn beste jaren als renner nog voor me heb.
Waar mik je komend seizoen op?
MOHORIC: In eerste instantie de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Van de monumenten liggen die twee mij het best, na Milaan-Sanremo, het monument dat al op mijn palmares staat.
In welke van de twee maak je het meeste kans?
MOHORIC: In Roubaix. De Ronde van Vlaanderen is te eerlijk. Het is een wielerwedstrijd en aan het einde wint Tadej of Mathieu. Het blijft misschien voor altijd een droom om ook die klassieker te winnen, maar als ik fysiek nog een tikkeltje beter word en de kleppers voor één keer niet zo’n begenadigde dag hebben, dan weet je het nooit.
In Roubaix is de lijst kanshebbers langer en wonnen in het verleden renners die niet per se de sterkste waren en dat jaar bijvoorbeeld ook nooit de Ronde van Vlaanderen hadden kunnen winnen. Dat komt ook doordat er in Roubaix zoveel mis kan gaan. Al is dat natuurlijk een tweesnijdend mes: twee jaar geleden werd ik zelf door pech gedwarsboomd. Die dag heb ik een aantal kilometer gedacht dat ik de koers kon winnen. Zonder die lekke band (toen hij in de finale op kop reed met Tom Devriendt, nvdr) had ik kunnen winnen. Of was ik op zijn minst tweede geworden (na Dylan van Baarle, nvdr) in plaats van vijfde. Het jaar voordien was ik de kamergenoot van Sonny (Colbrelli, nvdr) toen hij won. Die koers oefent dus een bijzondere aantrekkingskracht op mij uit.
Als je een kasseimonument wint, wat wordt dan je boodschap in het flashinterview na de finish?
MOHORIC: Geen idee. Ik denk over dat soort dingen op voorhand niet na. Ik weet niet welke emotie er dan door mij heen zal gaan of wat er in de wedstrijd zal zijn gebeurd. Ik spreek altijd vanuit mijn hart.
‘Mijn wereldtitel gravel is misschien de belangrijkste zege in mijn carrière’
Matej Mohoric realiseerde in 2023 naar eigen zeggen het beste seizoen uit zijn carrière tot dusver. ‘Vooral vanwege mijn wereldtitel gravel. Ik had de impact ervan niet verwacht. Voor de start zou ik je hebben gezegd dat de wereldtitel gravel belangrijk was, maar niet zo belangrijk als Milaan-Sanremo of ritzeges in de Tour. Nu denk ik daar anders over, zoveel aandacht was er voor mijn overwinning.’
De Sloveen verwijst niet alleen naar fietsconstructeur Merida, op wiens vraag hij aan het WK had deelgenomen en die ‘super blij’ was met zijn prestatie, maar vooral ook naar het publiek. ‘Ik was verrast dat zoveel mensen naar de wedstrijd hadden gekeken. Dankzij de moderne technologieën slaagt men er ook in om de wedstrijd aantrekkelijk in beeld te brengen. De graveldiscipline groeit snel en zal wereldwijd alleen nog maar populairder worden.’
Mohoric is van plan zijn regenboogtrui het komende seizoen een aantal keren te laten zien. ‘Ik was in mijn leven al twee keer wereldkampioen maar kon de trui nooit in een wedstrijd dragen (vooral omdat hij telkens overstapte naar een andere categorie, nvdr), maar die fout ga ik geen derde keer maken’, zegt hij lachend. De toevoeging van enkele gravelraces noemt hij de belangrijkste verandering aan zijn programma vergeleken met vorig jaar. De Sloveen is ook vastbesloten om op 6 oktober tussen Halle en Leuven zijn wereldtitel te komen verdedigen.