Rik Van Looy, de ‘keizer van Herentals’, was van de beste eendagsrenners ooit
Rik Van Looy is op 90-jarige leeftijd overleden, bevestigt burgemeester Herentals. De tweevoudige wereldkampioen was sinds kort ziek en ging snel achteruit.
Rik Van Looy was één der beste eendagsrenners ooit, dankzij zijn snelle spurt en tomeloze aanvalslust. De ‘Keizer van Herentals’ vond alle koersen belangrijk, en regeerde ze, zoals zijn bijnaam suggereert, niet zelden volgens het aloude principe ‘verdeel en heers’. De drijfveer van Rik II was niet alleen zijn ambitie en drang naar superioriteit, maar ook zijn wil om het (daarvoor dankbare) wielerpubliek te bekoren.
Rik Van Looy werd geboren op 20 december 1933 te Grobbendonk. Op zijn veertiende zegde hij de schoolbanken vaarwel en werd hij krantenbezorger. Rik II reed zijn eerste koers in 1948. Toen hij in 1953 profrenner werd, had Van Looy al meer dan honderd koersen gewonnen, waaronder twee keer het Belgisch kampioenschap. Mede met en dankzij zijn ploegleider Guillaume ‘Lomme’ Driessens was hij in 1955 de eerste renner in België die een extrasportieve sponsor wist te strikken, een beweging die ongeveer tegelijkertijd ook in koersmekka Italië was begonnen.
Net als zijn latere rivaal Eddy Merckx omringde Van Looy zich in zijn opeenvolgende ploegen met oersterke helpers – met als schoolvoorbeeld Edgard Sorgeloos – die de koers controleerden en die – als de ‘Keizer’ het liet afweten of een zeldzaam cadeau wou geven – een overwinning konden meepikken. Zijn Faema-ploeg en zijn ploeg Solo-Superia boezemden zo veel ontzag in dat zij de bijnaam ‘Rode Garde’ kregen.
Af en toe kreeg de eigenzinnige ‘Keizer’ het ook aan de stok met sponsors en/of de wielerbond. In zijn beginjaren moest Van Looy opboksen tegen die andere Rik, Rik Van Steenbergen, alias Rik I. Vooral voor wereldkampioenschappen was de rivaliteit tussen beide heren vlijmscherp. Ook hun supporters stonden lijnrecht tegenover elkaar. ‘Iemand die een cent had mogen opstrijken voor ieder glas bier geledigd bij al de discussies over de twee Rikken zou schatrijk zijn’, schreven Louis Clicteur en Lucien Berghmans in hun in 1966 verschenen boek ‘Rik Van Looy. Heerser en Verdeler’.
Later zag hij zijn hegemonie tenietgaan door de opkomst van Eddy Merckx, die aan zijn kort verblijf in de Solo-Superia ploeg van Van Looy op zijn zachtst gezegd geen beste herinneringen overhoudt. In 1956 schreef Van Looy hoe dan ook een eerste van drie keer Gent-Wevelgem op zijn naam, plus Parijs-Brussel.
Wie zijn hele loopbaan en 379 overwinningen op de weg overschouwt, stelt vast dat de ‘Keizer van Herentals’ de enige wielrenner is die de zes klassiekers buiten categorie (Luik-Bastenaken-Luik, Milaan-Sanremo, Parijs-Roubaix, Parijs-Tours, Ronde van Lombardije en Ronde van Vlaanderen) heeft gewonnen.
Milaan – Sanremo belandde in 1958 op het palmares van Rik II. Dat jaar werd hij in Housse een eerste van twee keer Belgisch kampioen. De Ronde van Vlaanderen en de Ronde van Lombardije eindigden in 1959 met een zegetuil voor de renner uit Herentals die in zijn echtgenote Mimi Mariën niet alleen de ideale rennersvrouw had. Zij zorgde ook voor wat glamour in en naast de koers. Datzelfde jaar zette hij vier etappes in de Ronde van Italië op zijn naam. Een grote ronde won hij nooit, maar wel een honderdtal ritten in allerhande rittenkoersen.
Toch eindigde Van Looy twee keer als derde in de Vuelta (1959 en 1965, plus puntenklassement in beide jaren) en sloot hij die Giro van 1959 op een vierde stek af. Hij betwistte slechts zeven keer de Tour, maar viel vijf keer uit. In 1963 was hij er volgens Clicteur en Berghmans van overtuigd te kunnen winnen. Hij behaalde uiteindelijk met een tiende plek zijn beste eindklassering in ‘La Grande Boucle’ en nam de groene trui mee naar huis.
Van Looy zette trouwens op een andere manier een stempel op grote rondes. Hij jakkerde met zijn tome- en soms roekeloze aanvallen het peloton zodanig af dat het schaakspel onder de favorieten onverwachte wendingen kreeg. Bang was hij ook voor niemand, ook niet voor Jacques Anquetil. In 1960 won de spurter Van Looy zowaar de bergtrui in de Ronde van Italië. Rik II mikte in het bijzonder op het wereldkampioenschap dat hij in 1960 en 1961 won. In 1961 voegde hij, net als in 1962 en 1965, Parijs-Roubaix aan zijn lijst van 482 zeges toe, net als Luik-Bastenaken-Luik.
Eén van de meest besproken momenten in zijn carrière was in 1963 wat men het ‘hoogverraad van Ronse’ heeft genoemd. Zoals Van Looy dat altijd wilde, had de hele Belgische ploeg hem – zelfs schriftelijk – trouw gezworen voor het WK in de stad waar zich 25 jaar later eveneens in de strijd om de regenboogtrui een nieuw drama afspeelde: de gecontesteerde val van Claude Criquielion. Van Looy zag zijn spurt ideaal gelanceerd door Gilbert Desmet. Maar tot consternatie van zowat de hele kosmos snelde gelegenheidsploegmaat Benoni Beheyt, die eerder te kennen had gegeven kapot te zitten, hem nog voorbij.
De ware toedracht van het exploot is nog steeds voorwerp van discussie, Beheyt werd de ‘Judas van het Belgische cyclisme’, schreven Aart Aarsbergen en Peter Nijssen in hun boek ‘De GROOTSTE wielerkampioenen’. Hoewel hij in het boek ‘Rik Van Looy 80’ van Mark Vanlombeek en Robert Janssens zei het later nooit meer met Van Looy over Ronse te hebben gehad, ontkende hij de gangbare mening dat de ‘Keizer’ hem nadien had geboycot. 1965 was, met winst in Parijs-Roubaix en etappezeges in Vuelta en Tour, een laatste ‘mini-boerenjaar’ voor Van Looy die van op de eerste rij de opkomst van Merckx meemaakte en daarmee niet kon leven.
In 1968 voegde hij, uitkomend voor de Nederlandse ploeg Willem II – Gazelle, nog die andere Ardennenklassieker, de Waalse Pijl, aan zijn palmares toe.
Van Looy schreef ook een dozijn zesdaagses, onder andere in Gent (1960 en 1961), op zijn naam. Hij vormde op de piste in het bijzonder team met de Nederlander Peter Post, maar ook met zesdaagsekoning Patrick Sercu en Willy Vannitsen. Terugkerend van een criterium in Valkenswaard zei Van Looy op 22 augustus 1970 tegen zijn vrouw: ‘ik koers niet meer’. En hij hield voet bij stuk.
Ook een afscheidskoers hield hij af. Van Looy heeft tijdens zijn wielerloopbaan, waarin hij ook geregeld opdook in reclame, goed verdiend en kon gaan rentenieren.
Hij startte een paardenmanège, was in 1972 assistent-ploegleider voor Goldor-Ijsboerke om de ploeg Ijsboerke van 1973 tot 1975 te leiden. De ex-renner was journalist voor Sport ’80 en stortte zich op het opleiden van jonge wielrenners, in het bijzonder in de Vlaamse wielerschool.
Zijn kleindochter Katrien koerste ook, maar stopte daarmee in 2012, het jaar dat haar vriend en wielrenner Rob Goris onverwacht overleed. In het najaar van 2002 plaatste de ‘Keizer van Herentals’ nog een voetnoot in zijn relatie met De Kannibaal. Hij kreeg plots weer zin in fietsen en ging een fiets kopen bij… Eddy Merckx.
Van Looy overleed in de nacht van dinsdag 18 op woensdag 19 december 2024.