Wereldkampioene Elisa Balsamo: ‘Na die titel was ik toch wat bang in de winter’
Ondanks haar jonge leeftijd toonde Elisa Balsamo (24) zich dit seizoen een waardige wereldkampioene. ‘Ik heb nooit al te fel het gewicht van die trui gevoeld.’
In haar linkerhand een boeketje bloemen, haar rechterhand op het hart, de ogen dicht, een UCI-mondkapje voor neus en mond en vooral een kersverse regenboogtrui om haar schouders. Voor haar profielfoto op Whatsapp heeft Elisa Balsamo het mooiste moment uit haar sportieve leven tot dusver gekozen: de podiumceremonie van de wegwedstrijd voor vrouwen elite op het WK van bijna een jaar geleden.
Balsamo (klemtoon op de eerste lettergreep) creëerde die zonnige zaterdagmiddag op de Geldenaaksevest in Leuven dé sensatie door levende legende Marianne Vos in de sprint naar de tweede plaats te verwijzen. ‘Het blijft emotioneel om de aankomst en vooral de podiumceremonie terug te zien: beelden die ik me de rest van mijn leven zal herinneren’, vertelt de inwoonster van Sarnico, aan de oevers van het betoverende meer van Iseo in het noorden van de Laars.
Balsamo was nog geen 24 en nog in dienst bij het bescheiden Valcar-Travel&Service toen ze naar de regenboogtrui sprintte. Ineens kreeg ze heel veel schijnwerpers op zich gericht, op een moment dat ze ook de opstap naar de WorldTour (Trek-Segafredo) zou maken.
Dat waren twee grote veranderingen in één keer voor een nog jonge atlete. Wat was de moeilijkste aanpassing?
Elisa Balsamo: ‘Dan toch de regenboogtrui aantrekken. Die trui dragen is een grote verantwoordelijkheid. Je kunt je wel een theoretisch beeld vormen van wat zo’n wereldtitel met zich mee zal brengen, maar je weet eigenlijk niet goed wat je te wachten staat. Sowieso is het ieder jaar al afwachten hoe de start van het seizoen zal lopen. Ik was dus toch wel wat bang afgelopen winter. Maar gelukkig schoot ik meteen goed uit de startblokken. In mijn eerste wedstrijd van het seizoen, de openingsrit van de Ronde van Valencia, sprintte ik meteen naar de overwinning.’
Het bleek de voorbode van een voorjaar waarin je met de Trofeo Alfredo Binda, Brugge-De Panne en Gent-Wevelgem drie grote eendagskoersen won. Hoe slaagde je erin om, ondanks je jeugdige leeftijd en nieuwe omgeving, het gewicht van de regenboogtrui schijnbaar moeiteloos te torsen?
Balsamo: ‘Dat positieve seizoensbegin gaf me vertrouwen. En de ploeg heeft me heel goed geholpen om met de druk om te gaan. Het is absoluut een voordeel in dit team omringd te zijn door grote kampioenen, meiden die zelf in het verleden al een WK hebben gewonnen en weten wat dat betekent. Sterke ploegmaats aan je zijde hebben zorgt er ook voor dat je de verantwoordelijkheden wat kunt delen en niet altijd gebukt moet gaan onder de druk om een resultaat te moeten neerzetten. Ik heb nooit al te fel het gewicht van de trui gevoeld en heb vooral geprobeerd om te koersen, het beste van mezelf te geven en plezier te hebben zoals altijd, los van de trui.’
Deze zomer won je twee etappes in de Giro, maar in de Tour bleef je met lege handen achter.
Balsamo: ‘In de Tour voelde ik me vanaf de eerste etappe wat vermoeid. Ik denk dat ik nog niet helemaal hersteld was van de Giro. Het was mijn eerste Giro, de eerste keer dat ik zo’n lange etappekoers reed. Er zaten maar twee weken tussen Giro en Tour. Aan de Tour houd ik gemengde gevoelens over: een rit winnen zat er niet in, maar ik heb geprobeerd er het beste van te maken met een tweede en een vierde plaats in een rit en door Elisa (Longo Borghini, nvdr) te helpen.’
Leven in het heden
Heeft de regenboogtrui je leven veranderd?
Balsamo: ‘Zonder twijfel. Er is veel meer aandacht, ik heb veel meer verplichtingen. Maar ik ben blij dat het me is gelukt een goed evenwicht te vinden en mijn leven zo normaal mogelijk te houden. Uiteindelijk ben ik nog altijd dezelfde Elisa, ik ben niet veranderd.’
Om dat evenwicht te vinden, laten steeds meer atleten zich mentaal begeleiden.
Balsamo: ‘Ik ook, maar nog niet lang. Ik doe sinds deze winter een beroep op een sportpsychologe binnen het team, Elisabetta Borgia. Ik voel me heel goed bij die samenwerking. Ik ben ervan overtuigd dat ze me een stap vooruit heeft helpen zetten.’
Ik durf nogal aan mezelf te twijfelen, al heeft mijn wereldtitel wel geholpen om meer in mezelf te geloven.’
Elisa Balsamo
Wat heeft ze jou bijgebracht?
Balsamo: ‘Het belangrijkste is misschien wel dat je in het heden moet leven, zonder te veel aan het verleden te denken of je te veel zorgen over de toekomst te maken. Je moet proberen zo goed mogelijk je best te doen voor wat je op het eigenste moment aan het doen bent. Daarom is het ook belangrijk dat je de juiste hoeveelheid tijd aan de fiets besteedt, maar daarna ook aan iets anders kunt denken, door bijvoorbeeld een hobby te beoefenen of tijd bij je familie en vrienden door te brengen. Op die manier vermijd je dat je aan de aanstaande wedstrijden zit te denken of over het mogelijke verloop ervan zit te tobben.’
Ben je van nature een zelfverzekerd iemand?
Balsamo: ‘Integendeel, ik durf nogal gemakkelijk te twijfelen aan mezelf. Al heeft mijn wereldtitel me wel geholpen om wat meer in mezelf te leren geloven. Maar ik heb dikwijls iemand nodig die me ervan overtuigt dat ik het kan, in de eerste plaats mijn vriend (pistier Davide Plebani, nvdr), maar ook mijn mental coach. ‘
Naar verluidt waren jouw tegenvallende resultaten op de Olympische Spelen vorig jaar een mentale kwestie. Zesde in de ploegenachtervolging was misschien nog ingecalculeerd, maar achtste in de ploegkoers en veertiende in het omnium was veel minder dan verhoopt.
Balsamo: ‘Fysiek was ik zeker klaar, maar mentaal was de aanloop erg zwaar en stresserend geweest. Als een atleet niet de gemoedsrust vindt, volgen ook lichamelijk de verhoopte prestaties niet.’
Wat scheelde er?
Balsamo: ‘Zonder in details te treden of iemand met de vinger te wijzen: het feit dat de namen van de geselecteerden slechts een paar dagen voor de start bekend werden gemaakt, was zeker niet de beste aanpak voor zo’n belangrijke afspraak als de Olympische Spelen.’
De selectieprocedure was voor het WK toch niet anders? Ook daar maakte bondscoach Dino Savoldi pas aan de vooravond de definitieve selectie bekend.
Balsamo: ‘Ja, maar je kunt dat niet vergelijken. Op de piste moet je trainen met de nationale ploeg, terwijl ik me voor het WK thuis had kunnen voorbereiden onder begeleiding van mijn eigen trainer en tussendoor aan wedstrijden had deelgenomen met mijn ploeg (Valcar-Travel&Service, nvdr). Dat was een totaal ander pad, lang niet zo stresserend.’
Zou je ook wereldkampioene geworden zijn zonder de ontgoocheling van Tokio?
Balsamo: ‘Die vraag heb ik me ook al gesteld. Vermoedelijk niet, denk ik. De vastberadenheid die ik daar aan de dag heb gelegd, kwam zeker ook voort uit de teleurstelling van de Spelen.’
Idool D’hoore
Op hetzelfde podium in Leuven waar jij de regenboogtrui in ontvangst mocht nemen, werd ook een eresaluut gebracht aan Jolien D’hoore, die een punt zou zetten achter haar rennersloopbaan. Naar het schijnt was zij jouw jeugdidool?
Balsamo: ‘Dat is zo. Ik heb altijd veel bewondering voor haar gehad. Toen ik op de middelbare school zat, moesten we voor ons eindexamen een gedeelte in het Engels presenteren. Ik heb toen Jolien een mail gestuurd met enkele vragen in het Engels die ze ook mooi heeft beantwoord. Op die manier kon ik het wielrennen binnensluizen op school.’
Waarvoor bewonderde je haar?
Balsamo: ‘Ze had toen net een olympische medaille gewonnen in het omnium in Rio. Ik zag in haar een voorbeeld omdat ze zowel op de weg als op de piste actief was. Ze was voor mij het bewijs dat je die twee disciplines succesvol kunt combineren. Ik herkende in haar ook eigenschappen van mezelf: zij was ook heel snel en tegelijk wist ze ook op strappi (klimmetjes, nvdr) haar streng te trekken.’
Die vaardigheden kwamen dit voorjaar tot uiting in je winst in Gent-Wevelgem, tevens de grootste klassieke zege op D’hoores palmares.
Balsamo: ‘Winnen in Wevelgem was tot dusver mijn mooiste moment in de regenboogtrui. Ik heb toen gezegd dat ik mijn lievelingskoers had gewonnen en daar blijf ik bij. Om te beginnen kom ik heel graag koersen in België, alleen al door het massale publiek en de unieke sfeer. Enkel wanneer het regent en koud is, vind ik het minder leuk. (lacht) Ik hou ook van de parcoursen bij jullie: de kasseien en i muri (hellingen, nvdr). In Gent-Wevelgem vind je die ook, maar zijn ze niet zo extreem als in de Ronde van Vlaanderen en liggen ze mij dus beter. Onderweg naar Wevelgem krijg je vaak ook waaiervorming. Ik hou van het spel met de wind. Kortom, Gent-Wevelgem heeft zowat alles waar ik van hou.’
D’hoore was in de Ronde van Vlaanderen zeven jaar geleden tweede, na Elisa Longo Borghini. Zie jij jezelf in staat om op een dag een monument als de Ronde of Parijs-Roubaix te winnen?
Balsamo: ‘Misschien zal ik de komende jaren ook naar die doelen proberen toe te werken, maar voorlopig is de overwinning daar niet meer dan een droom. Dat zijn zulke veeleisende wedstrijden. Bovendien heb je daar ook wat meeval nodig, vooral in Roubaix. Ik heb het geluk dat ik nog jong ben. Ik heb nog tijd.’
Je had het daarstraks over het combineren van weg en piste. Ben je van plan, nu Tokio achter de rug is, om dat te blijven doen?
Balsamo: ‘Zeker, en ik hoop nog zolang mogelijk. Ik zou het heel moeilijk vinden om te moeten kiezen, ik hou van beide disciplines evenveel. En ik ben er ook van overtuigd dat ze perfect compatibel zijn. Het biedt ook voordelen: de pistetrainingen zijn ook heel nuttig voor de weg, zeker als sprinter. Ze helpen je kracht en explosiviteit aan te scherpen.’
Waar plaats jij jezelf in de sprintershiërarchie?
Balsamo: ‘Wie is er het snelst? Ik denk dat het antwoord op die vraag afhangt van de periode en van de doelen die rensters zich stellen. We weten allemaal dat een atleet niet heel het jaar lang honderd procent in topvorm kan zijn. Sinds eind mei, begin juni staat er haast geen maat op Lorena Wiebes. Wellicht blijf ik er iets langer aanhangen dan zij op korte hellingen, terwijl zij dan weer iets explosiever is dan ik. Een sprint tegen haar is altijd een mooi gevecht. En winnen in de regenboogtrui blijft iets unieks.’
Hoe groot is de kans dat je eind september in Wollongong je wereldtitel kunt verlengen?
Balsamo: ‘Ik heb er vooralsnog niet te veel aan gedacht. De focus lag op Giro en Tour. Maar ik heb me wel al wat geïnformeerd over het parcours. Het ziet er uitdagend uit, lastiger dan in Leuven vorig jaar. Om eerlijk te zijn vrees ik dat het voor mij iets te zwaar is. Maar uiteindelijk, zo wil het cliché, zijn het altijd de renners die de koers maken. Ik geef me dus op voorhand zeker nog niet gewonnen.’
Passie voor letteren
Elisa Balsamo behoort tot de bollebozen van het peloton. Op de middelbare school volgde ze Latijn-Grieks (‘Ik ben gepassioneerd door de Griekse en Latijnse mythologie’) en eind juni slaagde ze voor Latijnse filologie, het laatste examen om haar bachelordiploma Moderne en Hedendaagse Literatuur aan de universiteit van Turijn te behalen. ‘Nu alleen mijn afstudeerscriptie nog.’
Balsamo is een boekenwurm. ‘Ik lees heel graag. Historische romans en waargebeurde verhalen zijn mijn favoriete genres. De Britse schrijver Ken Follett weet ik heel erg te waarderen. En mijn lievelingsboek is Novecento van mijn landgenoot Alessandro Baricco. ‘
Zelf neemt Balsamo ook graag de pen ter hand. Zo houdt ze op haar website een blog bij die ze tevens naar het Engels vertaalt. ‘Na mijn wielercarrière wil ik iets doen dat me toelaat om te schrijven of in het vak te blijven. Journaliste? Bijvoorbeeld!’
Hoelang ze nog blijft studeren, laat ze in het midden. ‘Misschien doe ik nog een paar jaar verder om na mijn bachelor- (drie jaar, nvdr) ook mijn masterdiploma (twee jaar, nvdr) te behalen. We zien wel.’
Van Chopin tot Freddie Mercury
In haar jeugd ontwikkelde Elisa Balsamo niet alleen haar wielertalent, ze liet ook die andere passie van haar niet onbeantwoord: muziek. ‘Ik heb jaren piano gespeeld, tot op mijn vijftiende of zestiende de combinatie met wielrennen niet meer haalbaar was. Net als sport vraagt muziek heel veel oefening. De piano heb ik in mijn ouderlijk huis achtergelaten, maar ik luister nog altijd heel graag naar pianomuziek. Frédéric Chopin is mijn lievelingscomponist.’
Haar muzieksmaak bestrijkt overigens een veel breder palet dan alleen maar klassiek, zo blijkt uit het antwoord dat ze op de website van Trek-Segafredo gaf op de vraag met welke drie mensen, dood of levend, ze weleens uit eten wil gaan. Naast Odysseus, uit de Griekse mythologie, en Frida Kahlo, de Mexicaanse kunstschilderes, noemde ze ook wijlen Freddie Mercury. ‘Queen is een van mijn favoriete bands. Ze hebben geschiedenis geschreven. Wat was het fantastisch geweest nog eens een liveconcert van hen te kunnen bijwonen.’