Welke conclusies kunnen we trekken uit het nieuwe Tourparcours?

© GETTY

De wielrenners en wielerliefhebbers weten waar ze aan toe zijn met het Tourparcours van volgend jaar. Maar wat moeten we onthouden? Een analyse.

1. Terugkeer van een gigant

‘Massifs attaques’, kopte het Franse blad L’Équipe daags na de voorstelling van het parcours van de Tour 2023, alluderend op de vele bergketens die de Ronde van Frankrijk volgende zomer zal doorkruisen. Vanuit het Spaanse Baskenland trekt het peloton vervolgens door de Pyreneeën, het Centraal Massief, de Jura, de Alpen om uiteindelijk nog te hopen op spektakel in het Elzas.

Het Baskenland zal een veeleisende opwarming zijn voor de Pyreneeën, die nog nooit zo snel in het parcours zijn opgenomen. De eerste week eindigt in het Centraal Massief op de top van de Puy-de-Dôme, een mythische beklimming die het decor was van een episch duel tussen Jacques Anquetil en Raymond Poulidor in 1964. De berg maakt nu zijn wederoptreden voor de eerste keer sinds 1988.

Met vier kilometer aan een gemiddeld stijgingspercentage van meer dan 12% is dit duidelijk de zwaarste klim van het Centraal Massief. Al 18 jaar beloofde Christian Prudhomme de terugkeer naar de Puy-de-Dôme. ‘Sommigen dachten dat het door de trein, die mensen naar de top brengt, niet meer mogelijk zou zijn. Dat lukt wel, maar in de laatste 4 km zullen er geen toeschouwers op de berg staan’, vertelde Prudhomme over de keuze voor de iconische berg.

Eddy Merckx zal niet met al te veel heimwee terugdenken aan de Puy-de-Dôme. Hij werd er, als leider in het algemeen klassement, namelijk op 11 juli 1975 fysiek aangevallen door een supporter die hem in de buik stompte. Het was de eerste keer dat de gele trui werd aangevallen door omstaanders.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
2. Recordaantal cols

De Tour van 2023 zal 30 of meer cols van tweede categorie bevatten. Een record… tenzij het weer zich ermee bemoeit, zoals in 2019 toen het record niet werd gebroken door de afgelasting van verschillende beklimmingen in de Alpen. De aangekondigde totale klimmeters zullen ongeveer 56.000 meter bedragen, 7.000 meer dan dit jaar, maar 2.000 minder dan in 2020, het jaar van Pogacars eerste overwinning.

Ondanks het grote aantal beklimmingen is de Tour van 2023 niet de meest bergachtige uit de geschiedenis en zal hij de pure klimmers niet bevoordelen, ook al spelen zij logischerwijs de hoofdrol. Er zijn slechts vier aankomsten bergop, maar het feit dat de Tour door alle Franse bergtekens trekt en er zo weinig tijdritkilometers zijn, geeft de indruk van een erg bergachtige Tour.

3. Zijn de sprinters weer vergeten?

Tijdens de presentatie van deze 110e Tour de France werden acht etappes als ‘vlak’ bestempeld. Al betekent dat niet dat het sprintersetappes worden. Op de officiële website staan er al maar zes als plat beschouwd en geen van hen ligt tussen de 11e en de 19e etappe. Zal het nodig zijn een team samen te stellen dat alleen op een grote sprinter rekent? Het wordt een riskante gok.

Hoeveel kansen krijgen sprinters als Fabio Jakobsen in de komende Tour?
4. Slechts 22 tijdritkilometers

Wie kloeg over het aantal tijdritkilometers in de Tour afgelopen zomer en op meer hoopte volgend jaar om Evenepoel naar Frankrijk te lokken, kwam donderdag bedrogen uit. Deze zomer werden nog 54 tijdritkilometers aangeboden, volgend jaar slechts 22. En dan zit er ook nog een klimmetje van 2.5 kilometer in, waardoor de echte specialisten niet echt blij zullen zijn. Wil de organisatie met deze keuze de Franse renners als David Gaudu, Romain Bardet of Thibaut Pinot bevoordelen?

5. Is Evenepoel overtuigd?

Na de presentatie van het parcours zei iedereen dat Remco Evenepoel in 2023 beter voor de Giro dan voor de Tour kan kiezen. De Italiaanse ronde biedt namelijk 70 km tegen de klok. De 22 tijdritkilometers in de Tour is volgens velen een naddel voor de wereldkampioen, al was Patrick Lefevere van een andere mening. ‘Ik denk dat mensen zich te veel richten op het feit dat Remco Evenepoel zogenaamd niet boven de 2000 meter kan koersen. Hij is ook in staat om andere etappes dan tijdritten te winnen. Zoals hij dit jaar heeft gereden, denk ik dat hij een renner is die in elke koers kan rijden.’

We kunnen de baas van Quick-Step geen ongelijk geven. Op basis van wat Evenepoel deze zomer in de Vuelta liet zien, zou hij ook in de Tour veel ruimte hebben om zich te uiten. Er zijn zeker enkele cols die hoger zijn dan 2000 meter, maar dit soort moeilijkheden zijn niet veel talrijker dan in de vorige Vuelta. En ook al telt de Ronde van Italië meer tijdritten, Evenepoel zal niet minder op zijn gemak zijn in de helse etappes van de laatste week, met name de verschrikkelijke etappe naar de Tre Cime de Lavaredo. Wordt het repertoire van Evenepoel niet wat onderschat?

Tussen de regels door kan men echter aannemen dat Lefevere zijn veulen niet zal opstellen voor de Grand Boucle. Waarschijnlijk zal hij weer vol voor een sprinter gaan met zijn poulain Fabio Jakobsen, al toonde die dit jaar zijn beperkingen bergop. Zal hij nog wel goed zijn nadat de eerste week hem al zwaar zal toetakelen? Zal Julian Alaphilippe het niveau vinden waarmee hij in 2019 twijfel kon zaaien bij de favorieten? Niets is zeker.

6. Hoogtepunt op de Col de la Loze?

De 17e etappe na de tijdrit in Combloux zou wel eens de mooiste van deze Tour kunnen zijn. Daarin vinden de favorieten op eindwinst in Parijs de beroemde Col de la Loze vinden, vooraleer we een duik van 7 km nemen richting Courchevel. De Col de la Loze is 28,4 km lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6%, maar de laatste vijf kilometers loopt dat op tot 10%. Met ook nog de beklimming van de Cormet de Roselende (19,9 km aan 6%) zal de Tour nog eens goed door elkaar geschud worden.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
7. Vuurwerk in het slot

De organisatoren hebben besloten te innoveren door de organisatie van het laatste bergduel van deze Tour niet toe te vertrouwen aan de Alpen of de Pyreneeën. In 2020 schreven de Vogezen met een tijdrit die eindigt op de top van de Planche des Belles Filles geschiedenis na een ongelooflijke ommekeer in het eerste puur Sloveense duel in de geschiedenis van de wedstrijd. Christian Prudhomme en zijn team hopen dit jaar op een soortgelijke sensatie door het parcours te kopiëren dat de vrouwen in hun Tour van 2022 werd aangeboden.

De 133 kilometer lange etappe biedt zes beklimmingen, waaronder de Petit Ballon en de Ballon d’Alsace. De herhaling van de cols na 3 weken koers doet ook denken aan de laatste etappes van Parijs-Nice en de Ronde van het Baskenland, vaak het decor van grote omwentelingen. Het valt nog te bekijken of degene die op 22 juli de kroon zal dragen deze nog in het absolute slot zal verliezen. In elk geval riskeert hij een lastige dag met een parcours waarop het moeilijk zal zijn om alles te controleren en waarop de durvers all-in kunnen kunnen gaan.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content