Waarom Tadej Pogacar ook de Giro rijdt: een keuze van het sentiment, het verstand en het geld

Tadej Pogacar kiest in 2024 voor de dubbel Giro/Tour. © Getty
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Opvallend nieuws, toen de Giro-organisatie zondagmiddag de deelname van Tadej Pogacar voor de editie van 2024 aankondigde. Toch is zijn keuze voor de dubbel met de Tour de France niet zo verrassend. Om drie erg uiteenlopende redenen.

1) Zijn sentimentele band met Italië

Tadej Pogacar groeide op in Komenda, een dorpje ten noorden van de Sloveense hoofdstad Ljubljana, een kleine twee uur rijden van de Italiaanse grens. Aangezien er in Slovenië weinig wielerwedstrijden werden georganiseerd, trok hij als jeugdrenner in het weekend vaak met zijn ouders of wielerclub naar Italië, om daar te gaan racen. Hij won er onder meer vermaarde rittenkoersen als de Giro della Lunigiana (bij de junioren) en de Giro della Regione Friuli Venezia Giulia (bij de beloften).

Als vijftienjarige wielerfan had Pogacar in 2014 ook de finish van de Girorit in Trieste, vlak bij de Sloveense grens, live meegemaakt. Hij zag er zijn landgenoot Luka Mezgec geschiedenis schrijven door als eerste Sloveen een Giro-etappe te winnen. Ondanks de felle regen die dag was het een onvergetelijke herinnering voor Pogacar, die na de finish bidons ging sprokkelen bij de renners.

Toen al droomde hij ervan om ooit de Giro te rijden. Een droom die hij twee jaar geleden, in 2021, wilde realiseren, maar die toen op een ‘njet’ stootte van zijn ploegmanager Mauro Gianetti. Die ging deze keer wel akkoord.

Extra reden om nu naar Italië te trekken: zoals de laatste jaren flirt de Giro van 2024 weer met de Sloveense grens, onder meer in de negentiende rit naar Sappada. Daar zullen ongetwijfeld veel Sloveense fans langs de kant staan. Zoals dit jaar in de tijdrit naar Monte Lussari, toen zijn landgenoot Primoz Roglic won en zo het roze pakte.

2) Het parcours en de afwisseling

In hetzelfde jaar zowel de Ronde van Italië als de Ronde van Frankrijk winnen, het is van Marco Pantani in 1998 geleden dat iemand daar nog in slaagde. Niet toevallig in een tijd waarin epo nog dagelijkse kost was in het peloton. Sindsdien, een kwarteeuw lang, konden slechts twee renners in hetzelfde jaar op het podium eindigen van zowel de Giro als de Tour. Chris Froome won de Giro in 2018 en werd derde in de Tour, Tom Dumoulin eindigde datzelfde jaar tweede in beide grote rondes.

Belangrijke nuance: in 2018 zaten er nog een kleine zes weken tussen het slot van de Ronde van Italië en het begin van de Ronde van Frankrijk. Meestal, en ook in 2024, krijgen de renners die de dubbel doen een week minder rust.

Toch waagt Tadej Pogacar zich aan beide grote rondes, terwijl hij vorig jaar nog zei dat top zijn in de Giro en de Tour ‘zeer moeilijk is’. Hij noemde het ’tijdverspilling’, en ‘mogelijk zelfs een bedreiging voor je carrière als je te diep moet gaan om de dubbel te realiseren.’

Dat hij het nu toch zal doen, heeft veel te maken met het parcours van de Giro en de Tour. Zelden is het verschil qua lastigheidsgraad tussen de twee rittenkoersen zo groot geweest. Tegen de traditie in telt de Ronde van Italië in 2024 slechts 42.900 hoogtemeters, het kleinste aantal van alle grote rondes in de laatste tien jaar.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Tourorganisatie ASO schuift de renners een veel lastigere editie voor de wielen, met ruim 53.000 hoogtemeters. Waaronder een bijzonder zware laatste drie dagen, inclusief een bergrit met drie cols boven de 2000 meter en een lastige slottijdrit naar Nice. Pogacar was wel blij met de zware openingsfase in Italië en de etappes op zijn trainingsterrein rond Nice, maar de glimlach van Jonas Vingegaard was bij de parcoursvoorstelling van de Tour het grootst. Op de gravelrit na past de bergachtige editie van 2024 hem als een handschoen. Met zijn uitzonderlijke recuperatievermogen moet hij in de laatste drie dagen de meest frisse van alle klassementsrenners zijn, en het verschil kunnen maken. Als hij dat eerder in de Tour al niet heeft gedaan.

Dat weten Pogacar en zijn ploegleiding ook. Kiest hij daarom nu voor de vlucht vooruit? In de wetenschap dat Vingegaard in de Tour van 2024 moeilijk te kloppen zal zijn? En dat hijzelf in de Giro de eindwinst kan pakken zonder heel diep te moeten gaan, vanwege het minder lastige parcours en de beperkte tegenstand?

Als Pogacar daarna in juli weer niet in staat is om Vingegaard in het hooggebergte te overvleugelen, zal de buitenwereld dat ook logisch vinden. De Sloveen zei maandag in de persconferentie dat hij wel wil vechten voor de gele trui, maar wilde ook de druk van de dubbel niet te veel benadrukken. ‘De Giro en Tour zijn twee aparte races, die op zichzelf staan. Laten we niet denken aan de dubbel, laten we gewoon genieten van het koersen.’

Wel opvallend: Pogacar zal in de Tour gesteund worden door onder meer Juan Ayuso, Adam Yates, João Almeida en Pavel Sivakov. Een veel sterker UAE-team dan de voorbije jaren. Als Pogacar, na de Giro, zelf Vingegaard niet kan kloppen, dan kan het Spaanse supertalent Ayuso misschien opstaan en profiteren van de focus op zijn kopman.

Pogacar heeft bovendien nog een groter doel: de regenboogtrui op het WK in Zürich, eind september. Meer dan de explosievere olympische wegrit in Parijs, die hij omschrijft als ‘a bit so-so’, biedt het lastige parcours van het WK in Zwitserland hem een uitstekende kans. Als hij in hetzelfde jaar de Giro én het WK zou winnen, aangevuld met een klassiek monument, dan zal een derde gemiste gele trui op rij makkelijk te verteren zijn.

Niet te vergeten: Pogacar was al twee keer de beste in de Tour (in 2020 en 2021). Dan hoeft een derde eindzege niet per se als je andere doelen (Giro en WK) wil afvinken om een zo gevarieerd mogelijk palmares op te bouwen. Volgens de UAE-renner heeft hij die afwisseling ook nodig om het mentale vuur te blijven aanwakkeren.

(lees verder onder de tweet)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Pogacar moet daarvoor wel de Ronde van Vlaanderen opofferen, zijn lievelingskoers die hij dit jaar won. In het komende voorseizoen rijdt hij alleen de Strade Bianche, Milaan-Sanremo, de Ronde van Catalonië en Luik-Bastenaken-Luik. Dat is samen ‘slechts’ tien koersdagen. Meer passend bij een trainingsprogramma waarbij de Sloveen vooral op het langere klimwerk zal focussen. En waarmee hij zo fris mogelijk aan de start van de Giro en later ook de Tour wil verschijnen – opvallend genoeg zonder tussentijdse hoogtestage.

Wie weet kan hij zo toch de hele wielerwereld én zichzelf verrassen door de onmogelijk gewaande Giro/Tour-dubbel te realiseren. Ook bij Jumbo-Visma hebben ze al geleerd: met Pogacar kun je nooit iets uitsluiten.

3) Startgeld

Tot voor de aankondiging van Pogacar was de startlijst van de Giro 2024 mager bezet, zeker wat betreft de favorieten voor het eindklassement. Wout van Aert was zelfs de grootste naam die zijn deelname al (officieus) had bekendgemaakt. Met oudjes als Geraint Thomas, Simon Yates en Nairo Quintana trek je geen aandacht, dat weet ook Girobaas Mauro Vegni.

Die zal er dus alles aan hebben gedaan om Pogacar te overtuigen. Door niet alleen de lastigheidsgraad flink te verminderen, maar ook door de Sloveen een flinke startpremie te geven. Elk jaar ontkent Vegni dat, maar het is een publiek geheim dat de Giro-organisatie (RCS) vedetten dik betaalt om te starten in Italië. Lance Armstrong, Chris Froome en Mathieu van der Poel zijn zo in de loop der jaren allemaal langs de kassa gepasseerd. Dat zal ook voor Pogacar en ook Wout van Aert in 2024 niet anders zijn.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content