Waarom Mathieu van der Poel in Luik-Bastenaken-Luik onmogelijk Tadej Pogacar kan kloppen (maar ook niet kansloos is)

Mathieu van der Poel in het spoor van Tadej Pogacar tijdens Milaan-Sanremo. Kan hij de Sloveen ook zondag volgen in Luik-Bastenaken-Luik? © Getty Images
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Mathieu van der Poel (29) wil zondag in Luik-Bastenaken-Luik zijn derde monument van 2024 winnen. Op basis van eerdere resultaten in La Doyenne zijn de zegekansen van de Nederlander echter klein.

1. Een nooit gescoorde hattrick

Mathieu van der Poel heeft bijna alle nummers van de setlist van zijn voorjaarsconcert al gespeeld. Met een oorverdovend applaus tot gevolg, na de dubbel Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix. Zondag is het tijd voor een laatste bisnummer, in Luik-Bastenaken-Luik. Daar wil de Nederlander met een knaller zijn historische optreden afsluiten. Mocht hij ook dat monument op zak steken, dan zou dat uniek zijn in de recente wielergeschiedenis.

Slechts één renner won ooit in één jaar drie van de vijf grootste klassiekers: Eddy Merckx – wie anders. De Kannibaal deed het zelfs viermaal, waarvan twee keer in het voorseizoen, in 1969 en 1975. Met telkens dezelfde serie: winst in Milaan-Sanremo, de Ronde van Vlaanderen en Luik-Bastenaken-Luik, telkens gecombineerd met een tweede plaats in Parijs-Roubaix.

De dubbel in de twee kasseiklassiekers realiseren én La Doyenne op zijn naam schrijven – zoals Mathieu van der Poel zondag zal proberen – is Merckx echter nooit gelukt. Geen enkele renner is daar ooit in geslaagd, al kwamen ook Raymond Impanis (winst in de Ronde en in Roubaix, tweede in Luik in 1954) en Roger De Vlaeminck (winst in de Ronde en in Roubaix, vierde in Luik in 1977) in de buurt. Net als Sean Kelly in 1984, maar dan met een andere combinatie: tweede in de Ronde, winst in Roubaix en Luik.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

2. Ook recent een zeldzame succesvolle combinatie

In de tijd van Merckx was er van specialisatie, met focus op kasseiklassiekers of klimklassiekers, geen sprake. Dat is de laatste drie decennia wel het geval, en zeker de laatste jaren. Zelfs de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix en Luik-Bastenaken-Luik ríjden is zeldzaam, laat staan in die drie monumenten in de top tien finishen.

Slechts drie renners die vorig jaar in de grootste Waalse eendagsklassieker bij de eerste tien eindigden, namen drie weken eerder ook deel aan de Ronde: Tom Pidcock werd tweede in Luik en 53e in Oudenaarde, Valentin Madouas finishte als vijfde in Luik en gaf op in de Ronde, en Tiesj Benoot combineerde een zevende plaats in Luik met een dertiende stek in Vlaanderen Mooiste. Geen van die drie stond tussendoor echter aan de start in Parijs-Roubaix. Meer zelfs: geen enkele renner uit de top dertig van Luik-Bastenaken-Luik 2023 dokkerde ook over de stenen van de Hel van het Noorden.

Ook de jaren voordien was de succesvolle combinatie zeldzaam: in 2022 eindigde Dylan Teuns als zesde in de Ronde en in Luik. Tussenin gaf hij bewust vroeg op in Parijs-Roubaix. Slechts twee renners zetten een nog beter resultaat neer in een van de twee kasseimonumenten én in La Doyenne. Niet toevallig Wout van Aert en Mathieu van der Poel. De Kempenaar werd in 2022 tweede in de Hel en derde in Luik, nadat hij de Ronde van Vlaanderen had gemist door een coronabesmetting. De laatste renner die in een nog verder verleden in die twee monumenten de top drie haalde? Adrie van der Poel in 1986, hij finishte als derde in Roubaix en als tweede in Luik.

‘Zwaargewicht’ Wout van Aert werd in Luik-Bastenaken-Luik van 2022 derde, na winnaar Remco Evenepoel (die solo was weggereden) en Quinten Hermans (die Van Aert klopte in de groepssprint voor de tweede plaats) © Sirotti / Icon Sport

Zoon Mathieu combineerde in het coronaseizoen 2020, met een omgegooide en uitgestelde kalender naar het najaar, ook een zesde plaats in eerst Luik-Bastenaken-Luik met latere winst in de Ronde van Vlaanderen. Parijs-Roubaix werd dat jaar niet gereden.

Ook veelbetekenend: de (voorlopig) twee succesvolste kasseispecialisten van deze eeuw, Tom Boonen en Fabian Cancellara, hebben nooit deelgenomen aan Luik-Bastenaken-Luik. Johan Museeuw, de beste kasseirenner van de jaren negentig/begin jaren 2000 stond er wel zevenmaal aan de start, maar kwam niet verder dan een zesde plaats, in 1997.

3. Voorbereiding met rittenkoers (bijna altijd) noodzakelijk

Mathieu van der Poel reed tot dusver zes eendagsklassiekers, geen enkele ronde ervoor of tussenin. Dat staat haaks op de voorbereiding die doorgaans noodzakelijk is om te kunnen schitteren op de lange hellingen van Luik-Bastenaken-Luik. Daar heb je veel competitiekilometers bergop in de benen voor nodig, en dus een rittenkoers eind maart of begin/midden april.

Sinds 2000 (exclusief het coronaseizoen 2020) hebben zowat alle winnaars van La Doyenne als voorbereiding de Ronde van Catalonië, de Ronde van het Baskenland, de Ronde van Trentino (de huidige Tour of the Alps) of het Criterium International gereden.

Slechts drie winnaars van L-B-L startten niet in die rondes en sneden eerst een deel van het Vlaamse voorjaar aan, met onder meer de Ronde van Vlaanderen (maar zonder Parijs-Roubaix): Maxim Iglinsky in 2012, Philippe Gilbert in 2011 en Paolo Bettini in 2002. Alleen Gilbert eindigde in zijn superjaar 2011 ook in de top tien van de Ronde, als negende.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

De laatste, nog grotere uitzondering op die regel was Frank Vandenbroucke in 1999, die voor zijn winst in Luik tweede werd in de Ronde en zevende in Roubaix.

4. Zwaargewichten scoren niet meer in Luik

Dat renners tegenwoordig heel zelden kunnen scoren op de kasseien én op de Ardense hellingen heeft niet alleen te maken met de voorbereiding, maar ook met hun gewicht. De laatste renner van minder dan 70 kilo die Parijs-Roubaix won was Servais Knaven (69 kilo) in 2001. Ook lichtgewichten die de Ronde van Vlaanderen op hun naam schreven zijn uitzonderlijk: deze eeuw waren dat alleen Nick Nuyens (68 kilo, 2011), Alberto Bettiol (69 kilo, 2019) en Tadej Pogacar (67 kilo, 2023).

Het tegenovergestelde beeld zie je in Luik-Bastenaken-Luik, een race met ruim 4200 hoogtemeters – te vergelijken met een stevige bergrit in een grote ronde. In de top tien van 2023 eindigden slechts twee renners van meer dan 70 kilo in de top tien: Valentin Madouas (71 kilo, vijfde) en Tiesj Benoot (71 kilo, zevende).

Ook in eerdere edities was het aantal relatieve zwaargewichten in de top tien nooit hoger dan twee à drie, met onder meer Benoot die nog twee keer in de top tien finishte. De zwaarste renners waren, opnieuw niet toevallig, Wout van Aert (78 kilo, derde in 2022) en Mathieu van der Poel (74 kilo, zesde in 2020).

Zij wogen liefst 14 en 10 kilo meer dan het gemiddelde van de top vijf in de laatste vijf edities (64 kilo), sinds de aankomst in 2019 werd verlegd van Ans naar het centrum van Luik. Ook in de tien edities daarvoor (2009-2018) lag het gemiddelde van de eerste vijf nooit hoger dan 67 kilo.

(lees verder onder de grafiek, aangeleverd via www.cyclistshub.com)

La Doyenne wínnen was voor renners van plus 70 kilo zelfs niet weggelegd. Het laatste échte zwaargewicht dat in Luik triomfeerde? Dirk De Wolf in 1992, die naar eigen zeggen toen 78 kilo woog. En goed bestand was tegen het zeer slechte ‘wolvenweer’, zoals hij dat noemde, in die editie.

(lees verder onder de grafiek, aangeleverd via www.cyclistshub.com)

Kansloos tegen Pogacar

Conclusie: tegen Tadej Pogacar, de topfavoriet voor komende zondag, lijkt Mathieu van der Poel geen kans te maken. De Sloveen is, naast Philippe Gilbert, de enige renner die deze eeuw al de Ronde van Vlaanderen, Luik-Bastenaken-Luik en Il Lombardia won. Gilbert moest bovendien een aantal kilo’s bijkomen voor hij kon winnen in De Ronde van Vlaanderen, zeven na jaar na zijn laatste zege in Lombardije. Pogacar is wel in staat om dat in hetzelfde jaar te doen.

Hij heeft bovendien klimkilometers in de benen (hij won met overmacht de Ronde van Catalonië en ging daarna op hoogtestage) en weegt 67 kilo, 7 kilo minder dan Van der Poel. Vooral op de twee steile scherprechters in de finale, de côte de la Redoute (met een klimtijd van ruim 4 minuten) en de Roche aux Faucons (met een klimtijd van 3,5 à 4 minuten) zullen die kilo’s extra zwaar doorwegen bij de Nederlander. Die zal nog meer in zijn glycogeenvoorraad moeten tasten door de herhaaldelijke langere inspanningen. Ook omdat de UAE-ploeg van Pogacar de wedstrijd op de eerdere beklimmingen extra hard zal maken om Van der Poel af te matten.

7 redenen waarom Van der Poel misschien wél kan winnen

1. Omdat hij zo’n uitzonderlijke renner is dat alle bovengenoemde voorwaarden op hem minder van toepassing zijn.

2. Omdat hij in 2020 al zesde werd in Luik, daags nadat hij veel energie had verspild met een 50 kilometer lange solo in de BinckBank Tour. Vier jaar later is Van der Poel een stuk sterker.

3. Omdat hij vanuit zijn nieuwe thuisbasis in het Spaanse Moreira de voorbije maanden meer op langere inspanningen bergop heeft getraind, waardoor de wattages van zijn ‘vijfminutenwaarde’ hoger dan ooit zijn. Als dat niet volstaat om Pogacar, of andere klimmers, te volgen op de Roche aux Faucons, kan hij eventueel nog terugkeren in de laatste 12 dalende/vlakke kilometers naar de finish in Luik. Al mag zijn achterstand dan niet te groot zijn.

4. Omdat hij een atypisch programma achter de rug heeft met slechts zes koersdagen, weliswaar zes zware eendagskoersen. Zijn energietank zou nog relatief vol moeten zijn.


Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar.
IMAGO/Sirotti

5. Omdat het zondag, zoals in de Waalse Pijl, allicht opnieuw slecht en koud weer zal zijn, en hij daar beter tegen bestand is dan de lichtgewichten – al gedijt Pogacar ook in dat weer. In tegenstelling tot andere favorieten leed Van der Poel ook niet onder het slechte weer tijdens de Waalse Pijl, waar hij niet startte. Door de hoofdzakelijk strakke tegenwind (25 km/u) in de finale, met zijwind op de Redoute en de Roche aux Faucons, zal de wedstrijd wellicht ook langer gesloten zijn. En dat is ook in het voordeel van ‘MvdP’.

6. Omdat ex-winnaars als Primoz Roglic en Remco Evenepoel door valpartijen niet deelnemen. De concurrentie, naast Pogacar, is dus minder groot. Van der Poel kan zijn wedstrijd dus afstemmen op de Sloveen – al kan dat ook een nadeel worden, omdat hij het dan minder tactisch kan spelen.

7. Omdat hij zeer gefocust toeleeft naar Luik en het duel met Pogacar, wat vorige zondag in de Amstel Gold Race mogelijk minder het geval was.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content