Waarom Mathieu van der Poel een ‘natural born killer’ is

© Belga Image
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Geen enkele renner bereikte ooit de wereldtop in drie verschillende wielerdisciplines zoals Mathieu van der Poel (26). Te danken aan zijn uitzonderlijke genen, maar ook aan zijn winnaarsmentaliteit. Wat drijft de Nederlander? Een rondleiding in het hoofd van een kannibaal.

Dit stuk verscheen in de Wielergids 2021 van Sport/Voetbalmagazine.

Het was een anekdote die Mathieu van der Poel in 2018 aanhaalde in een interview met dit magazine. Over de proloog van de Boucles de la Mayenne in 2014. Ploegleider Christoph Roodhooft beloofde er zijn poulain de nieuwste iPhone als die niet in de top vijf zou finishen. Maar in die wortel beet de Nederlander niet: hij eindigde als derde, na voluit te zijn gegaan. Eervoller, vond hij, dan 33e te worden en die iPhone op zak te steken.

Het typeert de winnaar in Van der Poel. Een tweede natuur, al extra aangescherpt van toen hij als vijfjarige begon te crossen. Vader Adrie ontdekte toen al het killers-DNA van zoonlief tijdens een cross in Ossendrecht, waar Matje, pas zeven jaar oud, volgens Adrie een van de mooiste zeges bij de jeugd behaalde. ‘Hij kreeg mechanische pech, maar stak uit pure colère, door enorm veel risico’s te nemen, nog iedereen voorbij. Een eigenschap die hij van mij heeft: als Mathieu ergens voor gaat, dan moet alles ruimen.’

Dat bevestigde zijn zoon in het interview met dit magazine, en later in Humo: ‘Zoek er geen psychologische beschouwingen of speciale motivatietechnieken achter. Die winnaarsmentaliteit zit gewoon in mij.’ (…) ‘Ik ben eerzuchtig, maar dat is een goede eigenschap: iets écht willen, soms zelfs ten koste van alles en iedereen. Daar doe ik alles voor, in gelijk welke koers.’

Ooit wereld- en/of olympisch kampioen op de weg én in het mountainbike worden is het ultieme doel in zijn streven naar een status als unieke, veelzijdige wielerlegende.

In de Belgium Tour van 2017 bijvoorbeeld, toen Van der Poel na twee ritten zou afstappen omdat op zondag een belangrijke Wereldbekerrace mountainbike in Albstadt gepland stond. Van zich sparen wilde hij echter niet weten. ‘Ik zal dat ritteke vandaag eerst winnen’, voorspelde hij voor de start van de etappe naar Moorslede. En wie won? Van der Poel, in de sprint voor Philippe Gilbert en Wout van Aert. Drie dagen later eindigde hij in Albstadt als tweede. Op 26 seconden van mountainbikekoning Nino Schurter, die zijn ogen amper kon geloven.

MVDP wil dan ook altijd weer zijn limieten verleggen, zelfs ver weg van de spotlights. Zoals toen hij op training ooit probeerde om een steile duin op te vlammen. Vijftig, zestig pogingen. Tot het eindelijk lukte. ‘Zo niet, dan was ik er de volgende ochtend opnieuw naartoe gereden. Zo zit ik in elkaar’, zei hij in dit magazine.

Ook naast de fiets probeert Van der Poel zichzelf telkens opnieuw te overtreffen. Ten koste van blauwe vingers doorgaan tot hij het record van een smartphonespelletje heeft verbeterd. Weetjes van buiten leren om in een De Slimste Mens-quizje ploegleider Christoph Roodhooft te slim af te zijn. Of ooit padel blijven spelen tot hij van zijn ploegmaats kon winnen, tot de eigenaar van het padelcomplex hen buiten zette.

Mathieu van der Poel tijdens het NK op de weg in 2020, waar hij voor de tweede keer Nederlands kampioen werd.
Mathieu van der Poel tijdens het NK op de weg in 2020, waar hij voor de tweede keer Nederlands kampioen werd.© BELGAIMAGE

Uitdagingen

Dé sleutelfactor in die dadendrang: nieuwe uitdagingen om een vastgeroest wedstrijd-en-trainingsstramien tegen te gaan. Want verveling, zei hij al vaak, is misschien wel zijn grootste tegenstander. ‘Ik moet plezier halen uit wat ik doe, anders hou ik het niet vol.’ Daarom dus de combinatie van veld, weg én mountainbike, waarmee hij in 2016 begon.

Dat hij als eerste renner ooit in die drie disciplines de wereldtop heeft bereikt, daar is de Nederlander dan ook bijzonder trots op. Ooit wereld- en/of olympisch kampioen op de weg én in het mountainbike worden is zelfs het ultieme doel in zijn streven naar een status als unieke, veelzijdige wielerlegende. Net daarom sloot Van der Poel in juli 2019 een persoonlijk vierjarig contract met Canyon, dat zowel mountainbikes als wegfietsen produceert. En daarom blijft hij ook al sinds zijn vijftiende, en nog minstens tot 2023, de broers Christoph en Philip Roodhooft trouw. Omdat die hem de kans bieden om zijn droom te verwezenlijken – gekoppeld aan uiteraard een steeds opgewaardeerd salaris.

Panache

‘Gewoon’ winnen op drie verschillende terreinen volstaat echter niet. MVDP giet over zijn zeges het liefst ook een sausje van panache. Niet toevallig vindt hij een van zijn mooiste wegoverwinningen bij de jeugd die in de klimkoers van Harzé, in 2013. Hij zette toen ‘concurrenten’ als Laurens De Plus op vierenhalve minuut. Onderweg kreeg Van der Poel een kick toen een motard zijn voorsprong aangaf. ‘Dáár doe je het voor.’

Veelzeggend was ook het WK veldrijden in Heusden-Zolder in 2016, toen vader Adrie hem aanraadde om zich in Van Aerts wiel te nestelen. ‘Pa, als ik wereldkampioen word, moet het op een grootse manier gebeuren, anders niet’, antwoordde Matje.

Van der Poel giet over zijn zeges het liefst ook een sausje van panache.

Die zin naar een panachesmaak voedt ook zijn niet te stillen aanvalshonger. Zoals in de slotrit van de Boucles de la Mayenne in 2016, toen hij de leiderstrui al beethad en toch wegglipte met een groepje. Arthur Vichot, die voor FDJ-sprinter Marc Sarreau de wedstrijd wilde controleren, ging achter hem aan en vroeg wat hij van plan was. Waarop Van der Poel koel repliceerde: ‘Het is koers en dus ga ik koersen.’ Uiteindelijk won hij. In een massasprint, voor Sarreau.

Bekender is het verhaal van hoe Van der Poel in de fameuze Amstel Gold Race van 2019 al wegknalde op 45 kilometer van de finish, op de Gulperberg. Tactisch dom, vonden velen, maar volgens hem mislukte de aanval alleen omdat niemand anders durfde mee te rijden. Zoals hij ook na het WK in Yorkshire, waar een hongerklop hem in de finale knock-out mepte, geen spijt had van zijn vroege aanval. ‘Ik ben trots. Liever strijdend ten onder dan afwachten.’

Dat aanvalsvuur brandde ook vorig seizoen, toen Van der Poel in het Nederlands kampioenschap weg zoefde op 43 kilometer van de aankomst. Of in de laatste etappe van de BinckBank Tour, toen hij een solo opzette van 50 kilometer en zelfs nóg vroeger had willen demarreren, bij de eerste passage over de Muur van Geraardsbergen. Ploegmaat Jonas Rickaert kon hem toen nog intomen – ‘Ben je zot?’ – maar bij de volgende passage was zijn kopman niet meer te houden. Achteraf zei MVDP dat hij niet eens had nagedacht.

Na een ongezien comeback wint Mathieu van der Poel de Amstel Gold Race.
Na een ongezien comeback wint Mathieu van der Poel de Amstel Gold Race.© Belga Image

Toch heeft Van der Poel, sinds hij bij Alpecin-Fenix met coach Kristof De Kegel werkt, ook leren pieken. Zeker in het veldrijden. ‘In vorige jaren wilde ik héél het crossseizoen top zijn’, vertelde de Ronde van Vlaanderenwinnaar eind december 2020 in het Algemeen Dagblad. ‘Dat is erg veranderd. Ik moet leren ook competitie te rijden zonder dat ik honderd procent tevreden ben over mijn conditie. Winnen op karakter in plaats van puur op hoogvorm, die ik pas op het WK moet bereiken.’

Afzien

Hoogvorm of niet, als Van der Poel de zege ruikt, dan drijft een bijna dierlijk instinct in hem naar boven. ‘Soms zit ik erdoor, maar vind ik in mijn hoofd om onverklaarbare redenen nog krachten om een koers af te maken. Puur op adrenaline’, legde hij in 2017 uit in De Telegraaf. Zoals in de sprint in de jongste Ronde van Vlaanderen, toen het lactaat naar eigen zeggen zuurder dan ooit uit zijn oren spatte, maar hij Van Aert toch afhield.

Veelbetekenend is dan ook deze statistiek uit het veldrijden: sinds zijn eerste volledige crossseizoen als prof (2014/15), toen Van der Poel in Hamme een sprint verloor tegen Van Aert en in Overijse derde werd in de sprint na Tom Meeusen, heeft hij geen énkele grote veldrit meer verloren (18 op 18!) als hij in een kopgroep van twee of meer renners de slotronde inging en niet geremd werd door materiaalpech of een val.

Lang alleen rijden – 59 procent van zijn veldritzeges behaalde MVDP door al voor halfweg weg te vlammen – is voor hem ook geen probleem, fysiek noch mentaal. Want dan daagt hij zichzélf uit: proberen elke ronde sneller door de zandbak te flitsen of steeds scherper een bocht af te snijden.

Niet bang ook om af te zien, tot ver voorbij de pijngrens. Zoals in de Amstel van 2019, de jongste Ronde van Vlaanderen of de laatste WB-cross in Namen, toen Van der Poel in de slotronde wegreed van Wout van Aert na nochtans de hele race op zijn limiet te hebben gereden. Zoals hij na de Amstel languit op de grond lag, met de fotografen boven zich, zo hapte hij op het plankier van een tent op de Naamse Citadel als een vis op het droge naar adem, het hoofd gebogen tussen de over elkaar geslagen armen.

Mathieu van der Poel kan niet meer rechtstaan na zijn etappezege in de Tirreno-Adriatico van 2021
Mathieu van der Poel kan niet meer rechtstaan na zijn etappezege in de Tirreno-Adriatico van 2021© GETTY

Zelfs in de Container Cup, het tv-programma op VIER dat in de lockdown van vorig voorjaar werd uitgezonden, ging Van der Poel in de fiets-loop-en-roeiproef zo diep dat hij er een week lang stijf van was. ‘Ik had me niet voorbereid, maar op zulke momenten komt het competitiebeest in mij naar boven’, vertelde hij achteraf.

Een ander straf voorbeeld dateert van de Ronde van de Toekomst in 2015, toen de Nederlander in de tweede rit hard op zijn rechterknie belandde. Ondanks een gapende wonde sprong hij toch op de fiets. Opgeven? No way. Hij raakte nog in het peloton en liet ’s avonds zijn knie hechten. Van der Poel verbeet de pijn en eindigde tot ieders verbazing de volgende dag als tweede in de sprint. Pas toen de ochtend erna de hechtingen in zijn knie waren opengescheurd, moest hij uit de race stappen.

MVDP’s geheim is dat hij ook op training zichzelf kan martelen. In dit magazine vertelde hij over hoe hij in de aanloop naar het veldritseizoen in het bos van Putte soms een cross nabootst door één ronde heel snel af te leggen, dan af te klokken aan een boom, om vervolgens een uur lang die tijd te proberen te benaderen. ‘Daarna een kwartier compleet uitgeteld midden in het bos liggen, ik geniet er steeds meer van.’

Zelfs vader Adrie zegt dat zijn zoon nóg dieper kan gaan dan hijzelf indertijd. Daarom plakt Matje ook zijn wattage-en-hartslagmeter af tijdens wegraces. Dan kan de masochist in hem niet zien hoever hij zichzelf pusht… Niet nieuw trouwens, want hij kon als kind al enorm afzien. Zoals toen hij op zijn negende Alpe d’Huez en de Mont Ventoux beklom. Huilend van het afzien, maar doorbijtend, tot de top.

Leren verliezen

In de jeugdcategorieën stak de Nederlander er echter zo bovenuit dat hij zelden over de limiet moest gaan. Verloor hij toch, dan stond de barometer op onweer. Ook als hij het onderspit dolf tegen zijn twee jaar oudere broer David, in onderlinge wedstrijdjes in de bossen of op PlayStation. Dan huilde en tierde Matje, zat hij nukkig op de grond of gooide hij zijn spelcontroller weg.

Van der Poel plakt ook zijn wattage-en-hartslagmeter af tijdens wegraces. Dan kan de masochist in hem niet zien hoever hij zichzelf pusht.

Ook later, bij de grote jongens, kookte na een nederlaag het potje dikwijls over. Van der Poel hield dat voor de camera’s goed verborgen, maar thuis dreigde er ontploffingsgevaar. Vader Adrie liet hem telkens uitrazen. Behalve die ene keer, bij het begin van zijn profcarrière, toen Mathieu zijn fiets hardhandig langs de kant zwierde en hij er flink van langs kreeg. ‘Heb respect voor je materiaal!’, vermaande Adrie hem. Het gebeurde sindsdien niet meer.

Mettertijd leerde zijn zoon beter een verlies te verteren, als hij tenminste op zijn waarde geklopt wordt. Daarom houdt hij ook het meest van veldrijden en mountainbike. ‘Eerlijker dan de weg, waar de beste vaak niet wint.’ Zoals in de jongste Brabantse Pijl, waar Van der Poel blunderde in de sprint tegen Julian Alaphilippe. Toen kwam na de finish de stoom wel even uit zijn oren. Na de daaropvolgende Gent-Wevelgem werd dat zelfs een stoomtrein, toen Van Aert voor de camera’s zijn passief koersgedrag had gehekeld. ‘Mathieu zelden zo kwaad gezien’, zeiden ploegmaats Jonas Rickaert en Gianni Vermeersch later. ‘Hij wilde metéén naar de tv-studio om zijn verhaal te doen.’

Een nederlaag door externe omstandigheden, vooral materiaalpech, kon tot voor enkele jaren de emoties ook hoog doen oplaaien. Zoals op het WK in Bièles in 2017, waar Van der Poel door vier lekke banden de regenboogtrui aan Van Aert moest laten. Voor de Sporzacamera vloeiden daarna de tranen over zijn wangen, in de auto naar huis werd het zelfs een stortvloed. Maar van korte duur: ’s avonds keek hij bij een pak frieten al uit naar de volgende cross. En toen hij de dag erna in de auto een melding kreeg van drukverlies in zijn banden, tweette hij, inclusief smiley: ‘ You gotta be kidding me. ‘

Zelfs onder het volgende WK in Valkenburg in 2018 – waar Van Aert hem op twee en een halve minuut zette – trok de Nederlander snel een streep. De ontgoocheling spoelde hij letterlijk door met gin-tonics en andere cocktails, tijdens een (zeldzaam) avondje uit in Antwerpen. Ook na het WK in Yorkshire 2019 heeft Van der Poel volgens vader Adrie amper gepiekerd. En zelfs als hij in de jongste Ronde van Vlaanderen de sprint tegen Van Aert had verlóren, zei hij nadien in Knack, dan zou hij niet lang doodongelukkig geweest zijn. ‘Eén avond triest en daarna op naar het volgende doel.’

Revanchist

Nuchter relativerend. En uit de ontgoocheling motivatie halen. Ook dát is immers Van der Poel: een revanchist tot in kist. Zoals na het WK in Bièles, toen hij het volgende crossseizoen in elke race wraakzuchtig rondreed, om te tonen wie écht de beste was. Telkens de benen tegenspartelden, dacht hij aan dat WK. Een tegenslag die hem mentaal gehard heeft, verklaarde hij achteraf. ‘Het maakt de keren dat het wél lukt nog mooier.’

Revanche als brandstof. Zoals ook in november 2016, toen Van der Poel op de Koppenberg een offday beleefde en op bijna vier minuten van Wout van Aert eindigde. ’s Avonds tweette hij hoe je ‘de moeilijke dagen moet doorstaan om de goeie te appreciëren’. Toen de Nederlander de eerstvolgende cross, in Ruddervoorde, weer met brio won, herhaalde hij: ‘Teleurstellingen dienen niet om je te vernietigen, maar om je te versterken richting het volgende doel.’ Zoals ook na zijn zeldzame verlies in de jongste veldrit in Gavere, tegen Tom Pidcock, toen Van der Poel op Instagram postte, inclusief duivelemoji: ‘ Is it race day yet?

Mathieu van der Poel op de Patersberg in de Ronde van Vlaanderen vorig jaar.
Mathieu van der Poel op de Patersberg in de Ronde van Vlaanderen vorig jaar.© BELGAIMAGE

Op de volgende racedag, in Namen, was het weer prijs. Sinds het WK van 2017 in Bièles heeft Matje dan ook geen twee crossen op rij verloren. Een reeks van 117 wedstrijden (tot en met de WB-race in Overijse), onderbroken door slechts veertien ‘alleenstaande’ nederlagen. Hetzelfde fenomeen in de andere twee wielerdisciplines: toen Van der Poel op het EK 2018 in Glasgow opgaf in de mountainbikerace op dinsdag, slikte hij de bittere pil vlug door, om op zondag ei zo na Europees kampioen op de weg te worden – alleen Matteo Trentin bleek in de sprint rapper. En toen MVDP in juli 2019 in de Wereldbekermanche mountainbike in Les Gets pas als zestiende finishte, kroonde hij zich veertien dagen later tot Europees kampioen in Brno.

Mijlpaal in dat leerproces was het WK veldrijden van 2016, in Heusden-Zolder. Daar raakte Van der Poels schoen vast in het wiel van Wout van Aert. De Kempenaar veroverde ondanks het tijdsverlies de wereldtitel, terwijl de Nederlander te lang het hoofd liet hangen en pas als vijfde strandde. ‘Daar heb ik uit geleerd.’ Zoals hij ook leerde om op een (zeldzame) slechte dag te blijven knokken, om niet direct aan de volgende koers te denken – wat in het verleden weleens gebeurde. Mooi voorbeeld daarvan: de Strade Bianche vorig jaar, toen Van der Poel net voor de finale lek reed, last had van de hitte, maar er toch alles aan deed om terug te keren. Tevergeefs, al eindigde hij in Siena nog als vijftiende, op tien minuten.

Dat Wout van Aert daar won en een week later ook in Sanremo, motiveerde hem om in het najaar zijn ‘mindere prestaties’ van augustus recht te zetten. In een rechtstreeks duel met de Belg. Een rivaliteit die Van der Poel in het Algemeen Dagblad omschreef als gezonde haat. ‘Ik moet het beste uit mezelf naar boven halen om Wout te kloppen. Ik heb het nodig, iemand die me tot het uiterste drijft.’

Daarom ging de renner van Alpecin-Fenix tijdens de lockdown vorige lente ook zo graag fietsen met dat andere trainingsbeest, Zdenek Stybar. Lange, intensieve ritten met gemiddeldes van boven de 35 kilometer per uur. Van der Poel amuseerde zich kostelijk, maar raakte ondanks de waarschuwingen van vader Adrie zo wel licht overtraind. Een tikje eigenwijs zal hij immers altijd blijven.

Druk als bandenspanning

Een andere les die Van der Poel leerde is omgaan met stress en druk, als torenhoog favoriet voor elke wedstrijd. Zoals bij zijn allereerste veldrit als nieuweling, in Essen-Horendonk, op 6 september 2009. De jaren ervoor had hij al vele crossjes gewonnen in de West-Brabantse Veldritcompetitie, maar voor zijn debuutrace in België was hij heel zenuwachtig. Om hem te motiveren beloofden broer David en vriend Wietse Bosmans elk zijn prijzengeld te verdubbelen, in de veronderstelling dat de bloednerveuze Mathieu niet zou winnen. Dat deed die echter tóch. Zijn winstpremie van 27 euro werd zo 81 euro. Opvallend detail: ene Wout van Aert finishte toen als zesde – de allereerste cross waarin hij en zijn latere rivaal samen aan de start stonden.

Waarom Mathieu van der Poel een 'natural born killer' is
© BELGAIMAGE

Van der Poel was daarna in de jeugdcategorieën zo dominant dat hij slechts eenmaal bijna bezweek onder de druk. Niet op het WK voor beloften in Hoogerheide, waar hij pas derde werd omdat hij naar eigen zeggen die week ziekjes was geweest, maar op het WK junioren in Koksijde, in 2012. Door kalmerende woorden van vader Adrie herpakte hij zich echter na een slechte start en veroverde hij toch de regenboogtrui, vóór Van Aert.

Drie jaar later nam de Nederlander in Tábor, op zijn twintigste, deel aan zijn eerste WK bij de elite. Verbazend ontspannen, even voor de start nog plassend tussen de toeschouwers. Om dan direct weg te zoeven en rustig te blijven toen Van Aert de hele race op vijf à tien seconden bleef hangen. Goed voor zijn eerste regenboogshirt bij de profs. Sindsdien weet MVDP: ‘Waarom stress? Druk zit alleen in mijn banden.’

Typisch voor de Van der Poels, ook broer David heeft immers zelden zenuwen – een karaktertrek van moeder Corinne. David zei dan ook in Knack in 2019: ‘Mathieus zorgen vreten geen energie, want hij hééft geen zorgen.’ Tenzij misschien, grapte ploegleider Christoph Roodhooft ooit, ‘door een krasje in zijn auto of door een kapotte velg’ – Van der Poel is immers een autofreak.

Toch staat het zelfvertrouwen niet altijd in het zenit, twijfelt Matje soms en zal hij nooit boude voorspellingen doen. Zelfs niet tegen ploegmaats, getuigde Jonas Rickaert onlangs in de podcast Vals Plat. ‘Mathieu is wel zelfverzekerd, maar wij moeten hem af en toe zeggen: ‘ Allez, je kunt dat wel.’ Omdat hij niet overtuigd is van zichzelf, van wat hij allemaal kan.’

Van echte stress sloeg de laatste jaren zijn hart echter alleen iets sneller voor de WK’s in het veld. Zoals in Valkenburg 2018 voor eigen volk, op een modderparcours dat hem totaal niet lag. Vrees die werkelijkheid werd, want Van Aert bleek buiten categorie. Spanning die het jaar erop voor Bogense nog groter was. De Nederlandse Kannibaal had het hele seizoen slechts twee crossen niet gewonnen en wilde in Denemarken geen vierde keer op een rij naast de regenboogtrui grijpen. Gelukkig had Van der Poel de grootste stress weggespeeld op PlayStation en met Fortnite, zijn favoriete hobby.

Gamend tegen broer David, die als eveneens koele kikker onbewust een rustgevende invloed uitoefent. Voor zover nodig, want ook zonder David, in mountainbikewedstrijden of op de weg, glijdt de druk van Matje af als een ei van een teflonpan. Zelfs voor zijn eerste Ronde van Vlaanderen in 2019 liet hij de dancemuziek van dj Mark with a K door de boxen van de teambus knallen.

Volgens zijn vriendin Roxanne staat haar levensgezel voor de start van een race zelfs meestal heel relaxed ’te stuiteren als een Duracellkonijn’. Als Van der Poel gespannen is, wordt de spring-in-het-veld zwijgzamer, maar veel valt dat dus niet voor. Een mental coach heeft hij dan ook altijd afgehouden. ‘Ik zie niet in hoe die mij zou kunnen helpen.’ Vader Adrie vindt zoiets zelfs onzin: ‘Je moet van jongs af leren met tegenslagen om te gaan. Daar draait het om in de topsport.’

Die kunst beheerst zoonlief intussen helemaal. En net daarom is hij, meer dan ooit, een meedogenloze killer.

Mister 50 procent

Sinds de start van zijn profcarrière, op 1 januari 2014, tot en met de WB-race in Overijse, net voor de deadline van dit magazine, behaalde Mathieu van der Poel in drie verschillende disciplines exact 199 zeges in 399 UCI-races, of liefst, afgerond, 50%.

Als veldrijder

141 op 191 (74%)

Als mountainbiker

27 op 53 (51%, inclusief eindstanden in rittenkoersen)

Als wegrenner

31 op 155 (20%, inclusief eindstanden in WT/2.1/2.2-rittenkoersen)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content