Jonas Creteur

Waarom een introverte Tourwinnaar als Jonas Vingegaard geen kleinere kampioen is

Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack.

Terwijl de charismatische Tadej Pogacar bestempeld wordt als ‘The People’s Champion’, krijgt Jonas Vingegaard soms minachtende opmerkingen omdat hij verlegen en stil is. Niemand, ook geen Tourwinnaar, hoeft zichzelf echter te veranderen omdat de buitenwereld dat van hem verlangt.

‘Hoe zou jij jezelf als persoon omschrijven?’, vroeg Seb Piquet, de vaste interviewer van de Tourorganisatie, na de etappe van vrijdag aan Jonas Vingegaard.

De Deen keek hem aan, lachte en zei met zichtbare trots: ‘Als een groot familiemens’.

Een kort antwoord, zoals hij in vorige persconferenties er al veel gegeven had.

Enigszins verrast door Vingegaards korte repliek, stelde Piquet een volgende vraag, over hoe de geletruidrager zichzelf als renner zou omschrijven. ‘Schuilt er iets in jou wat we misschien niet zien op jouw gezicht?’

Weer antwoordde Vingegaard clichématig: ‘Ik koers graag agressief, en ik win graag natuurlijk. Zoals iedereen in het wielrennen’.

Waarop Piquet vroeg: ‘Ben je een warrior?’

Vingegaard: ‘Jazeker. Ik ben wel vriendelijk voor mijn collega’s, maar op de fiets moet je ook met hen vechten’.

Piquet beëindigde het interview met een concluderende vraag: ‘Maar je blijft een low key guy, een verlegen persoon?’

‘Ja, dat zou ik wel zeggen’, besloot de aanstaande Tourwinnaar bevestigend.

De poging van Seb Piquet om Jonas Vingegaard beter te leren kennen, zoals hij zijn eerste vraag had ingeleid, leverde niet veel op. Maar de korte antwoorden van de Jumbo-Visma-renner vatten voor een stuk wel de kern samen van wie hij is.

Een intussen vertrouwd beeld na een Touretappe: Jonas Vingegaard met zijn vrouw Trine en zijn dochtertje Frida.

Een man uit Jutland, in het hoge, landelijke noorden van Denemarken, waar bescheidenheid en nuchterheid met de paplepel worden ingegeven. Een man die na elke etappe zijn elf jaar oudere vrouw Trine en zijn dochtertje Frida liefdevol knuffelt en kust. Een man die liever iets in vier woorden zegt dan in twintig volzinnen – de traditionele persconferentie met de geletruiwinnaar van afgelopen zaterdag duurde welgeteld elf minuten.

Een man die lak heeft aan zijn imago, zich niet bezighoudt met sociale media, en de dürüm kebab waar hij zo naar verlangd heeft na de Tour liever opeet in de gesloten, warme cocon van zijn familie en ploeg. Een man die na zijn vorige Tourzege en de vieringen als de nieuwe volksheld van Denemarken ook wekenlang thuis in Glyngøre verbleef, bij Trine en Frida. Een burn-out, zoals hier en daar werd aangehaald? Neen, gewoon de manier waarop hij zich het liefst ontspant, benadrukte Vingegaard gisteren nog eens.

De publiekslieveling

Die verlegen persoonlijkheid staat in schril contrast met de vuistjes gevende, jolige, dollende, in het zwembad duikende, charismatische en vlotter pratende Tadej Pogacar, letterlijk en figuurlijk het kuifjesmannetje van het peloton.

Door die grotere X-factor en door zijn agressieve manier van koersen, ook in de klassiekers, alom geliefd, als ‘The People’s Champion’. Zelfs sterven op zijn fiets doet de Sloveen op een sympathieke manier, zoals in de etappe naar de Col de la Loze. De lieveling van het publiek en ook van de media, die smullen van zijn leuke quotes.

In andere, negatievere omschrijvingen wordt Vingegaard op sociale media en in columns soms weggezet, zelfs door journalisten van gerespecteerde kranten en wielermagazines. ‘De bleke Deen’. ‘Meer robot dan mens’. ‘De diepvriezer’. ‘Arrogant en niet respectvol’ (omdat hij in interviews niet veel zegt). Zelfs ‘het gedoe met vrouw en kind’ bleek sommigen ‘stierlijk te vervelen’.

Jonas Vingegaard werd vorig jaar na zijn eerste Tourzege toegejuicht door 25.000 fans in de Deense hoofdstad Kopenhagen.

Dat Jonas Vingegaard door zijn introverte karakter voor marketeers niet de gedroomde, tot de verbeelding sprekende posterboy is om de wielersport aan de grote massa te verkopen, dat klopt.

Dat hij, vooral in de Tour, soms té halsstarrig ‘Het Plan’ van zijn ploeg volgt en te weinig instinctmatig koerst, dat klopt ook. In de tweede rit naar San Sebastián had de Deen altijd een kopbeurt moeten doen voor Wout van Aert. In de etappe van zaterdag had hij, met een voorsprong van ruim zeven minuten, ook met Tadej Pogacar kunnen doorrijden. Vingegaard speelde liever op safe, mede beïnvloed door zijn ploegleiders die naar eigen zeggen doodsbenauwd waren dat het noodlot alsnog zou toeslaan. De Tourwinnaar werd zo wel denigrerend bestempeld als een ‘bange wezel’, terwijl Pogacar bejubeld werd voor zijn veerkracht.

Aantrekkelijk contrast

Ook in een etappe waarin, behalve de ritzege, niets meer te winnen was, dreef het contrast tussen hen zo boven. Al is dat in grote mate ook de aantrekkingskracht van hun rivaliteit. Zoals dat indertijd met Raymond Poulidor en Jacques Anquetil het geval was, of met Lance Armstrong en Jan Ullrich.

Vingegaard is echter geen ‘kleinere’ kampioen, en zéker geen ‘kleinere’ mens, omdat hij weinig zegt en verlegen is. Niemand hoeft zijn ziel voor de buitenwereld bloot te leggen als dat niet in zijn aard ligt. Ook niet in sociale mediatijden waarin het haast een ‘eis’ is waaraan een toprenner moet voldoen. Het is trouwens niet nieuw voor een meervoudige geletruiwinnaar. Eddy Merckx, Miguel Indurain, Chris Froome: ook zij spraken liever met de pedalen dan met hun mond.

Het pleit voor Vingegaard dat hij zich van die meningen niets aantrekt. En dat hij zijn verlegenheid op de fiets ook grotendeels van zich heeft afgeworpen. De renner die bij de jeugd voor en tijdens wedstrijden, maar ook als beginnend prof bij Jumbo-Visma, moest braken door de druk die hij zichzelf oplegde, is niet meer. Zeker sinds zijn eerste Tourzege is zijn vertrouwen sterk gegroeid. In die mate zelfs dat ze binnen zijn ploeg zeiden dat Vingegaard vaak de kalmste in de bus was.

Jonas Vingegaard wordt geïnterviewd na de voorlaatste rit van de Tour. © Getty

De Deen werd zelfs een killer die op het juiste moment kan toeslaan. Zoals in de rit naar de Col du Granon van vorig jaar. Of zoals hij zo verwoestend deed in de tijdrit van afgelopen dinsdag.

Bange wezels kunnen dat niet. Bange wezels winnen geen twee keer de Tour de France. Bange wezels blijven niet doorzetten als ze tijdens de jeugdcategorieën er niet aan te pas komen, zoals Vingegaard op de vlakke, winderige wegen in Denemarken. Waar hij als schriele, kleine tiener steevast weggewaaid werd in de clubtrainingen met veel struisere, oudere kerels. Maar de volgende training er toch opnieuw stond. En bleef dromen dat hij ooit een profrenner kon worden.

Stille vogel

Dat Jonas Vingegaard uiteindelijk twee keer de Tour zou winnen en zo waarmaakte wat niemand, behalve zijn ouders, in zijn tienerjaren ooit durfde te vermoeden, verdient lof en respect. Geen minachtende commentaren over zijn karakter. Elke vogel zingt zoals hij gebekt is. En ook een stillere vogel hoeft zijn liedje of volume niet te veranderen omdat de buitenwereld dat van hem verlangt.

Laat Vingegaard zichzelf als persoon, echtgenoot, vader en als toprenner verder ontplooien, in het ritme waarop híj zich het beste bij voelt. Zoals ook Tadej Pogacar zijn jolige zelf mag blijven.

Elk zijn ze even groot als kampioen.

Maar op hun eigen manier.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content