Waarom Demi Vollering terecht bestraft werd voor het fietsen achter haar ploegwagen
Demi Vollering, een van de twee topfavorietes voor de Tour de France Femmes, kreeg donderdag een tijdstraf van twintig seconden omdat ze na een lekke band achter haar ploegwagen terugkeerde naar het peloton. Dat leidde tot veel commotie en verwarring. Wat mag wel of niet? Een analyse.
Wat is er gebeurd?
In de vijfde rit van de Tour de France Femmes rijdt Demi Vollering lek op zo’n 68 kilometer van de finish. Ze krijgt een nieuw achterwiel, een wissel die zo’n halve minuut duurt.
Vollering trekt zich daarna op gang, en begint aan haar terugkeer. SD Worx-ploegleider Danny Stam passeert haar een halve minuut later, waarop de Nederlandse achter haar teamauto gaat rijden. Dat geeft namelijk een groot aerodynamisch voordeel, door de zuigkracht van de wagen. In een goede dertig seconden fietst Vollering in een razende vaart naar de laatste wagen van de colonne van ploegleiders achter het peloton.
Daarop steekt haar ploegleider, Danny Stam, die karavaan links voorbij, met Vollering nog altijd achter de auto. Hij moet zelfs even in de berm rijden om een andere ploegwagen te ontwijken. Een gevaarlijke situatie die gelukkig goed afloopt. Na een twintigtal seconden komt een jurylid in beeld dat Stam aanmaant om te stoppen met zijn renster op sleeptouw te nemen.
Pas twintig seconden later, ter hoogte van wagen nummer zeven in de colonne, trapt Stam op de rem en steekt Vollering haar ploegwagen voorbij. Zij zet haar terugkeer voort tot in het peloton. Het jurylid maakt met een duidelijke vingerwijzing misbaar naar Danny Stam, zijn manoeuvre wordt afgekeurd.
Dat blijkt ook wanneer na de aankomst de wedstrijdjury zijn dagelijks rapport vrijgeeft: twintig seconden straftijd voor Vollering, plus tien en twee punten aftrek in het punten- en bergklassement, plus een boete van 100 Zwitserse frank. Ploegleider Danny Stam krijgt een boete van 200 Zwitserse frank. Een straf die wordt uitgesproken op basis van artikel 12.2.007/4.7 van het UCI-reglement, wegens ‘abri derrière un véhicule’, of het ‘schuilen achter een wagen’.
Vooral de secondenstraf kan bepalend worden in de strijd om de gele trui. Voor rit vijf had Vollering acht seconden voorsprong op titelverdedigster en rivale Annemiek van Vleuten. Na de etappe heeft wereldkampioene Van Vleuten een marge van twaalf seconden op Vollering.
Wat waren de reacties?
SD Worx-ploegleider Danny Stam en Demi Vollering reageerden allebei verontwaardigd. Volgens Stam heeft hij zijn renster teruggebracht tot ‘wagen elf of twaalf’ (wat niet klopt), en ging hij achter haar rijden toen het jurylid hem dat aanmaande (weliswaar pas na twintig seconden). ‘Voordien werd me niets gemeld.’
Volgens Stam is voor ‘zo’n akkefietje’ een straf van twintig seconden overdreven, zeker omdat dit het algemeen klassement kan beïnvloeden. ‘Ik vraag me af of die mensen capabel zijn om zo’n wedstrijd te leiden’, zei de Nederlander, die vandaag door de UCI-jury uit de Tour de France Femmes is gezet wegens zijn actie én zijn commentaar achteraf.
Ook Vollering begreep de straf niet. Ze had naar eigen zeggen slechts ‘een stukje’ achter de wagen gereden (in werkelijkheid 1 minuut en 10 seconden) en daarna al het achtervolgingswerk ‘zelf opgeknapt’. Ze deed volgens haar ‘niets verkeerd’ en voelde zich nooit in gevaar, omdat ze ‘haar ploegleider vertrouwt’.
Ook SD Worx-ploeggenote Lotte Kopecky vond de tijdstraf buiten proportie. ‘Dit is bullshit. Als je pech hebt, probeert elke renner terug te keren in het zog van de volgwagen.’
Is de straf voor Demi Vollering terecht?
Naar de letter van het UCI-reglement wel. Alleen wordt stayeren achter een wagen daar zeer algemeen en kort beschreven, in het hierboven aangehaalde artikel 12.2.007/4.7. ‘Sheltering behind or taking advantage of the slipstream of a vehicule’ wordt als ‘irregular’ bestempeld: renners mogen dus niet ‘schuilen achter een voertuig of profiteren van de slipstream van een voertuig’.
De straf voor een dergelijke overtreding staat wel gedetailleerd beschreven. Ze gaat van twintig seconden tot vijf minuten aftrek in het algemene klassement voor de renner, en van vijftig tot vijfhonderd Zwitserse frank boete voor de renster, de bestuurder van de wagen of de ploegleider die verantwoordelijk is voor het voertuig. Bij ‘serieuze gevallen’ of ‘herhaaldelijke inbreuken’ kan de renner of de ploegleider ook gediskwalificeerd of uitgesloten worden.
Lees hier alles over de Tour de France 2023
Volgens dat artikel is achter een wagen rijden in alle gevallen verboden. Er zijn echter gradaties daarvan die de wedstrijdjury wel of niet toestaat en wel of niet bestraft.
Situatie één: een renner die door mechanische pech of een val achterop raakt, achter de colonne van de ploegwagens, zoals donderdag het geval was met Demi Vollering. Zowat elke renner zal dan achter de ploegwagen worden teruggebracht naar de karavaan. Dat mag wél in nationale wedstrijden in Nederland, maar niet in UCI-races.
Juryleden knijpen in 95 procent van de gevallen echter een oogje dicht. ‘Behalve als die achtervolging overdreven lang duurt, zo’n vijf minuten bijvoorbeeld, of met een te extreme snelheid, 80 kilometer per uur bijvoorbeeld’, zegt een commissaris die anoniem wenst te blijven.
‘Dat kan ook afhangen van de timing van de achtervolging. In het begin van de koers wordt er bijvoorbeeld meer toegestaan. Helaas soms ook bepalend: hoelang de beelden live op tv te zien zijn. Sommige regisseurs switchen na een tiental seconden naar een ander beeld om de renner niet in diskrediet te brengen. Anderen brengen bijna de hele achtervolging in beeld, zeker als er weinig gebeurt in een wedstrijd. Dat leidt tot veel reacties op sociale media, en dat kan de jury ertoe aanzetten om wel een straf te geven.’
Dat was het geval op het WK voor beloften in Harrogate 2019, toen wereldkampioen Nils Eekhoff gediskwalificeerd werd omdat hij na een val minutenlang achter de wagen van de Nederlandse bondscoach had gereden.
Situatie twee: een renner keert in de colonne van ploegwagens terug naar het peloton, door gebruik te maken van de slipstream van alle auto’s. Op zich is dat volgens het UCI-reglement ook verboden, maar dat keurt de wedstrijdjury zo goed als altijd goed, als de renner in kwestie geen extreem gevaarlijke toeren uithaalt. Meer zelfs: in de cursussen die commissarissen en ploegleiders in spe (van zowel jeugdteams als van UCI-ploegen) moeten volgen wordt de ‘officieuze’ procedure daarvan ook specifiek uitgelegd.
De renner mag in de colonne aan de rechterkant van auto naar auto rijden, en zo terugkeren naar het peloton. Om gevaarlijke situaties en botsingen te vermijden moet de ploegleider in die colonne áchter zijn renner blijven, zelfs als de ploegleider positie nummer één (het dichtst bij het peloton) in de volgerskaravaan heeft.
(lees verder onder de afbeelding)
De ploegleider mag de renner wel aan de linkerkant van de weg blijven volgen tot de renner is teruggekeerd in het peloton. Daarna moet de ploegleider zich langzaam laten uitzakken tot zijn vooraf bepaalde positie in de volgerskaravaan.
Een ploegleider die in de colonne aan de linkerkant zijn renner op sleeptouw neemt en zo naar het peloton terugbrengt, zoals Danny Stam deed met Demi Vollering, is dus verboden. Dat melden veel UCI-commissarissen ook in elke meeting met de ploegleiders voor een wedstrijd.
(lees verder onder de afbeelding)
‘Danny Stam moet dat dus weten’, zegt de commissaris. ‘En daarom zijn hij en Vollering meer dan waarschijnlijk ook gestraft. Niet dus omdat hij Vollering áchter de colonne heeft teruggebracht, wel voor zijn manoeuvre ín de colonne. En omdat Stam bleef doorrijden na de eerste verwittiging van het jurylid op de motor. De wagen van SD Worx heeft weliswaar nummer één in de volgerskaravaan, maar dat is dus van geen tel. Ook dan mag de renner niet achter de ploegwagen blijven rijden tot die positie. Dat zou niet eerlijk zijn ten opzichte van ploegwagens met nummer vijftien tot twintig.’
Waarom leidt dit zoveel verwarring?
Omdat de UCI-regel te algemeen is en niet consequent wordt toegepast. Stayeren achter een wagen is verboden, maar dat wordt oogluikend toegestaan. Zowel als de renner achter de volgerskaravaan terugkeert, als wanneer de renner in de colonne auto per auto voorbijsteekt. Dat laatste staat zo letterlijk vermeld in de cursus voor commissarissen en ploegleiders, maar dus níét in het UCI-reglement zelf.
Door de algemene en korte ‘niet schuilen’-regel kan de wedstrijdjury wel gevaarlijke en extreme situaties bestraffen, zoals bij Stam en Vollering. Zonder dat de commissarissen daar ook extra uitleg over verschaffen, net als over de strafmaat. In Vollerings geval was dat twintig seconden, terwijl de dag ervoor een andere renster een straf van een minuut kreeg.
Door niet exact te bepalen wat een renner wel of niet mag doen, en met verschillende straffen te werken, creëert de UCI soms verwarring, zeker bij de wielerliefhebbers. Renners en ploegleiders weten wel wat (officieus en oogluikend) wordt toegestaan, of zouden dat moeten weten, maar proberen soms ook buiten die lijntjes te kleuren. Gevolg: veel commotie en verontwaardiging als er dan effectief een straf volgt.
Gevraagd dus: een meer specifieke regel over stayeren achter de ploegwagen, buiten en in de volgerskaravaan.
Professor Sportrecht Frank Hendrickx: ‘Regel staat of valt met de manier waarop die wordt gehandhaafd’
Volgens professor Sportrecht Frank Hendrickx (KULeuven) kan een bepaalde regel, zoals de ‘no sheltering behind a vehicule’-regel van de UCI, een voldoende algemene omschrijving hebben. ‘Maar het is van zeer groot belang dat een regel dan ook consequent en eerlijk wordt gehandhaafd. Dus zonder willekeur. Vergelijkbare gevallen moeten op dezelfde manier worden benaderd. Daarbij moet je ook altijd rekening houden met de context, de fase en omstandigheden van de wedstrijd.’
‘Ook bij de effectieve bestraffing moet een sportbond nadenken over de proportionaliteit van de sanctie. Voldoende gradaties voorzien is daarbij sterk aanbevolen. Dat kan door in het reglement specifieke voorbeelden te geven in welke situaties de regel strenger of minder streng wordt bestraft, maar waarbij de regel altijd wordt gehandhaafd. Dat geeft een jurybeslissing meer referentiepunten dan alleen maar het eigen oordeel van het moment.’
‘Kortom, een regel staat of valt met de manier waarop die wordt gehandhaafd, en dat lijkt me hier het grote probleem. Het draagvlak ervan wordt onderuit gehaald door de regel vaker niet dan wel toe te passen’, besluit Hendrickx.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier