Vandaag start de Tour de France Femmes: veelzijdigheid vereist op zwaarder parcours
De vrouwen-Tour start vandaag in Clermont-Ferrand. En verlegt verder zijn grenzen, richting het zuiden. Wie Annemiek van Vleuten wil opvolgen, zal van alle markten thuis moeten zijn.
Twee belangrijke vernieuwingen springen in het oog op het parcours van de tweede editie van de herboren vrouwen-Tour: de introductie van het hooggebergte en de toevoeging van een individuele tijdrit. Twee primeurs gereserveerd voor de laatste twee etappes, waardoor de grote afspraken net als vorig jaar in het slotweekend op het programma staan.
Toch kunnen de klassementsrenners maar beter vanaf de eerste dag op hun hoede zijn. Draaide in 2022 de openingsrit op de Champs-Elysées onvermijdelijk op een massaspurt uit, dan belooft koersdirecteur Marion Rousse op de lus rond Clermont-Ferrand onmiddellijk actie. De Côte de Durtol, met de top op minder dan tien kilometer van de streep, lacht de punchers toe.
Mogelijk worden zelfs de favorieten voor de eindzege al uit hun tent gelokt, zoals op het eerste klimmetje van derde categorie vorig jaar. Al is de Durtol minder steil dan de Côte de Mutigny, in die door Cecilie Uttrup Ludwig gewonnen derde rit van vorig jaar naar Epernay, en gaat er ook een minder pittige aanloop aan vooraf.
Net zo goed overleeft dus ook de steeds beter klimmende Lorena Wiebes de debatten of keert ze in de verraderlijke afdaling nog terug, om zich op de oplopende laatste rechte lijn voor het tweede jaar op rij het eerste geel toe te eigenen.
Punchers die zich in de openingsrit de kaas van het brood laten eten, krijgen de volgende dag een herkansing in een etappe met bijna 2500 hoogtemeters, het equivalent van Luik-Bastenaken-Luik. De hele tocht door het Centraal Massief gaat op en af, over in totaal zes hellingen – het hoogste aantal van alle ritten.
Aan het eind van de bijna veertig kilometer lange slotlus rond aankomstplaats Mauriac wachten nog een laatste springplank, met de top op slechts anderhalve kilometer van de streep, en een licht oplopende finishstrook van vijfhonderd meter. Voer voor klassieke types met een sterk eindschot zoals Lotte Kopecky (al moest zij bij het ter perse gaan van deze gids haar deelname nog bevestigen).
Eerste grote afspraak
Ook de derde rit, door de departementen Corrèze en Dordogne, biedt weinig ruimte tot respijt. Op het menu opnieuw vijf gecatalogeerde hellingen, met de laatste weliswaar al op een 55-tal kilometer van de finish.
Dat laatste maakt dat ook de sprinters mogen dromen van winst in Montignac, waar de streep op een steenworp ligt van de grotten van Lascaux, wereldberoemd om hun rotsschilderingen van bijna 20.000 jaar oud. Deze keer het decor van een duel tussen Wiebes en haar voormalige sprintloods en landgenote Charlotte Kool?
Na een dag wellicht relatieve luwte moeten de klassementsrenners in de daaropvolgende rit naar Rodez zeker met de billen bloot. Dat is toch de verwachting van Tourbaas Rousse, die deze langste etappe – met 177 kilometer nog anderhalve kilometer langer dan de vijfde (door Wiebes gewonnen) langste rit vorig jaar – ‘de eerste grote afspraak’ noemt van deze Tour.
Het venijn zit in de laatste zestig kilometer, met het overgrote deel van de 2400 hoogtemeters en voortdurend smalle, kronkelende wegen. Een oorlogspad dat in Rodez uiteindelijk tot een explosie moet leiden op de Côte de Saint-Pierre, de kuitenbijter waar Greg Van Avermaet in de Tour 2015 een ritzege behaalde die een kantelpunt in zijn carrière zou betekenen.
Tussen het rendez-vous in Rodez en het weekend van de waarheid hopen de sprinters vervolgens twee keer aan zet te komen. Al wordt het op weg naar Albi, waar Wout van Aert bij de laatste ritaankomst in 2019 een verbouwereerde Elia Viviani het nakijken gaf, niet vanzelfsprekend om het peloton bijeen te houden. Ook al omdat de vorige etappe nog in de kleren zal hangen. Een houvast voor de sprintkanonnen: op een kleine 25 kilometer van de streep, boven op de Côte de Monestiés, zijn alle hindernissen achter de rug.
Weinig twijfel daarentegen dat etappe 6 de kroniek wordt van de aangekondigde massasprint. In Blagnac, waar in het verleden Petra de Bruin (1984), Tamara Poliakova (1987), Jeannie Longo (1988, tijdrit), Jutta Niehaus (1989, proloog) en Monique Knol (1989) zegevierden, vraagt de koninklijke laatste rechte lijn van meer dan een kilometer lang daar ook om.
Qua hoogtemeters is het, op de eerste rit na, de minst uitdagende etappe, en in tegenstelling tot de openingsdag hoeven de sprinters de springveren niet te vrezen, gezien de vlakke finale. Of leidt waaiervorming in de laatste twintig kilometer, op de eindeloze rechte weg voorbij Grenade, alsnog tot chaos?
Tourmalet in primetime
Daarna kan de storm in ieder geval helemaal losbarsten. 113 jaar nadat de Tour voor het eerst de Pyreneeën opzocht en de latere eindwinnaar Octave Lapize de organisatoren voor moordenaars verweet, zal op zaterdag 29 juli ook de vrouwen-Tour er in de kortste rit (90 km) het hooggebergte ontdekken. Of beter gezegd: herontdekken, want in de voorlopers van de huidige versie was dat geen onontgonnen terrein.
Met een aankomst op de Tourmalet, bovendien in primetime (na 19 uur), mikt de vrouwen-Tour op een nieuw kijkcijferrecord. Een prestigieuze finish op 2110 meter hoogte, maar niet onuitgegeven in de geschiedenis van het vrouwenwielrennen. De Tour cycliste féminin, later omgedoopt tot La Grande Boucle féminine, finishte drie keer op de Tourmalet, met winst voor Jolanta Polikeviciute (1994), Fabiana Luperini (1996) en Edita Pucinskaite (2000). Maar dat waren geen edities onder auspiciën van ASO, de huidige organisatie.
Tenzij het klassement zoals vorig jaar al na de voorlaatste rit in een beslissende plooi ligt, zal de 22 kilometer lange slottijdrit bepalen wie de opvolgster wordt van Annemiek van Vleuten. Start en aankomst zijn in Pau, waar de vrouwen-Tour in de jaren tachtig al twee keer finishte (met als winnaressen Kelly-Ann Way in 1984 en Inga Thompson in 1986) en Marianne Vos in 2019 de eendagswedstrijd La Course by Le Tour de France won.
De laatste keer dat een Tour (m/v) eindigde met een tijdrit, was in 1989: de fameuze acht seconden tussen Greg LeMond en Laurent Fignon. Met of zonder zo’n spannende apotheose, vast staat dat de eindlaureate een complete renster zal zijn.