Van afgaan tot winnen: de Gentse lessen van Mark Cavendish
Aan de zijde van Iljo Keisse start Mark Cavendish dinsdag aan de Gentse zesdaagse. Een wederzien met het Kuipke, waar Cav in 2016 met Bradley Wiggins won, maar waar hij in zijn eerste drie deelnames telkens een mal figuur sloeg. Een reconstructie van de Gentse lessen van de Manx Express.
Najaar 2004. Als lid van de in Manchester gevestigde British Cycling Academy trekt trainer Rod Ellingworth met de 19-jarige Mark Cavendish en drie andere jonge talenten (Geraint Thomas, Matt Brammeier en Tom White) naar de Toekomstzesdaagsen op het Europese vasteland. Een harde leerschool, want Ellingworth stuurt zijn onervaren pupillen elke morgen, een halve dag voor de competitie, op pad voor een extra training en laat hen zelf hun fietsen wassen.
Die aanpak levert zijn vruchten af, want aan de zijde van Brammeier debuteert Cavendish verrassend goed: in Amsterdam eindigt het duo als derde na Jonkman-Stroetinga en De Ketele-Schets, in Dortmund laten ze de (weliswaar zwakke) tegenstand achter zich en in de wereldbeker ploegkoers in Moskou finishen ze als zesde.
Wanneer hij daarna huiswaarts trekt, naar het eiland Man, is de decompressie echter groot bij Cavendish. ‘Die onverwachte zege in Dortmund was zo opwindend dat ik mezelf te veel beloond heb’, vertelt hij in zijn biografie Boy Racer. ‘In veertien dagen heb ik alles weggegooid, zoals een loterijwinnaar die zijn geld verbrast.’
Dat blijkt in de Gentse Toekomstzesdaagse, waar Cav, met een vetpercentage van twíntig procent, aan de zijde van Brammeier weggeblazen wordt: pas negende op elf teams. ‘Mark was helemaal uit vorm’, vertelt Steve Schets, met Kenny De Ketele winnaar van die zesdaagse. ‘Hij had ook veel moeite met de korte, technische piste in ’t Kuipke, waar hij voor het eerst reed. Driemaal is hij zelfs gevallen.’
Een prestatie die Cavendish in zijn biografie als ‘vernederend en beschamend’ omschrijft. ‘Ik zwoer dat ik nooit meer zo’n pak slaag zou krijgen. De weken erna heb ik, op het eiland Man, als een gek getraind: dagelijks vijf à zes uur. Een keerpunt in mijn carrière.’
Dat is te zien na Nieuwjaar: met Geraint Thomas wint Cavendish de Toekomstzesdaagse in Bremen, en in maart wordt hij in Los Angeles, tot verbazing van iedereen, met de 31-jarige Robert Hayles wereldkampioen ploegkoers bij de profs. Weliswaar door te profiteren van de rivaliteit tussen de Belgen (Keisse – Gilmore) en de Nederlanders (Slippens – Stam).
Profcontract
Na een drukke zomer op de weg bij het Duitse Team Sparkasse gaat Cavendish in de herfst van 2005 met Hayles op tournee in het zesdaagsecircuit. Als wereldkampioenen worden ze flink betaald, maar in de eerste Six, in Dortmund, beginnen ze als allerlaatste aan de slotdag, met een zware crash van Cavendish erbovenop.
Ondanks een lichte hersenschudding start de Brit twee dagen later in München, maar ook die zesdaagse wordt een calvarie: opnieuw allerlaatste, op 43 ronden van Zabel – Bartko. ‘Niet onlogisch’, verklaart Iljo Keisse. ‘Mark was amper twintig en moest het opnemen tegen specialisten. Een uur knallen met een groot verzet, zoals op het WK in Los Angeles, kon hij aan, maar in een zesdaagse telt vooral souplesse en uithouding.’
Ook in Gent, een week na München, verzuipt Cavendish. ‘Op de tweede dag reed Mark zo traag dat een aflossing met Hayles mislukte, waardoor die zwaar op zijn ribben viel’, vertelt Schets. De Brit kan weer starten, maar eindigt vier dagen later met zijn ploegmaat als laatste, op 34 ronden van Keisse-Gilmore.
Opnieuw recht Cavendish echter de rug: in maart 2006 pakt hij op de Commonwealth Games goud in de scratch, een maand later finisht hij met Hayles als vierde in het WK ploegkoers.
Warmdraaien
De volgende winter zet The Manx Missile wegens zijn eerste profcontract bij T-Mobile de pisteactiviteiten echter op een laag pitje. Een succes: voor het Duitse topteam behaalt hij in 2007, op zijn 22e, meteen elf zeges op de weg, waaronder de Scheldeprijs. Na dat debuutseizoen en een vakantie in Thailand begint Cavendish samen met Bradley Wiggins aan zijn eerste olympische missie.
In aanloop naar de WB-manches in Sydney en Peking, waar ze zich hopen te kwalificeren voor de Spelen van 2008, wil het nieuwe duo warmdraaien in de zesdaagse van Gent, Wiggins’ geboortestad. Maar zonder veel ambitie: ‘Een maand ervoor zei ik tegen de organisatoren dat ze geen mirakels moesten verwachten’, aldus Cavendish in zijn biografie. Ook Wiggins sluit een zege uit: ‘Ik heb hier toch al gewonnen (in 2003 met Gilmore, nvdr). We willen vooral automatismen aanscherpen en ongelukken vermijden, gezien het dodelijk ongeval met Isaac Gálvez vorig jaar.’
Toch zijn de verwachtingen hooggespannen bij publiek én concurrenten. Keisse: ‘Ik dacht dat we voor de tweede plaats gingen strijden.’ Maar waar Cavendish voor gewaarschuwd had, wordt werkelijkheid. Met zes kilo overgewicht en na amper een week trainen lopen hij en Wiggins, nochtans het dikst betaalde duo en met Mercator, een van de hoofdsponsors, op het groene shirt, tijdens de eerste avond al meteen een achterstand van tíén ronden op.
Wiggins, wél goed in conditie, kan er echter om lachen wanneer hij de pers te woord staat. ‘Mark is f*cked up. Maar let op: al die mannen die zo stoer doen omdat ze ons op tien ronden rijden, krijgen het als een boemerang terug in hun gezicht. Wij zijn de besten en dat zullen we tijdens de Spelen bewijzen. Daar smeren we die ronden terug aan hun broek’, zegt hij met een pokerface terwijl Cavendish kronkelt van de pret.
Chérie
Dat doet hij nog meer wanneer later op de week Eddy Wally Chérie zingt, vlakbij de cabine van de Britten. ‘Dat had Mark nog nooit gehoord. Hij gooide zelfs zijn handdoek op de baan. Al lachend, hé’, vertelt verzorger Bart Brackez. Maar achter de lach schuilt ook ernst. ‘Cav had zijn slechte prestaties ingecalculeerd en liet zich niet ontmoedigen. Integendeel: elke middag trainde hij zelfs nog wat extra op snelheid, een uurtje achter mijn derny langs de Leie, vanuit ons hotel in Auberge du Pêcheur – de vaste uitvalsbasis van T-Mobile in Sint-Martens-Latem – tot in Deinze en terug.’
Cavendish en Wiggins winnen in het weekend elk nog een dernynummer en ‘beperken’ uiteindelijk de schade als tiende op 39 ronden van winnaars Keisse-Bartko. ‘Van Wiggins geen slecht woord. Hij heeft zijn contract vervuld. Cavendish niet’, gromt organisator Patrick Sercu.
Ook bij de Manxman verdwijnt de lach wanneer hij nog tijdens de zesdaagse hoort dat T-Mobile na het dopinggeval rond Patrik Sinkewitz in de Tour besluit om de sponsoring te stoppen. ‘Ik had wel elf koersen gewonnen, maar probeer eind november eens een team te vinden’, vertelt hij in zijn biografie.
Nog bozer wordt de sprinter wanneer hij bij zijn thuiskomst in een krant ziet dat de journalist, die een week hem en Wiggins in Gent had gevolgd, hen met de grond gelijkmaakt. ‘Typisch: in België werden we als koningen ontvangen, in Groot-Brittannië kregen we alleen maar kritiek.’
Die gebruikt de sprinter als brandstof om opnieuw terug te slaan. Begin december 2007 stellen hij en Wiggins met zilver op de WB-ploegkoers in Peking de kwalificatie voor de Spelen van Peking veilig. Nog zoeter smaakt de revanche wanneer het Britse duo in april 2008 wereldkampioen ploegkoers wordt, voor eigen volk in Manchester bovendien.
Vier dagen erna behaalt Cav zijn eerste seizoenszege op de weg – in de Driedaagse De Panne – en eind juli fonkelt zijn ster nog feller na vier ritoverwinningen in de Tour. Alleen de Spelen in Peking, half augustus, monden uit op een sisser: pas negende. Wiggins heeft, na winst in de individuele en de ploegenachtervolging, zich immers op zijn hobby gestort: drinken – het begin van een maandenlang stilzwijgen tussen de twee.
De revanche in Gent
Ruim zes jaar later en een decennium na zijn eerste deelname start Cavendish, intussen 120 wegzeges rijker, in 2014 in Gent. Om te vermijden dat de kilo’s zich tijdens het tussenseizoen weer opstapelen, maar ook met een extra drive: de ‘vernedering’ van 2004 (en die van 2005 en 2007) uitwissen.
Daar slaagt hij bijna in: met Keisse wordt hij tweede, op 46 punten van Kenny De Ketele en Jasper De Buyst. Een week later gevolgd door zijn eerste zesdaagsezege uit zijn carrière, met Keisse, in Zürich.
In 2016 neemt Cavendish, die de zomer ervoor zilver heeft behaald op het olympische omnium in Rio, definitief revanche door met uitgerekend Bradley Wiggins de ‘Six’ in Gent op zijn naam te schrijven. Drie jaar later, in 2019, gevolgd door een nieuwe deelname, met Keisse. Deze keer met minder succes: het duo Belgisch/Britse duo wordt vierde, op één ronde van winnaars Robbe Ghys en Kenny De Ketele, mede omdat Cavendish niet in een beste vorm verkeert.
Die topconditie heeft de renner van Deceuninck-Quick-Step ook nu niet, bij een nieuwe deelname in Gent, weer gekoppeld aan Keisse. Die heeft al beloofd om niet meer te briesen als Cavendish moet achterblijven. Maar genieten in het Kuipke zullen ze allebei, net als het publiek in Gent.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier