TOURRIT 15: Loudenvielle – Plateau de Beille

Marco Pantani op Plateau de Beille in 1998.
*
*  

De vijftiende rit in de Tour de France vindt plaats op zondag 14 juli 2024 en is 197,7 km lang.

Met amper 300 inwoners is Loudenvielle de kleinste ville étape van deze Tour. Toch heeft het in verhouding een dik palmares: sinds 1997 organiseerde het al één start en vier aankomsten. Het laatste bezoek dateert van 2020, toen Nans Peters de Fransen cocorico deed zingen. In deze Tour komt daar een nieuwe départ bij, bovendien op Quatorze Juillet. Veel renners, van hoog tot laag in het algemene klassement, zullen er met stress aan de start staan, want de vijftiende etappe is qua aantal hoogtemeters (een kleine 5000) de zwaarste van deze Tour.

Zowat iedereen zal zich vooraf warmfietsen op de rollen, want bij kilometerpaal nul gaat het meteen bergop, richting de westelijke zijde van de Peyresourde. De 6,9 kilometer aan 7,8 procent is voldoende om het peloton te doen uiteenvallen. De strijd om de vlucht van de dag zal intens zijn. Met klimmers die azen op ritwinst en de bolletjestrui, en met ploegmaats van klassementsrenners die vanwege de vele valleikilometers vooruitgestuurd zullen worden. Sprinters die achteraan in het peloton al op de Peyresourde moeten lossen, gaan een lijdensweg tegemoet. Zij kunnen wel nog terugkeren in de 13 kilometer lange afdaling en een vallei van 20 kilometer, in de hoop dat de rust in het peloton is teruggekeerd.

De volgende twee beklimmingen zullen de deur achteraan weer openzetten: de Col de Menté (9,3 kilometer) en de Portet-d’Aspet (4,3 kilometer). Niet zo lang maar wel steil: beide cols stijgen gemiddeld ruim negen procent. In de verraderlijke, bochtige afdalingen is voorzichtigheid geboden. Die hebben in het verleden al slachtoffers geëist – remember Luis Ocaña en Fabio Casartelli. Nadien kan iedereen weer op adem komen in een vallei van een kleine 60 kilometer die leidt naar de Col d’Agnes, vanuit Aulus-les-Bains. De aanloop is al vals plat omhoog, en daarna gaat het 10 kilometer bergop aan gemiddeld 8,2 procent. Gevolgd door een korte afdaling en 4,4 kilometer van de Port de Lers, aan 5,4 procent. Die twee cols zullen de vermoeienis doen opstapelen.

De verhoudingen tussen de klassementsrenners worden hier sowieso blootgelegd.

In een niet zo ver verleden kon je voorspellen dat de klassementsrenners hier hun benen zouden sparen voor de slotklim. Maar een offensief op de Col d’Agnes is niet uitgesloten, al moet een aanvaller dan wel hulp krijgen van vooruitgestuurde teamgenoten in de 25 kilometer lange afdaling naar Tarascon-sur-Ariège en het 10 kilometer vlakke stuk tot Les Cabannes. Daar begint de slotklim naar het skistation Plateau de Beille, dat de jongste jaren een opfrisbeurt kreeg van 8,5 miljoen euro.

Heerst er voordien toch wapenstilstand, dan zal de strijd op de 15,8 kilometer aan 7,9 procent zeker losbarsten. Zelfs al in de eerste 5 kilometer, want daar knikt de weg geregeld tot 11 procent omhoog. Pas in het laatste deel worden de percentages wat kleiner. Door de lengte van de klim en van de etappe (198 kilometer), na al bijna 4000 hoogtemeters te hebben verteerd en na al twee weken koersen, zullen de verhoudingen tussen de klassementsrenners hier sowieso worden blootgelegd. Zeker als ook de hitte zou toeslaan.

Record van Pantani

In het verleden hebben de beste klimmers of sterkste renners op Plateau de Beille altijd plankgas gegeven, vaak met verboden brandstof in de tank. De snelste klimtijd staat nog altijd op naam van Marco Pantani, die in 1998 de 15,8 kilometer aflegde in 43 minuten en 28 seconden, met al vier Pyreneeëncols in de benen. Het was de start van zijn inhaalrace op geletruidrager Jan Ullrich en een van de strafste prestaties ooit van de Piraat.

De klimtijden van de volgende winnaars op deze klim in het departement Ariège, of van de snelste klassementsrenners, komen niet eens in de buurt. Lance Armstrong in 2002 en 2004, Jelle Vanendert in 2011, Alejandro Valverde in 2015 (toen Joaquim Rodríguez vanuit de vlucht won) reden twee tot drie minuten trager omhoog. Alleen Alberto Contador en Michael Rasmussen kwamen in 2007 enigszins in de buurt met een tijd van 44 minuten en 17 seconden, 49 tellen meer dan Pantani. Weliswaar in een rit met slechts één col voor Plateau de Beille.

Partner Content