TOURRIT 6: Mâcon – Dijon
De zesde rit in de Tour de France vindt plaats op donderdag 4 juli 2024 en is 163,5 km lang.
Voor vakantiegangers die geregeld de Autoroute du Soleil naar Zuid-Frankrijk nemen, zal Mâcon, de startplaats van de zesde rit, bekend in de oren klinken. De ‘snelweg naar de zon’ loopt immers vlak langs de gemeente in het departement Saône-et-Loire. Bij Franse voetbalfans staat ze bekend als de geboortestad van Antoine Griezmann, de aanvaller van Atlético Madrid.
Bij supporters van Thomas De Gendt zal Mâcon ook een belletje doen rinkelen. Het was immers de startplaats van de memorabele etappe in de Tour van 2019 naar Saint-Etienne. Die won de Oost-Vlaming na een veertien kilometer lange solo en een nog langere vlucht.
De laatste aankomst van een Tourrit in Mâcon dateert van 2006, toen Matteo Tossato de negende van intussen vijftig etappezeges in de Tour voor het Quick-Stepteam behaalde. In een verder verleden waren in Mâcon ook de later gediskwalificeerde Lance Armstrong (2002) en Miguel Indurain (1991) de snelste in een individuele tijdrit.
Voor de tweede dag op rij is een massasprint het meest realistische scenario.
Wijndecor
Op sportief vlak zal er niet veel te beleven zijn, want voor de tweede dag op rij is een massasprint het meest realistische scenario. De renners moeten slechts 873 hoogtemeters overwinnen in amper 163 kilometer. In het begin van de etappe ligt er wel een helling, de Col du Bois Clair, maar die dient hoogstens als lanceerplatform voor een vluchtersgroep.
Liefhebbers van wijngaarden en middeleeuwse wijnkastelen komen wel aan hun trekken. De Franse tv zal immers tijd over hebben om prachtige plaatjes te schieten van de Côte Chalonnaise, een wijnstreek met dorpjes als Bouzeron, Givry, Mercurey, Montagny en Rully. Ook de Abdij van Cluny, een benedictijnerklooster uit de tiende eeuw, zal ongetwijfeld in beeld komen.
In het tweede deel van de etappe rijdt het peloton de Côte-d’Or binnen. Een naam die het departement dankt aan de herfstkleuren die de wijngaarden in het najaar kenmerken. De rit eindigt in de grootste stad van het departement, Dijon. Na een vlakke laatste rechte lijn van 800 meter op de brede Cours Général-de-Gaulle, nabij de Place du Président-Wilson. Een kilometer voor de eindstreep moeten de renners wel een grote rotonde passeren, maar daarna is er nog tijd om op te schuiven.
Bruin bakt het Bruin
De Stad der Hertogen, La Cité des Ducs, is met haar 160.000 inwoners een van de grootste Franse steden waar de Tourkaravaan zijn tenten in de 21e eeuw nog niet had opgeslagen. De laatste finish van een rit, in 1997, is wel de geschiedenis ingegaan als die waarin een van de meest bizarre jurybeslissingen in de Tourgeschiedenis werd genomen. Twee vluchters, Bart Voskamp en Jens Heppner, sprintten er om de zege, maar uit pure vermoeidheid begon de Duitser met zijn hoofd en schouder tegen de Nederlander aan te leunen. Voskamp bleef overeind en won. Tot Martin Bruin, de Nederlandse juryvoorzitter, ingreep. ‘Wie niet zag dat de twee renners zwaar van hun lijn afweken, moet een bril opzetten. Voskamp verloor zijn ritzege en werd teruggezet naar de tiende plaats, Heppner naar de elfde.’ Mario Traversoni, die 26 seconden na het duo de spurt om de derde plaats won, werd uitgeroepen tot winnaar. Zelfs Tourdirecteur Jean-Marie Leblanc vond het bizar: ‘Ik deel alle beslissingen van de commissarissen, behalve vandaag. Ze gingen verder dan de gewenste strengheid.’
Etienne De Wilde bewaart betere herinneringen aan de stad die beroemd is om de mosterd. In 1991 behaalde hij in Dijon een etappezege op een manier die we tegenwoordig zelden nog zien: twee kilometer voor de finish schoot de Blonde Pijl uit Laarne weg uit het peloton. Hij hield stand tot de eindstreep, waar hij nipt de sprintende Jean-Paul van Poppel voorbleef. Zo’n late demarrage was een van de specialiteiten van De Wilde, die na de aankomst zei: ‘Geluk moet je zelf afdwingen.’ Een waarheid als een koe.
Tour de France 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier