TOURRIT 4: Pinerolo – Valloire

Het monument ter ere van ­Henri Desgrange op de Galibier. © AFP via Getty Images
*
*  

De vierde rit in de Tour de France vindt plaats op dinsdag 2 juli 2024 en is 139,6 km lang.

De linken met het Italiaanse wielerverleden worden ook in deze rit gelegd. De start vindt immers plaats in Pinerolo, de finishlocatie van de zeventiende etappe van de Giro 1949. Daarin zette Fausto Coppi een majestueuze solo van 192 kilometer op en bouwde hij een voorsprong van bijna twaalf minuten uit op grote rivaal Gino Bartali.

Pinerolo, in het Frans Pignerol, wordt deze keer het beginpunt van een uitzonderlijke etappe in de Tour, want nog nooit in de geschiedenis van La Grande Boucle moesten de renners zo vroeg, al op de vierde dag, zo hoog klimmen. Parcoursbouwer Thierry Gouvenou had nochtans voor enkele vlakkere tunnels kunnen opteren, maar de laatste jaren heeft hij de openingsweek steeds afwisselender gemaakt. Deze keer dus met een bergrit van slechts 138 kilometer. Van bij de start gaat het zoetjesaan omhoog. Liefst 40 kilometer, met gemiddeld 3,7 procent tot in het skioord Sestriere, de hoogstgelegen gemeente in Italië (2035 meter). In 1952 won Coppi er na een nieuwe memorabele solo, deze keer in de Tour.

Allicht zal het in het eerste uur razendsnel gaan, want de kans is reëel dat een vluchter voorop blijft tot de aankomst. Bovendien zijn er een pak punten voor het bergklassement te verdienen. Wie na deze etappe de bolletjestrui kan aantrekken, zal die mogelijk voor minstens een week, met veel minder hoge beklimmingen, kunnen dragen.

Nog nooit in de geschiedenis van de Tour moesten de renners al op de vierde dag zo hoog klimmen.

Na de klim naar Sestriere volgt de kortere Col de Montgenèvre (8,3 kilometer aan 5,9 procent). Op de top, na 70 kilometer, duikt het peloton Frankrijk binnen, na ruim 700 kilometer op Italiaans grondgebied te hebben gekoerst. Daarna gaat het richting Col du Lautaret, de zuidelijke zijde van de Col du Galibier. Dat is de gemakkelijkste kant van de mythische col (23 kilometer aan 5,1 procent), want alleen de laatste 6 kilometer gaan steiler omhoog, tot 9 procent.

De wind speelt hier vaak een cruciale rol. Blaast die op de kop, dan is een vroege soloaanval zelfmoord. Dan is het wachten op de laatste lastige kilometers, waar ook de grote hoogte de adem afsnijdt. Op de top, 2642 meter hoog, zullen er acht, vijf en twee bonusseconden op te rapen zijn, plus de Souvenir Henri Desgrange. Een paar honderd meter lager staat het monument dat 75 jaar geleden, in 1949, opgericht werd ter nagedachtenis van de stichter van de Tour. Meestal wordt de Souvenir, een premie van 5000 euro, uitgereikt op de hoogste col. In deze editie is dat de Col de la Bonette, maar wanneer ook de Galibier op het parcours ligt, maakt ASO een uitzondering.

Tom Pidcock in 2022 in de rit naar Alpe’Huez. © Getty Images

Als de strijd om de ritzege daar nog niet is beslecht – bij de vluchters, of in de groep met de klassementsrenners – kan dat nog in de 19 kilometer lange afzink richting de finish in Valloire, op 1410 meter hoogte. Vooral de eerste 9 kilometer tot Plan Lachat zijn technisch. Misschien voelt Tom Pidcock zich nog eens geroepen om zijn stuurkunsten boven te halen, want in die afdaling deed hij de monden van vele kijkers openvallen in de Tour van 2022, op weg naar zijn etappezege op Alpe d’Huez.

De kaakbeenbreuk van Merckx

Het wordt de derde Touraankomst ooit in Valloire. Aan het dorp in de Mauriennevallei bewaart Eddy Merckx goede én slechte herinneringen. Hij won er in 1972 een rit, toen hij in een halvedagrit van amper 51 kilometer op de top van de Galibier 20 seconden achterstand had op Joop Zoetemelk. De Brusselaar raapte in de afdaling Joaquim Agostinho en Ward Janssens op en net voor de finish ook Zoetemelk, die hij in Valloire versloeg in de sprint.

In 1975 luidde een start in het Alpendorp het definitieve einde van Merckx in de Tour in. Twee dagen na zijn fameuze inzinking op Pra Loup haakte hij in het stuur van Ole Ritter. De Kannibaal viel en brak zijn kaakbeen. Hij beet figuurlijk op zijn tanden tot in Parijs, om nog een tweede podiumplaats na Bernard Thévenet veilig te stellen, maar noemt dat nog altijd de grootste fout in zijn carrière. Merckx zou daarna nooit meer dezelfde zijn.

Partner Content