TOURRIT 2: Cesenatico – Bologna

Het standbeeld van Marco Pantani in Cesenatico. © IPAIPA/Sipa USA

De tweede rit in de Tour de France vindt plaats op zondag 30 juni 2024 en is 199,2 km lang.

Na de aankomst in Rimini, de plaats waar Marco Pantani in 2004 stierf, is de link met de Tourwinnaar van 1998 bij de start van deze tweede etappe, in Cesenatico, nog sterker. In zijn voormalige thuisstad ligt hij begraven in het familiemausoleum, intussen uitgegroeid tot een bedevaartsoord voor wielerfans. In de badplaats is ook een museum aan hem gewijd, de Spazio Pantani, in een opgeknapt pakhuis.

Verder liggen op een grasperk op de Piazza Andrea Costa twee reuzeknikkers met een beeltenis van de renner, één in de roze en één in de gele trui. Pantani is op de Piazza Marconi ook vereeuwigd in een bronzen beeld, in zijn typische klimstijl, dansend op de pedalen, met de handen onderaan het stuur. En je kunt in het centrum nog altijd eten in het restaurant Il Pirata, waar Pantani vroeger vaak binnensprong. Ook het Centro Sportivo van Rimini is naar hem genoemd.

Na de start aan het Stadio Alfiero Moretti, een voetbalstadionnetje met een atletiekpiste, passeren de renners het museum van Marco Pantani. Daarna zetten ze koers naar het noordoosten. De eerste 70 kilometer zijn zo goed als vlak, met onder meer een passage door de stad Ravenna. Dan krijgt het peloton twee klimmetjes voorgeschoteld, waaronder de Cima Gallisterna. Die steile hindernis (1,3 kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van ruim 10 procent) is geen onbekende. De scherprechter immers van het WK 2020 in Imola, waar Julian Alaphilippe zijn beslissende demarrage plaatste op weg naar zijn eerste wereldtitel. Na de Gallisterna volgt nog een ommetje naar de Autodromo Internazionale Enzo e Dino Ferrari, waar de finish van dat WK lag. En waar, ruim dertig jaar geleden, op 1 mei 1994, F1-icoon Ayrton Senna verongelukte.

Allicht zal er in Bologna gesprint worden met een kleine of middelgrote groep.

Daarna rijden de renners 30 kilometer rechtdoor richting Bologna. De hoofdstad van de regio Emilio-Romagna is de finishplaats van deze tweede rit en was 115 jaar geleden, in 1909, ook het decor van de aankomst van de allereerste Giro-etappe. Vóór het peloton de stad met de oudste universiteit van de wereld (de Alma Mater Studiorum) bereikt, moet het wel nog een lusje maken. Daar heeft parcoursbouwer Davide Cassani twee klimmetjes op de route gelegd: naar Botteghino di Zocca (1,9 kilometer aan 6,8 procent) en Montecalvo (2,7 kilometer aan 7,7 procent).

Heiligdom

Die hellingen moeten, na een eerste passage aan de finish in Bologna, de benen van de renners vermoeien voor de zwaarste obstakels van deze etappe: een dubbele beklimming van de Colle della Guardia naar het Santuario della Madonna di San Luca (1,9 kilometer aan gemiddeld 10,6 procent). Telkens gevolgd door een korte afdaling en een klimmetje naar Montalbano (1 kilometer aan 5,4 procent). De klim naar het heiligdom van San Luca, waar op de tweede passage acht, vijf en twee bonusseconden te verdienen zijn, is vooral bekend als de finish van de Giro dell’Emilia. Die Italiaanse semiklassieker werd ooit gewonnen door drie Belgen (Eddy Merckx in 1972, Roger De Vlaeminck in 1976 en Jan Bakelants in 2015) en vorig jaar door Primoz Roglic, die Tadej Pogacar versloeg. Op diezelfde helling had de Sloveen in 2019 ook al de openingstijdrit van de Giro gewonnen.

In de Giro dell’Emilia van 2023 was Primoz Roglic de snelste op de helling van San Luca. © IMAGO/Sirotti

In de Giro dell’Emilia van 2023 beklom Roglic de helling met de kenmerkende zuilen langs de kant in 5 minuten en 45 seconden, een seconde trager dan het record van Vincenzo Nibali uit 2017. Of die tijd deze keer wel scherper wordt gesteld, is nog af te wachten, aangezien de finishlijn, in tegenstelling tot in de Giro dell’Emilia, niet op de top ligt. De Tourkaravaan neerpoten boven op de klim bleek logistiek niet mogelijk. Bovendien wil de stad Bologna voor haar centen graag wat terug, met een aankomst in het mooie stadscentrum.

Die eindstreep ligt 9,5 kilometer na de top van de Montalbano op de Via Irnerio, aan de Piazza dell’Otto Agosto, verwijzend naar de slag op 8 augustus 1848, toen de Bolognezers de Oostenrijkse troepen versloegen. Tegenwoordig wordt op het plein elke vrijdag en zaterdag de bekende La Piazzola gehouden, een markt met meer dan vierhonderd kramen. Allicht zal er daar, na een kleine 2000 hoogtemeters over 200 kilometer, gesprint worden met een kleine of middelgrote groep.

Rijden er toch een of meer renners weg, met name Pogacar, dan zullen ze geholpen worden door een lichte rugwind na de afdaling, tot een kilometer voor de finish, waar de wind weer op kop zal blazen.

Partner Content