TOURRIT 17: Saint-Paul-Trois-Châteaux – Superdévoluy

Luis Ocaña ­tijdens zijn raid naar ­Orcières-Merlette in 1971. © PRESSE SPORTS

De zeventiende rit in de Tour de France vindt plaats op woensdag 17 juli 2024 en is 177,8 km lang.

Saint-Paul-Trois-Châteaux is een kleine gemeente van 9500 Tricastins. Toch mag het al voor de vijfde keer in de laatste veertien jaar een départ van een Tourrit organiseren. In 2023 eindigde er ook een etappe van Parijs-Nice, toen Olav Kooij de snelste was. Die veelvoudige bezoeken van de Tour heeft Saint-Paul-Trois-Châteaux te danken aan zijn ligging in het departement Drôme vlak bij de Autoroute du Soleil, als toegangspoort tot de Alpen.

Mogelijk zullen een aantal sprinters er niet aan de start verschijnen, want tot en met de laatste etappe moet er ofwel flink bergop of tegen de klok (op de laatste dag in Nice) gereden worden. De motivatie om de Alpencols te overleven en zo te kunnen sprinten op de Champs-Elysées is er deze keer niet. Misschien voldoende, ook voor de klassieke types, om de Tour adieu te zeggen en te focussen op volgende opdrachten, zoals de Olympische Spelen.

De goed klimmende baroudeurs zullen wel hun kans ruiken, met name in deze rit. Die gaat na de start 133 kilometer in westelijke richting, tot in Gap. Daarin geen officiële hellingen, al moet het peloton wel een hoogteverschil van 881 meter overwinnen, van 84 tot 965 meter. Tijd genoeg voor een vluchtersgroep, al dan niet met luitenants van de klassementsrenners, om een voorsprong uit te bouwen die moet volstaan om de laatste 45 kilometer te overleven.

Goed klimmende baroudeurs zullen vandaag hun kans ruiken.

Enkele minuten zullen noodzakelijk zijn, want het terrein van de finale is lastig. Vanuit Gap wordt, vanuit de zuidkant, eerst de Col Bayard aangesneden, goed voor 6,8 kilometer bergop aan 7,3 procent. Een klim die voor het laatst op het Tourparcours lag in 2015, toen Joaquim Rodríguez er de meeste bollenpunten sprokkelde. Na de afdaling volgt de oostelijke, kronkelende zijde van de Col du Noyer, iets langer (7,5 kilometer), maar wel steiler (8,4 procent).

Een beklimming die nog niet vaak op het Tourmenu stond – slechts vier keer tussen 1970 en 2010 – maar wel een sleutelpunt was van een legendarische etappe. Hier reed Luis Ocaña in 1971 immers op ruim 60 kilometer voor de finish weg in de rit naar Orcières-Merlette. De Spanjaard liep stelselmatig uit op zijn grote concurrent Eddy Merckx. Aangemoedigd door zijn ploegleider Maurice De Muer, die hem toeriep: ‘Jij hebt vijf minuten voorsprong!’ Waarop Ocanã repliceerde: ‘Dan maken we er zes van!’ Toen het zes minuten waren, informeerde De Muer weer zijn renner. Waarop Ocanã: ‘Dan maken we er zeven van!’ Uiteindelijk werden het bijna zes minuten op Lucien Van Impe en bijna negen op Merckx, die als derde eindigde. Maar toch de Tour zou winnen, na een val en opgave van Ocanã in de afdaling van de Col de Menté.

Een straf kwartet in de Dauphiné van 2016: Contador, Froome, Porte en Bardet op weg naar Superdévoluy. © AFP via Getty Images

Makkelijke slotklim

Bij de laatste passage, in 2010, rondde een Belg als eerste de top van de Col du Noyer: Mario Aerts. In het Critérium du Dauphiné van 2016 lag de klim ook op het parcours. Toen deden Romain Bardet, Chris Froome, Richie Porte en Alberto Contador 21 minuten en 24 seconden over de 7,5 kilometer. Allicht zal het in deze etappe nog vlugger gaan, als de wind tenminste niet te hard op kop blaast. Op de top zullen ook weer acht, vijf en twee bonusseconden te verdienen zijn.

Als klassementsrenners oorlog willen maken, zullen ze het op de Col du Noyer moeten doen. Na de snelle afdaling van 7,7 kilometer zonder veel bochten wacht nog een korte klim van 3,8 kilometer aan ‘slechts’ 5,9 procent naar Superdévoluy. Alleen de eerste kilometer gaat het flink bergop (8,2 procent), maar daarna vlakt de weg af, tot gemiddeld 3,6 procent in de slotkilometer.

Het wordt de eerste aankomst ooit van een Tourrit in het skistation in de Hautes-Alpes, dat in 1966 werd gecreëerd. In 2001 was de Zweedse Susanne Ljungskog er wel al de beste in een etappe van de Grande Boucle Féminine, de toenmalige Tour de France Femmes. En in 2013 en 2016 behaalden Samuel Sánchez en Stephen Cummings er een ritzege in het Critérium du Dauphiné. Toetjes in aanloop naar het hoofdgerecht dat de 910 Dévoluards, de inwoners van Superdévoluy, op deze 17e juli 2024 met veel smaak zullen opeten.

Partner Content