TOURRIT 16: Gruissan – Nîmes
De zestiende rit in de Tour de France vindt plaats op dinsdag 16 juli 2024 en is 188,6 km lang.
Gruissan had in 2023 al een aankomst georganiseerd in de Route d’Occitanie, gewonnen door de Nederlander Marijn van den Berg. In 2017 was het ook de finishplaats van de tweede Vueltarit, gewonnen door Yves Lampaert na een late uitval in de finale. En in een nog verder verleden was het de vaste startplaats van de Tour de l’Aude, een in 2011 ter ziele gegane rittenkoers voor vrouwen. Maar nog nooit was de badplaats in het departement van de l’Aude ville étape in de Tour de France.
Daar komt in deze editie verandering in. De Tourkaravaan, of toch een deel ervan, brengt in Gruissan zelfs de rustdag door, de rest zal in de nabijgelegen stad Narbonne slapen. In deze zestiende rit zullen de renners vertrekken op de Boulevard du Pech Maynaud, vlak bij de haven. Misschien zal Miguel Indurain er eregast zijn, want hij viert op 16 juli zijn zestigste verjaardag. Op die datum behaalde de Spanjaard nooit een ritzege in de Tour, al schonk hij zichzelf op 17 juli 1990 wel een laat verjaardagscadeau door de bergetappe op Luz-Ardiden op zijn naam te schrijven. Nota bene de laatste zege van Indurain in een rit in lijn, want op weg naar zijn vijf eindzeges (1991 tot en met 1995) fietste hij alleen in tijdritten de tegenstand in de vernieling.
In het verleden was deze streek al meermaals het decor van een waaierslag.
Waaiers door Tramontane?
Na de start zet het peloton koers richting het noorden, naar het binnenland. Via een passage in Béziers gaat het in een grote boog rond Montpellier. Inclusief de Côte du Mas de Cornon, een ‘loper’ van 7 kilometer aan 3,2 procent, die de renners na 85 kilometer voor de kiezen krijgen. Daar zullen ze makkelijk door bijten. Een stevigere brok wordt misschien de Tramontane, de wind die vanuit het binnenland blaast tussen de Pyreneeën, het zuiden van het Centraal Massief en de Karnische Alpen. Als die hard genoeg waait, is er kans op waaiervorming, zeker in de meer open laatste 30 kilometer naar Nîmes. Dat mag al voor de zesde keer in de laatste twintig jaar een aankomst organiseren. Jean-Paul Fournier, al sinds 2001 burgemeester, heeft dan ook goeie connecties met ASO.
In het verleden was deze streek al meermaals het decor van een waaierslag. Zoals in 2007, op weg naar Montpellier, toen het Astanateam van Alexandre Vinokourov het peloton op de kant zette en Robert Hunter uiteindelijk de sprint van een uitgedund peloton won. Zoals in 2009, op weg naar La Grande Motte, toen Team Columbia-HTC van Mark Cavendish een waaierputsch pleegde, Cav het ploegwerk afrondde en de slimme Lance Armstrong als enige klassementsrenner mee was in de kopgroep van 25 renners. Of zoals in 2016, toen Peter Sagan op twaalf kilometer van de finish in Montpellier wegreed met Tinkoffploegmaat Maciej Bodnar en het Team Skyduo Chris Froome en Geraint Thomas, waarna de Slovaak het aan de finish simpel afmaakte.
Professionele afspraak
Als de windgoden een rustdag nemen, dan is de kans reëel dat er in Nîmes na een tien kilometer lange U-bocht rond het centrum met een grote groep gesprint zal worden op de vlakke Boulevard Salvador Allende. In 2021 en 2004 zegevierden in ‘het Franse Rome’ – een van de bijnamen van Nîmes wegens de vele overblijfselen uit de Romeinse Oudheid – wel Nils Politt en Aitor González vanuit een vroege vlucht. Maar tussenin waren Caleb Ewan (2019), Alexander Kristoff (2014, nadat vluchter Jack Bauer op 25 meter van de finish was gestrand) en Mark Cavendish (2008) de snelste van het peloton.
Ook twee Belgen, uit Oost-Vlaanderen, wonnen al in Nîmes. Théophile Beeckman in 1925, na een solo, en Frank Hoste in 1986. Weliswaar niet in een massasprint, maar door medevluchters Silvano Contini en Ronny Van Holen te kloppen in een sprint met drie. Of beter met twee, want Van Holen reed als traagste van de drie toch door in de slotkilometers. Na een ‘professionele afspraak’ met Hoste.
Tour de France 2024
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier