Tour: Mads Pedersen met gemak de snelste van vluchtersgroep, Van Aert sprokkelt punten
De 26-jarige Deen Mads Pedersen (Trek-Segafredo) heeft vrijdag de dertiende etappe in de 109e Tour de France gewonnen. De voormalige wereldkampioen was na 192,6 kilometer van Bourg d’Oisans naar Sait-Etienne de snelste van een kopgroep van drie.
De Engelsman Fred Wright werd tweede, de Canadees Hugo Houle derde. Drie andere medevluchters eindigden op achterstand. Wout van Aert won op 5:45 de sprint om de zevende plaats.
De gele leiderstrui van Jonas Vingegaard (Jumbo-Visma) kwam niet in gevaar. De 25-jarige Deen heeft 2:22 voorsprong op de Sloveen Tadej Pogacar. De Welshman Thomas Geraint is op 2:26 derde.
Wout van Aert (Jumbo-Visma) verstevigde nogmaals zijn leidersplaats in het puntenklassement. Met 333 punten heeft hij meer dan het dubbel van de punten van de nummer twee, Tadej Pogacar (164 ptn). De Nederlander Fabio Jakobsen is met 155 punten derde.
Een vlucht
Er waren veel vroege vluchtpogingen. Op de eerste helling van de dag, de Cote de Brié, kwam alles weer samen en ontbond Filippo Ganna zijn duivels. Met Stefan Küng schoof een andere hardrijder mee, Matteo Jorgenson sloot eveneens aan. Ganna had er duidelijk zin en maakte er een tijdritje van in de laatste kilometer van de klim. Het trio sloeg een klein gaatje op het peloton, dat volledig in stukken brak onder het hoge tempo. Alpecin-Deceuninck, uit op een sprint, zag het liever niet gebeuren en bracht een groot stuk van het peloton terug naar de tweede achtervolgende groep, waar intussen Fred Wright, Mads Pedersen, Quinn Simmons en Hugo Houle uit waren weggereden. Na 50 kilometer kwamen de vluchters samen in een kopgroep van zeven, die het moest stellen met een voorsprong van 50 seconden op het peloton, waarin Fabio Jakobsen en enkele andere sprinters na hard zwoegen weer de aansluiting konden maken. In het eerste wedstrijduur werd 51,6 kilometer afgelegd en ook daarna viel het nooit stil.
Ewan valt
Lotto Soudal kwam Alpecin-Deceuninck een handje toesteken in het peloton en hield mee de voorsprong onder de twee minuten. Aan de voet van de Col de Parménie, 5,1 kilometer lang, bedroeg het kloofje 1:35 en besliste het peloton om het wat rustiger aan te doen. Plots hadden de vluchters één minuut extra, maar op de lange rechte wegen nadien, waarbij het peloton even in stukken brak, zakte het opnieuw onder de twee minuten. De koplopers gaven zich niet zomaar gewonnen, maar het peloton ook niet en de vluchters bleven steeds binnen bereik. Wel kwam er even een kink in de achtervolging toen Caleb Ewan ten val kwam in een bocht op zo’n 70 kilometer van de finish. De sprinter had medische bijstand nodig, bleef lange tijd aan de kant staan en begon daarna aan een moeilijke missie. Net nadat hij opnieuw de aansluiting maakte met een grote groep met daarin onder andere Peter Sagan, en op 30 seconden van het peloton met de gele trui, doemde de derde col van de dag op, de Saint-Romain-en Gal, en de Australiër boog het hoofd en gaf zich gewonnen. In geen tijd liep zijn achterstand op naar 4:30 op de koplopers.
Vooraan ging het bergop te snel voor Quinn Simons. Na het wegvallen van de hulp van Lotto Soudal in de achtervolging steeg de voorsprong van de vluchters naar 3:30 en gaf ook Alpecin-Deceuninck er de brui aan. Wel kwam BikeExchange-Jayco, voor Dylan Groenewegen of Michael Matthews, op kop rijden en fietsten ze er in tien kilometer 1 minuut af. Maar andere ploegen kwamen niet in steun. Met nog 20 kilometer bedroeg de voorsprong 2:15.
De winnaar zat vooraan en dat wist ook Mads Pedersen, die op 12,5 kilometer als eerste in de aanval trok. Fred Wright dichtte het gaatje, Hugo Houle pikte aan. Wat later waagde Houle zijn kans, maar hij raakte niet weg. Wright ging versnellen op 3 kilometer, maar andermaal dichtte Pedersen het gat. In de daaropvolgende sprint zette Pedersen zette als eerste aan en sprintte hij de anderen meteen uit het wiel, goed voor zijn eerste ritzege in een grote ronde.
Dit seizoen zit hij aan vier overwinningen. In april won hij twee ritten in de Omloop van de Sarthe (2.1), in juni de openingsrit in de Baloise Belgium Tour (2.Pro).
Zaterdag rijden de renners van Sait-Etienne naar Mende. Na 192,5 kilometer door het middengebergte ligt de aankomst daar op de landingsbaan van het vliegveld. Na vier cols van derde categorie volgt in aankomstplaats Mende nog een col van tweede categorie: de Côte de la Croix (3 km, 10,2 procent). De top daarvan ligt op anderhalve kilometer van de meet.
‘Eindelijk raak’
‘Ongelooflijk, eindelijk is het raak’, reageerde de ritwinnaar na afloop.
Pedersen droomde van winst in de openingstijdrit voor eigen volk in Denemarken, maar daar werd het een zesde plaats. In Nyborg sprintte hij naar de derde stek en daarna kwamen er geen kansen meer voor Pedersen.
‘Eindelijk pak ik die ritzege’, zei hij in het flashinterview. ‘Ik wist dat de conditie goed was en ik had een aantal kansen gemist in de eerste week van de Tour de France. Dat was jammer, want in de derde en tweede week lagen weinig kansen voor een renner zoals mij. Dat ik nu mijn kans grijp, is niet alleen mooi voor mij, maar voor de hele ploeg. We kwamen naar hier met een ploeg die mikte op ritwinst. Nu hebben we die zege beet. Dat betekent heel veel voor mij.’
De opdracht voor de Deen was duidelijk voor de start van de rit. ‘Zodra een groep van meer dan vier weg was, moest ik er bij zijn. We wisten ook niet goed wat er zou gebeuren in het peloton met dat laatste klimmetje op 55 kilometer. Lange tijd dacht ik dat we geen kans maakten, want onze voorsprong ging nooit heel hoog. Uiteindelijk brak het dan toch achter ons en leverde deze vlucht de ritzege op.’
De Deen maakte op het einde zelf het verschil. Met een aanval op 12,5 kilometer brak hij de kopgroep in twee. ‘Ik wilde niet met zes renners naar de finish’, verklaarde hij zijn aanval. ‘Zo’n groepje is te groot om te controleren en dus viel ik aan. We waren nog met drie, dat was ideaal en dan was het gewoon hard rijden tot aan de finish.’