Tom Dumoulin stopt: ‘Kiezen voor geluk is geen teken van zwakte, maar van moed en intelligentie’
Tom Dumoulin maakte afgelopen weekend bekend dat hij per direct een punt zet achter zijn carrière, nadat hij in juni nog zei eind dit jaar de fiets aan de haak te zullen hangen. Voor meer achtergrond bij zijn beslissing, drie vragen aan onze redacteur Jonas Creteur.
Hoe verrassend is deze beslissing?
‘Het blijft altijd even schrikken als een pas 31-jarige renner zijn definitief afscheid bekendmaakt, zeker een coureur met het palmares als dat van Tom Dumoulin. Anderzijds is het vroeger dan geplande einde ook geen verrassing. Zoals Dumoulin zelf aangaf: het mentale vat is helemaal leeg. Hij kon het niet meer opbrengen om nog eens alles uit zichzelf te persen voor een medaille op het WK tijdrijden. Dat had zijn allerlaatste doel moeten worden.
‘Dit is jammer genoeg het laatste hoofdstuk van de kroniek van een vroeg aangekondigd pensioen, nadat de Nederlander begin 2021 al even de mentale handrem had opgetrokken. Toen hij een half jaar later terugkeerde, omdat hij gemerkt had dat hij wielrennen nog plezant vond en hij er graag weer bijhoorde, leek Dumoulin weer open te bloeien, mede door zijn zilveren tijdritmedaille op de Olympische Spelen.
‘Helaas werd hij daarna getroffen door een reeks fysieke tegenslagen: polsbreuk na een trainingsongeval in september vorig jaar, coronabesmetting, een opspelende rug, een voortdurend vermoeid gevoel…
‘Het lijf kon het deels opgeklaarde hoofd niet meer volgen, waardoor het ook in dat hoofd weer donkerder werd. Een stevige mentale buffer had Dumoulin immers niet om die continue tegenslagen te verwerken. Zo bleef hij gevangen in een gevoel van onbehagen.
‘Nadat hij, ondanks een bemoedigende openingstijdrit, compleet leeg had opgegeven in de voorbije Giro, begon het hem definitief te dagen. Waren al die opofferingen het wel waard? Was het geluk dat hij nog haalde uit het koersen en trainen op zich, uit het ouwehoeren met zijn ploegmaats ’s avonds aan tafel, uit het ‘samen winnen’ zoals met ploegmaat Koen Bouwman in de Giro, nog evenredig met het ellendige fysieke en mentale gevoel dat hem steeds meer overviel?
‘Het antwoord was neen. Ook omdat Dumoulin de lat (misschien te) hoog legde: met minder dan de top zou hij geen vrede nemen. En dat bleek onhaalbaar.
‘Bovendien had de Nederlander vorig jaar al geproefd van het leven als ‘niet-prof’: klusjes opknappen, keuvelen met vrienden en buren, wandelen met de hond. Dat was hem allerminst slecht bevallen, ondanks de latere comeback. Verrassend is zijn vroeg pensioen dus zeker niet.’
Wat vind je van zijn beslissing?
‘Dit is absoluut geen teken van zwakte, of van een gebrek aan doorzettingsvermogen. Integendeel: er is moed nodig om op je 31e te opteren voor een nu nog onzeker bestaan, dat je veel minder geld, roem, luid applaus en succes zal opleveren. Maar wel gemoedsrust.
‘Ik zou de renners en sporters niet te eten willen geven die nog louter voor het geld en de aandacht, of uit schrik voor de onbekende wereld daarbuiten, iedereen (en ook zichzelf) wijsmaken hoe graag ze hun job uitoefenen. En zo nog jaren blijven aanmodderen, met burn-outs en andere privécrisissen tot gevolg.
‘Dumoulin, die ooit geneeskunde studeerde omdat hij aanvankelijk dokter wilde worden, is te intelligent en te nederig. Hij denkt te veel na over zijn bestaan als mens om met zo’n leugen te blijven leven. Al in volle coronacrisis vroeg hij zich af wat hij als renner bijdroeg aan de wereld in vergelijking met zijn vrouw die als arts dubbele diensten in het ziekenhuis draaide. Al na zijn Girozege in 2017 benadrukte hij: ‘Ik kan hard fietsen, maar ben vooral een normaal mens.’
‘Geld en aandacht zijn bovendien nooit een drijfveer voor hem geweest. Te veel aandacht en zijn afkeer daarvan, vooral sinds die Girozege, was zelfs deels de reden voor zijn eerste mentale break.
‘Zo koos Dumoulin uiteindelijk voor het geluk. Met zijn volle verstand. ‘Ik ben een gelukkig mens’, concludeerde hij zelfs in zijn afscheidsboodschap op sociale media. Dat moeten we met zijn allen respecteren. En daar zelfs voor applaudisseren. Misschien zullen anderen zo tot hetzelfde besef komen, dat je beter een gelukkig mens bent dan een ongelukkige topatleet.’
‘Hij heeft dit alleszins niet vlug vlug beslist, in een emotionele bui, maar na grondig nadenken. En beter nu dan nog maanden met twijfels te blijven voortsukkelen en voortdurend de media op je dak te krijgen met dezelfde ‘wat ga je nu doen?’-vragen.
‘Het zal Dumoulin een opgelucht gevoel geven. Zodat hij nu al kan denken aan een nieuw hoofdstuk, al dan niet (fulltime) in het wielrennen. Zo is er bij Intermarché-Wanty Gobert interesse om hem eventueel op te nemen in de ploegomkadering.’
Wat is zijn sportieve erfenis als renner?
‘Dumoulin was geen veelwinnaar zoals andere kampioenen die eind dit jaar ook met pensioen zullen gaan, Alejandro Valverde (133 zeges), Philippe Gilbert (80), Vincenzo Nibali (54) of zelfs Richie Porte (33), maar zijn 22 overwinningen behaalde hij wel, op twee na, op het hoogste WorldTourniveau en in nationale en internationale kampioenschappen.’
‘Hij zal uiteraard herinnerd worden als de tijdritspecialist: 17 van zijn 22 zeges veroverde hij in het werk tegen de klok, mede dankzij een wondermooie, aerodynamische stijl.
‘De uitschieter was het WK in Bergen in 2017, waar hij met brio Primoz Roglic en Chris Froome klopte. Geen Nederlander die hem dat had voorgedaan, en heeft nagedaan.
‘Al blijft zijn eindzege in de Giro uiteraard zijn mooiste zegeparel, als eerste Nederlander sinds Joop Zoetemelk in de Tour van 1980 die een grote ronde won. Het deed een wielerkoorts bij onze noorderburen opsteken die ze lang niet meer hadden ervaren. Inclusief zelfverklaarde ‘Dumoulisten’, begeesterd door zijn hoge aaibaarheidsfactor, zijn ontwapenende glimlach, zijn eerlijkheid.
‘De Vlinder van Maastricht fladderde bovendien op velerlei terreinen. Als enige die in de 21e eeuw bijvoorbeeld een tijdrit én een gewone etappe in de drie grote rondes won (zoals zijn fameuze comebacktriomf op de Cumbre del Sol, in de Vuelta van 2015, waar hij Chris Froome in extremis voorbijstak).
‘Slechts twee andere Giro-, Tour- of Vueltawinnaars zijn sinds 2000 ook wereldkampioen tegen de klok geworden: Jan Ullrich (2001) en Bradley Wiggins (2014) – en niet eens in hetzelfde jaar, zoals Dumoulin. En opvallend: tussendoor won hij in de zomer van 2018 ook nog de BinckBankTour, over Waalse en Vlaamse Ardennenwegen.’
‘Al even zeldzaam was Dumoulins dubbel het jaar erna, toen hij tweede werd in de Giro, na Chris Froome, en dezelfde plaats bezette in de Tour, na Geraint Thomas, en voor Froome. Hij en de Britse Keniaan werden zo de enige renners die in hetzelfde jaar op beide podia stonden sinds Marco Pantani in 1998 de dubbel Giro/Tour realiseerde (in een heel ander tijdperk).
‘Met een betere ploeg had Dumoulin zelfs die Giro van 2018 kunnen winnen, ook omdat hij zich liet verrassen door de legendarische monsterraid van Froome over de Colle delle Finestre. Je kan zonder overdrijven stellen dat Dumoulin gedurende die kleine twee jaar bij de top drie van de beste renners ter wereld hoorde.
‘Opvallend, maar ook weer niet: de tijdrit in die Tour van 2018 was ook zijn voorlaatste zege. Er zou er nog slechts één volgen: die op het NK tijdrijden, vorig jaar, toen hij net was teruggekeerd na zijn eerste carrièrepauze.
‘Al even straf, en veelzeggend over zijn talent, is dat Dumoulin begin augustus 2021 zilver behaalde op de Olympische Spelen in Tokio, met alleen de Nederlandse kampioenschappen en de Ronde van Zwitserland in de benen.’
‘Dat hij daarna in langere wegritten niet meer zijn niveau heeft behaald, heeft te maken met zijn fysieke en mentale problemen, maar ook met het niveau in het internationale wielrennen dat sinds zijn topperiode in 2017/18 is blijven stijgen. Op rondegebied onder meer met de ontluiking van supertalenten als Bernal en Pogacar, en de later ontbolsterde Roglic.
‘Zelfs op zijn oude niveau zou Dumoulin het nu moeilijk hebben om een grote ronde te winnen, deels omdat de tijdritkilometers er steeds meer teruglopen.
‘Had hij nog meer uit zijn carrière kunnen halen? Ongetwijfeld, maar zelfs met dit palmares mag Tom Dumoulin zich (voorlopig) de beste Nederlandse wegrenner van de 21e eeuw noemen. Niet mis voor een coureur die in zijn eerste profjaren, bij Team Argos-Shimano, vooral dienst deed als… leadout voor Marcel Kittel.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier