Terugblik op Gent-Wevelgem 2015: koers bij windkracht 10

© Corbis via Getty Images
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Tien jaar geleden vlogen er renners door de lucht. Was het overdreven, die Gent-Wevelgem editie 2015? De meningen zijn verdeeld.

Iedere wielerfan heeft hetzelfde beeld voor ogen wanneer je praat over de apocalyptische Gent-Wevelgem van 2015: Gert Steegmans die uit een diepe gracht klimt. Nat, verward, boos, maar met een verbeten trek om de mond. Steegmans is een beer van een vent, 1m90 groot, breedgeschouderd en met benen als heipalen. Maar tegen wat de natuur opdist op zondag 29 maart 2015, heeft hij geen verhaal. De Limburgse mannetjesputter wordt achteloos van de weg getild, weggewaaid als een pluimpje in de wind. Zijn blik vertelt dat hij het zelf niet kan geloven, en wij, de kijkers, staan evenzeer perplex. Een heroïsche, haast absurde koers ontvouwt zich live op televisie. Wie erbij was, vergeet het nooit meer. Wie het zag, was blij dat hij er niet bij was.

De meest overdonderende taferelen speelden zich af nog voor de camera’s in koers waren, zeggen de renners naderhand. Al bij de start in Deinze slaat de regen hen recht in het gezicht. Met windkracht tien, vol op de kop, rijdt het peloton richting kust. Wie nooit van winnen droomde, trekt zijn conclusies. De teams Lampre, Movistar en MTN-Qhubeka knijpen collectief de remmen dicht, hun renners zijn al uit koers nog voor de gevreesde Moeren. De Moeren, een woestenij tussen Adinkerke en Veurne. Geen huizen, amper bomen, altijd slecht weer. Dat drooggelegde moeras is het diepste stukje België, wel twee meter onder de zeespiegel. De natuur heeft er vrij spel. In 2015 zou het peloton ervaren tot wat dat leiden kan.

‘Ik wist als man van de streek dat het er serieus kan waaien’, vertelt Tom Devriendt bij een terugblik in de Krant van West-Vlaanderen. Devriendt, die deze winter zijn fiets aan de haak hangt, was toen eerstejaarsprof. ‘Het was zot in De Moeren’, vat hij kernachtig samen. ‘Ik zag ze allemaal de gracht in vliegen. Letterlijk. Eén groot slagveld’, zei de Veurnenaar, die de finish niet haalde. ‘We reden op een kaarsrechte weg met aan beide kanten een sloot’, verhaalt cultcoureur Maarten Tjallingii aan de NOS. ‘Er kwam een rukwind en het halve peloton brokkelde uit elkaar. Ik had zo ontzettend veel angst dat ik van de weg afgeblazen zou worden. Het was net oorlog.’ Tjallingii trekt uit zelfbehoud ten aanval, in het peloton zitten lijkt hem gevaarlijker.

© Corbis via Getty Images

De Moeren worden een helse windkermis, met de coureurs als onwillige klanten. Renners vliegen letterlijk in het rond. Drinkbussen waaien uit hun houders. Fietsen drijven in de beek, zonder coureur in de buurt. De passage door De Moeren is maar tien kilometer, maar in 2015 leek er geen eind aan te komen. Wie erin slaagde op zijn fiets te blijven, reed amper vijftien kilometer per uur.

‘Het was zoals tegen de stroom zwemmen’, herinnert Sep Vanmarcke zich. ‘Als de wind van rechts kwam, stuurde je pal naar rechts om rechtdoor te rijden. Anders blies de wind je naar links.’ Tijdens dat venijnige gevecht om recht te blijven speelt de wind vals, door af en toe stevig tegen te rukken naar de andere kant. Het nekt Steegmans, en zovele anderen. Na De Moeren stappen 160 renners af. Verkleumd, de lippen blauw, zoeken ze hun ploegbus op in Wevelgem. De finale moet nog losbarsten maar in de aankomstzone weerklinkt luid: ‘Hoe is het in godsnaam mogelijk dat deze koers nog doorgaat?’

‘De opvolger van José De Cauwer als cocommentator bij Sporza? Sep Vanmarcke is ervoor in de wieg gelegd’

Lolbroek

Op voorhand had ikzelf per toeval een vrij goed idee van wie de koers kon winnen. Als tien jaar jongere journalist van Knack had ik op zaterdag tussen de E3-prijs en Gent-Wevelgem een interview geregeld met Zdenek Stybar. De Tsjech was dat voorjaar kopman bij het toenmalige Etixx-Quick-Step, maar niet voor Wevelgem. Afgesproken was dat Stybar zijn duivels zou ontbinden in Harelbeke (hij werd dat jaar tweede), terwijl Mark Cavendish de honneurs zou waarnemen in Wevelgem, een koers die tenslotte vaak eindigt in een sprint. Voor Tom Boonen zat het voorjaar er al op, na een val in Parijs-Nice.

Stybar heeft weinig trek in de wind van Gent-Wevelgem en Cavendish nog minder. De Brit zit te mokken in de lobby, ploegleider Wilfried Peeters praat tevergeefs op hem in: ‘Wie weet hoe de koers evolueert. En als de wind gaat liggen, komt alles weer samen en spurt jij voor de overwinning!’ ‘Maar die wind gaat helemaal niet liggen’, grinnikt een lange Nederlander in het passeren. Niki Terpstra is net op zijn eentje nog gaan bijtrainen. Het hele Etixx-Quick-Step – toen dé referentie in de voorjaarskoersen – sakkert en klaagt, maar een vrolijke Terpstra tapt moppen. Ter vermaak van zijn teammaats stapt hij de kantine uit. Achter glas kunnen ze zien hoe hij speelt dat hij zich niet recht kan houden tegen de wind. Terpstra staat in het peloton niet bekend als de grootste lolbroek, maar hij heeft er duidelijk zin in. Het extreme weer geeft hem een kick. Die gaat morgen niet ver van de zege zijn.

De Moeren worden een helse windkermis, met de coureurs als onwillige klanten. Renners vliegen letterlijk in het rond. Drinkbussen waaien uit hun houders. Fietsen drijven in de beek. Een jaar na deze Gent-Wevelgem treedt het Extreme Weather Protocol in voege. Een koers die onder zulk extreem weer moet worden verreden, wordt niet meer op gang getrapt.

Na de Moeren is er van een peloton geen sprake meer. Naar schatting twaalf groepjes lossen elkaar en halen weer in, terwijl de ene na de andere renner onheil overkomt. Een rukwind trekt Geraint Thomas van zijn fiets, maar de Welshman heeft geluk voor tien. Hij koprolt door het gras en kan gewoon verder. Richting Kemmelberg passeren de renners een groot boerenprotest – toen ook al. Jürgen Roelandts ontpopt zich tot held van de dag. De sprinter van Lotto-Soudal ontsnapt op het vals plat na de Kemmel, waar Gent-Wevelgem wel vaker in een beslissende plooi valt.

We zijn op 75 kilometer van de streep. ‘Dit lijkt een zelfmoordpoging’, zegt de televisiecommentator. De eenzame fietser, kromgebogen over zijn stuur tegen de wind, heet vandaag niet Jimmy maar Jürgen. Roelandts harkt en lijdt, maar fietst snel een voorsprong van twee minuten bij elkaar. ‘Ik kan het zelf bijna niet geloven, maar ik begin er verdorie rekening mee te houden’, blaast José De Cauwer op tv. Maar minuten betekenen in deze omstandigheden niets. Op de volgende passage over de Kemmel doet Terpstra in één klap een minuut van de voorsprong af. Luca Paolini stunt door vanuit de achtergrond weer naar voren te rijden. ‘Op het grote mes! Wat een nummer!’, jubelt Michel Wuyts. ‘Met deze Paolini trek je niet gerust naar Wevelgem.’

Kastanjes

De bewondering voor Roelandts slaat om in medelijden. Na een solo van zestig kilometer valt een groepje van zes hem op de nek. Geraint Thomas, Niki Terpstra en diens ploegmaat Stijn Vandenbergh lijken daarbij de sterksten. Thomas, die vrijdag nog de E3 Harelbeke won, gunt de twee Quick-Steppers geen centimeter. Ontsnappingspogingen van Terpstra en Vandenbergh worden verbeten geneutraliseerd. Nog zes kilometer tot Wevelgem. Thomas brengt de groep terug, na een zoveelste aanval van Terpstra. Het gat is net dicht wanneer Paolini het hazenpad kiest. ‘Die oude vos voelt perfect het moment aan!’, dreunt de bariton van Michel Wuyts, want Thomas laat ditmaal betijen. ‘Ik ga niet elke keer de kastanjes uit het vuur halen’, zie je de Welshman gebaren. De achtervolgers kijken naar elkaar, de vogel is gaan vliegen. Terpstra klopt Thomas in de sprint voor plek twee.

© BELGA/AFP via Getty Images

39 renners halen de meet. Er niet in bij in Wevelgem is Sir Bradley Wiggins. De eenmalige Tourwinnaar had veel verwacht van zijn laatste voorjaar, dat helemaal is afgestemd op de kasseikoersen, maar hij stapt af in De Moeren. Nog tijdens de koers roept Wiggins op om Gent-Wevelgem stop te zetten. Geraint Thomas vond dat achteraf bezien ook het beste idee. Na wat hij in Wevelgem meemaakte, besluit de Brit om de Vlaamse koersen voortaan over te slaan. Via een omweg kun je je afvragen: zou Thomas ooit de Tour hebben gewonnen zonder de martelende wind van Gent-Wevelgem 2015?

Koersdirecteur Frank Hoste twijfelt heel de dag om de koers te neutraliseren, maar grijpt finaal niet in. ‘Stel je voor dat Steegmans of Thomas tegen een obstakel waren gevlogen… Maar eerlijk: ik dacht toen ook aan de 4000 vips. En in De Moeren stond ik er helemaal alleen voor. Nooit voelde ik me zo eenzaam.’ De UCI en de politie laten de koersdirecteur aan zijn lot over. Niemand neemt zijn verantwoordelijkheid. Een jaar later treedt het Extreme Weather Protocol in voege. Een koers die onder zulk extreem weer moet worden verreden, wordt niet meer op gang getrapt.

Nikolas Maes, nochtans een windspecialist, zegt nadien: ‘Als het te veel waait om een waaier te maken, moet het wel heel extreem zijn. Het was gewoon geen weer om te koersen, zelfs niet om erin te fietsen.’ Gert Steegmans, die later dat jaar stopt, vindt onomwonden ‘dat ze die koers nooit hadden mogen laten doorgaan’. Er zijn ook tegenstemmen, zoals Walter Planckaert, destijds ploegleider bij Topsport Vlaanderen-Baloise. ‘Wie niet tegen deze omstandigheden kan, moet maar een bureaujob gaan zoeken. Daar heb je geen wind, alleen een lichte bries van de ventilator.’

De kijkers geven Planckaert gelijk. Tijdens de coronaperiode valt het voorjaar in duigen. Sporza laat het publiek voor elke klassieker stemmen welke historische editie ze willen terugzien. Bij Gent-Wevelgem wordt het niet close: de kijker kiest massaal voor 2015. De hoofdrolspelers van toen geven live commentaar op Twitter. ‘Ik wou ook eens een Thomas De Gendt’je proberen’, tweet Jürgen Roelandts, die op de sociale media bedolven wordt onder lof. Oliver Naesen, in 2015 een tweedejaarsprof die zowaar uitrijdt, tweet bewonderend: ‘’t Is koers op tv!’

Banketbakkerij

Luca Paolini was lang een renner van ereplaatsen, tenminste als we het over de grote koersen hebben. Hij won de GP Lugano, de Trofeo Laigueglia, de Brabantse Pijl en een rit in de Vuelta, maar in de topklassiekers waren de bloemen nooit voor hem. In 2013 zegevierde de toen 36-jarige Milanees in de Omloop Het Nieuwsblad, na een ontsnapping met (alweer) Stijn Vandenbergh. Nog twee jaar later schoot hij raak in Gent-Wevelgem. Paolini dacht niet aan stoppen en zei op het winnaarspodium dat zijn beste jaren nog moesten komen. Maar in de Tour van 2015 testte de Italiaan positief op cocaïne. In een veelbesproken interview met La Gazzetta dello Sport pleitte Paolini voor mededogen. Hij was, zoals zoveel coureurs in die tijd, verslaafd aan slaappillen en pijnstillers. Door het jachtige leven in het peloton, maar ook uit verdriet om de dood van zijn broer. Om zich weer op te peppen snoof hij coke. Na een dopingschorsing van achttien maanden probeerde Paolini weer renner te worden, maar geen enkel team wou zich branden aan de Italiaanse hardrijder, die meermaals genoemd werd in dopingzaken. Hij opende een banketbakkerij in Como en begeleidt vandaag jonge renners.

Partner Content