Terug naar de juniorenjaren van Remco Evenepoel: ‘Het was een beetje zot, hé. Maar ik ben dat ook’
Geen aandeel van een jonge renner steeg ooit zo vlug op de wielerbeurs als dat van de junior Remco Evenepoel. In net geen anderhalf jaar, van zijn eerste kermiskoersje in Zoutleeuw tot het WK in Innsbruck, opgeluisterd met zelden geziene ‘zotte’ solo’s. Een terugblik op een periode waarin de kersverse Vueltawinnaar soms letterlijk vijf kilometer per uur te rap reed.
Dit stuk verscheen in de Vueltagids van Sport/Voetbalmagazine.
Het is 24 maart 2017. Na zijn dagtaak als stukadoor keert Patrick Evenepoel naar huis terug. Hij merkt dat zijn koersfiets en koerskledij weg zijn. Even later blijkt waarom, wanneer zoonlief de garagepoort opent. Hij heeft een ’tochtje’ door het Pajottenland achter de rug, heen en terug naar de Muur van Geraardsbergen. In totaal 117 kilometer, met een gemiddelde snelheid van 33,6 per uur, zo toont hij apetrots op zijn Garminfietscomputer – nog altijd heeft vader Patrick spijt dat hij daarvan geen foto heeft genomen. Een emotionele Remco heeft echter ook een mededeling: ‘Pa, ik stop met voetballen. Ik wil gaan koersen.’
Die switch in zijn hoofd heeft hij enkele weken eerder gemaakt. En verteld aan Fred Vandervennet, de coach met wie Evenepoel al tijdens zijn voetbalcarrière bijtrainde om zijn fysiek vermogen op te krikken. De boodschap thuis verkondigen valt hem moeilijker, na al die voetbaljaren waarin zijn ouders veel hebben geïnvesteerd. Voor vader Patrick en moeder Agna evenwel geen grote verrassing: hun zoon is al weken zichzelf niet, nadat hij midden in het seizoen de overstap van Anderlecht naar KV Mechelen heeft gemaakt.
Daar wordt hij goed ontvangen, maar Evenepoel kan er geen officiële wedstrijden spelen. Paars-wit weigert naar verluidt mee te werken, en Malinwa wil ook geen opleidingsvergoeding betalen aan PSV, de andere ex-club van Evenepoel. Dat drukt zo op zijn gemoed dat hij zijn voetbalambities definitief opbergt en zijn zinnen op een carrière als coureur zet. Zoals vader Patrick, die begin jaren 90 vier seizoenen in het profpeloton rondreed.
Voor Remco ook geen stap in het onbekende, want tijdens vakanties heeft hij in zijn tienerjaren vaak met zijn vader fietstochten gemaakt. Onder meer op de cols in de omgeving van het Italiaanse Riva del Garda, waar hij al op zijn twaalfde, nota bene op een gehuurde mountainbike, zijn pa en diens fietsvriend Jean-Claude Van den Houte er knal afrijdt. ‘Stel je voor dat die zou koersen’, lacht Van den Houte.
Eerder heeft ook boezemvriend Dario Kloeck gemerkt dat de voetballer op de fiets enorm hard kan stampen. Kloeck koerste zelf bij de nieuwelingen en nam de drie jaar jongere Remco mee voor een tochtje. Tot zijn steile verbazing kon die, op een fiets met dikke banden en zonder koersschoenen, hem makkelijk volgen op een stevig klimmetje. Zoals ze eerder op een BMX-parcours de stenen uit de grond reden, sneller en sneller.
Jaren waarin Evenepoel ook het profwielrennen op de voet volgt. Met vakantie in Italië fietst hij rond in een Italiaanse kampioenentrui en in de Mercatone Uno-outfit van Marco Pantani. Al heeft hij zijn hart vooral verpand aan Alberto Contador, over wie hij alles verslindt.
Van een loopbaan als coureur is dan echter nog geen sprake. Tot 24 maart 2017 en de fameuze fietstocht naar de Muur van Geraardsbergen. De ouders van Evenepoel twijfelen aanvankelijk. ‘Ben je echt zéker?’, vragen ze verschillende keren. Maar wanneer zoonlief telkens vastberaden ja zegt, gaan ze overstag.
Zo start Evenepoel op 2 april 2017, de zondag waarop Philippe Gilbert naar de zege in de Ronde van Vlaanderen soleert, met een daglicentie in zijn eerste koers, in het Vlaams-Brabantse Zoutleeuw. In een zwart-wit shirtje van Vermarc en op de nieuwe Feltfiets die vader Patrick heeft gekocht, naast een trainingsfiets van Decathlon. Vaders oude racefiets is immers kapot, nadat Remco eerder die week op training werd aangereden.
In Zoutleeuw zal hij enkele dagen later als 71e eindigen. Zonder problemen, al moet hij nog wennen aan het rijden in een peloton. De week erna volgt een nieuwe test: het PK tijdrijden in Stok-Kortenaken. Hoewel Evenepoel bij de start worstelt met zijn ketting en zijn eerste twee bochten volledig mist, zet hij de tiende tijd neer, op veertig seconden van Arne Marit. Dat heeft ook Patrick Verschueren opgemerkt, een ex-prof en ex-collega van vader Patrick, ploegleider bij het Forte Young Cycling Team. De zeventienjarige Schepdaalnaar mag er meteen beginnen en krijgt een nieuwe Scopertafiets ter beschikking.
Tijdens een etentje van vier uur met de ouders van Remco Evenepoel ontvouwt Patrick Lefevere een stappenplan voor hun zoon.
Kilo’s kwijtraken
Op 8 april leert ook juniorenbondscoach Carlo Bomans de jongeman kennen, tijdens de jaarlijkse klimtesten van de Belgische wielerbond in de Ardennen. Evenepoel had nochtans de inschrijvingsdeadline van 13 maart gemist, maar na een berichtje van vader Patrick naar zijn ex- profcollega en een email van Remco zelf volgt toch nog een uitnodiging. De resultaten van eerdere looptesten ogen immers zeer goed. Goed zijn ook die van de klimtest op de côte de Wanne en de côte de Brume, maar niet uitzonderlijk. Daarvoor zeult Evenepoel, als pas gestopte voetballer, nog te veel spiermassa mee op zijn benen en bovenlichaam. Trainingscoördinator Erwin Koninckx ziet evenwel zijn potentieel: ‘Veelbelovend, als Remco mettertijd die kilo’s kwijtraakt.’
Om die transformatie geleidelijk aan te laten verlopen laat Evenepoel zich begeleiden door een sportdiëtist en weegt hij zijn voeding nauwkeurig af. Ook het raceprogramma van de Schepdaalnaar wordt beperkt: zes koersen in mei en juni. Met onder meer de Omloop van de Drie Provincies, een zware internationale juniorenwedstrijd doorheen de Vlaamse Ardennen. Evenepoel eindigt er als zesde, nadat vier renners hem in de laatste hectometers hebben gepasseerd. Ondanks de ontgoocheling ook een bevestiging van zijn stap naar het wielrennen: ‘Ik heb de juiste keuze gemaakt.’
Dat blijkt ook een goeie maand later, wanneer de Vlaams-Brabander op 1 juli, op de dag dat in Düsseldorf de Tour de France begint, zijn eerste zege behaalt. In het naburige Bollebeek-Asse schudt hij in de slotkilometer Thibaut Ponsaerts, een nationale topper bij de junioren, af bovenop een helling. Nog meer bergop gaat het twee weken later, tijdens zijn eerste grote rittenkoers, in het buitenland bovendien: de Ronde van het Baskenland. Een zware vierdaagse waar Evenepoel specifiek naartoe werkt. Met succes, want hij soleert er naar de zege in de koninginnenrit, met aankomst bergop bij de Cuevas de Pozalagua. Door een derde plaats in de slottijdrit eindigt hij uiteindelijk als tweede in het eindklassement, na de Ier Ben Healy, nu prof bij EF Education.
Voor Evenepoel de eerste indicatie van zijn talent als ronderenner. Dat ziet ook Joxean Matxín Fernández, de scout die voor Quick-Step de toptalenten in de jeugdcategorieën opspoort. Die is stomverbaasd als vader Evenepoel hem vertelt dat zijn zoon pas in april zijn eerste koers heeft gereden, en ervoor voetbalde. Matxín rapporteert meteen aan zijn baas, Patrick Lefevere: hij heeft een ruwe diamant ontdekt.
Daags na die ronde zit de Quick-Stepmanager al samen met Evenepoels ouders in Brasserie de la Gare in Sint-Agatha-Berchem. Hij ontvouwt er tijdens een etentje van vier uur een stappenplan voor hun zoon. Na slechte ervaringen met gebroken beloftes bij Anderlecht zijn die aanvankelijk wat wantrouwig, maar dat verdwijnt vlug. Zeker als Lefevere al de ochtend erna op mail zet wat ze hebben besproken. Inclusief een eerste fysieke test enkele weken later bij Quick-Steptrainer Koen Pelgrim in de Leuvense Bakala Academy. Die noteert geen exceptionele resultaten voor een topjunior, wél voor een renner die pas enkele maanden koerst.
Eerder heeft Evenepoel ook indruk gemaakt met zijn progressie tussen twee klimstages van de Belgische wielerbond, respectievelijk half mei en eind juli in de Vogezen. Terwijl hij, als eerstejaarsjunior, tijdens de eerste stage nog ruim vier minuten trager is op de Ballon d’Alsace dan Bjorg Lambrecht (die toen als belofte de beste tijd had), rijdt hij op de tweede stage slechts 24 seconden minder snel van de betreurde Oost-Vlaming. Mede dankzij de kilo’s die hij tussentijds heeft verloren. Toenmalig bondscoach Kevin De Weert kijkt zijn ogen uit bij zo’n bijzonder snelle evolutie. Alleen in de afdalingen, waar Evenepoel soms moeite heeft om te volgen, blijkt dat hij nog niet veel ervaring heeft qua stuurvaardigheid.
In diezelfde periode klopt een andere bekende naam aan de deur: Axel Merckx, die Remco ook heeft opgemerkt in de Ronde van het Baskenland. Als ploegleider van het Amerikaanse Axeon Hagens Berman Team wil hij hem inlijven voor het seizoen 2019, zijn debuutseizoen bij de beloften. Een ideale opstap naar een profcarrière bij Quick-Step, dat tot dan alles zal bekostigen, onder meer qua materiaal. De overeenkomst wordt afgesloten op een speciale locatie: thuis bij Eddy Merckx.
Zege voorspellen
Intussen blijkt steeds meer welke gigantische motor in Evenepoels lichaam schuilt: in augustus boekt hij solozeges in Luik-La Gleize en de Valkenburg Klim Classic. En in La Route des Géants in Ieper wint hij zelfs de sprint van een groepje van acht man. Het strafste nummer moet dan nog volgen, in La Philippe Gilbert, begin september. Aanvankelijk heeft het Forte Young Cycling Team daarvoor geen invitatie, tot Patrick Evenepoel Philippe Gilbert en diens broer Christian contacteert. Of ze nog een plaatsje hebben? Zoon Remco wil er graag … winnen.
Hij zal dat ook doen, op een speciale manier. Tegen iedereen die het wil horen, verklaart Evenepoel vooraf dat hij voor winst gaat. En op de stuurpen van de nieuwe Specializedfiets die hij van Quick-Step in bruikleen heeft gekregen, kleeft hij een papiertje met de hellingen waarop hij wil toeslaan. Eerste test op de côte de Xhierfomont: één uitroepteken. Dan versnellen op de côte de Vecquée: twee uitroeptekens. Om dan iedereen te lossen op La Redoute: een dik, vet uitroepteken met een streep eronder. Zo gepland, zo uitgevoerd. ‘Het was een beetje zot, hé. Maar ik ben dat ook’, lacht hij achteraf. Sindsdien zal ook Philippe Gilbert himself het ‘zotte’ supertalent op de voet volgen.
Op het junioren-WK in 2017 gaat Evenepoel drie keer tegen de grond, door nonchalance, pech en een gebrek aan stuurvaardigheid.
Ook als student verandert Evenepoel intussen van koers: van het Sint-Nicolaas Instituut in Anderlecht, waar hij moderne talen-wetenschappen volgde, terug naar het Sint-Goedelieve Instituut in Lennik, waar de Schepdaalnaar zijn lagereschooljaren doorliep. Met de directie worden afspraken gemaakt over afwezigheden en bijgehouden notities. Zoals tijdens het WK, eind september in Bergen, waarnaar Evenepoel naast zijn schoolboeken – hij heeft op maandag twee toetsen – ook een koffer vol (gouden) ambities meeneemt. Het draait echter uit op een fiasco: drie keer gaat de Belg tegen de grond, door nonchalance, pech en een gebrek aan stuurvaardigheid.
De ontgoocheling is immens, maar al vlug focust Evenepoel op 2018. Als lid van een nieuw team, want half oktober maakt hij zijn overstap bekend van het Forte Young Cycling Team naar Acrog-Pauwels Sauzen Balen BC, het gereputeerde team van voorzitter Jef Robert, waar Quick-Stepploegleider Wilfried Peeters als ex-renner kind aan huis is en waar ook Tom Boonen bij de jeugd gekoerst heeft. Het toptalent kan er een internationaler programma afwerken, ook met de nationale ploeg.
Meer afzien in trainingen
Voor Evenepoel, die intussen is overgeschakeld naar afstandsonderwijs, richting sportpsychologie, begint het jaar 2018 met een stage bij … Quick-Step. In Calpe mogen hij en de Deense wereldkampioen Julius Johansen met de profs trainen. De junior ontmoet er voor het eerst zijn grote voorbeeld Philippe Gilbert en is nerveuzer dan voor eender welke wedstrijd. Gilbert stelt hem echter op zijn gemak, en ook Yves Lampaert, Iljo Keisse en co vangen hem goed op. Bob Jungels vertrouwt de Belg zelfs toe dat hij droomt van Luik-Bastenaken-Luik, een koers die hij ruim drie maanden later zal winnen. Voor Evenepoel een geweldig moment. ‘Dan besef je dat als je hard traint, je jouw dromen kunt realiseren.’
Hard trainen doet de achttienjarige dan ook, als hij later ook met Balen BC op stage gaat. Op een lange beklimming laat hij er zijn leeftijdsgenoten al vlug ter plaatse. Om op de top af te dalen, even na halverwege weer aan te pikken bij de groep en opnieuw als eerste boven te komen. ‘Hij rijdt vijf kilometer per uur te rap voor ons’, luidt het – à la Frans Verbeeck over Eddy Merckx. Evenepoel ziet tijdens zijn trainingen naar eigen zeggen dan ook meer af dan in wedstrijden. Zeker als hij met zijn trainer Fred Vandervennet voor ministages van drie dagen naar de Ardennen trekt en er snoeiharde intervaltrainingen over de col du Rosier en de côte de Vecquée afwerkt.
De basis voor een seizoen dat bij de junioren zelden vertoond is. Al op het clubkampioenschap van Balen BC rijdt Evenepoel weg in de eerste kilometer, om te winnen met drieënhalve minuut voorsprong. Een opwarmertje voor Kuurne-Brussel-Kuurne, een juniorenkoers met een stevige internationale bezetting. Al op 60 kilometer van de finish knalt hij streekgenoot Ilan Van Wilder, die als enige kon aanklampen na een eerste versnelling, uit het wiel op de Oude Kwaremont. Hij stoomt door naar Kuurne, waar hij met de fiets boven zijn hoofd over de eindstreep wandelt. A la Philippe Gilbert het jaar ervoor, bij diens triomf in de Ronde van Vlaanderen – de dag waarop Evenepoel zijn allereerste koers reed. Een ideetje ontsproten op de jongste stage met Quick-Step, waar hij aan Gilbert vertelde hoe leuk hij dat vond. ‘Moet je binnenkort ook eens proberen…’
Voor Remco een extra motivatie. Niet alleen voor Kuurne, maar ook voor een doel later op het seizoen: het WK. Tussenin voert de Schepdaalnaar de ene onemanshow na de andere op. Met lange soloaanvallen, afgerond met gigantische voorsprongen. In de Guido Reybrouck Classic (half maart): 3’17. Op het PK van Vlaams-Brabant (half mei): 4’52. In de eerste rit van de Trophée Centre Morbihan in Frankrijk (half mei): 3’26. Op het BK in Les Lacs de l’Eau d’Heure (eind mei): 4’38, na een solo van 91 kilometer. In de kersmiskoers van Strijtem (eind juni): 5’40. En in de Tour du Condroz (eind juni): 4’07, waar hij op zeventien renners na het hele peloton dubbelt. Dat zou hij ook gedaan hebben, tot de jury aan Evenepoel vroeg om wat trager te rijden, zodat hij niet iedereen belachelijk zou maken…
Op dat moment, halverwege het seizoen, heeft de Vlaams-Brabander al 19 keer gewonnen, op 32. Toch liep niet alles van een leien dakje: in de tweede rit van de Ster van Zuid-Limburg wordt hij bij een val tegen een verlichtingspaal en de gevel van een huis gekatapulteerd. Hij verliest even het bewustzijn, maar zet zijn weg toch voort. Om de dag erna simpelweg de derde etappe te winnen. ‘Dat was wel zot’, aldus Evenepoel. Een week later lacht hij minder, wanneer hij in Parijs-Roubaix, ondanks een vroege ontsnapping, door materiaalpech buiten tijd eindigt – zijn enige en allicht laatste keer op de kasseien van de Hel.
Kleine smetjes op een blinkend blazoen, met in juli ook twee ritzeges en de eindoverwinning in de Luxemburgse GP Patton. En de strafste stoot op het EK in Brno. Na zijn tijdrittitel knalt Evenepoel in de wegrit het Spaanse toptalent Carlos Rodríguez als laatste ‘gewone’ sterveling uit het wiel. Afstand tot de finish: 83 kilometer. Zijn voorsprong aan die finish: 9’44 (!) op de Zwitser Alexandre Balmer. Aansluitend trekt de kersverse Europees kampioen met de Belgische wielerbond nog eens op stage naar de Vogezen, waar hij weer monden doet openvallen: de Ballon d’Alsace fietst hij 13 seconden rapper op dan de beste beloftetijd van Bjorg Lambrecht en hij zet ook de snelste juniorentijd ooit neer op die test.
Vroegere stap naar de profs
Enkele weken eerder is het plan gerijpt om Evenepoel al begin augustus 2018 de overstap naar de beloften en de ploeg van Axel Merckx te laten maken, en hem zo ook het WK in die categorie te laten rijden. De Belgische wielerbond dient volgens sportief directeur Jos Smets een verzoek in bij de UCI, maar dat wordt verworpen. ‘Arm wielrennen’, tweet een geërgerde Patrick Lefevere. Daags voor Evenepoel op het EK iedereen verplettert, steekt Lefevere in De Tijd de loftrompet over de junior: ‘Zo’n talent heb ik nog nooit gezien. Ook Frank Vandenbroucke niet.’
Dat heeft echter niet alleen Lefevere opgemerkt. Ook Team Sky en Mitchelton-Scott. Het Britse team legt na het EK zelfs een contract van vijf jaar op tafel, voor een ‘duizelingwekkend’ bedrag, aldus Evenepoel. Lefevere aarzelt niet langer wanneer hij dat hoort. Nog tijdens de Tour, waar de junior te gast is in Vive le vélo, volgt er ‘groot nieuws’: Remco wordt al op 1 januari 2019 prof bij Deceuninck-Quick-Step. Geen tussenstap meer via het belofteteam van Axel Merckx. Dat valt niet in goede aarde bij de familie Merckx, maar Evenepoel wil de kans niet laten liggen. Volgens hem nochtans niet de keuze voor het geld – anders had hij voor Team Sky gekozen. Wel een keuze voor een familiale omgeving, in een Belgische ploeg waar hij het best zal kunnen rijpen. Lefevere belooft ook plechtig dat hij voor hem zal zorgen als ware hij zijn eigen zoon.
Het uiteindelijke doel is wel duidelijk: ‘In mijn stoutste dromen win ik de drie grote rondes en word ik een van de beste ronderenners van mijn generatie. Ik wil het eens meemaken om onder enorme druk ongelooflijke topprestaties neer te zetten. Dat moet een enorme kick geven. Niet eenvoudig, maar ik heb daarvoor de nodige troeven. En dromen is niet verboden’, zegt Evenepoel de weken daarop in HUMO en De Tijd. ‘De nieuwe Merckx’ hoort hij wel niet graag: ‘Ik kan niet doen wat hij heeft gedaan, dat is niet aan de orde. Ik wil zélf iemand zijn. Hopelijk is dat: een nieuw wielericoon voor veel mensen.’
Woorden die de junior in augustus kracht bijzet door gereputeerde rondes als Aubel-Thimister-Stavelot en de Italiaanse Giro della Lunigiana met brio naar zijn hand te zetten. Al wordt hij in de eerste etappe van de Ardense ronde wel in de sprint geklopt door de dan nog onbekende Biniam Girmay.
Het is de aanloop naar het grootste doel van zijn laatste juniorenjaar: het WK in Innsbruck. Extra gemotiveerd door de aanmoedigende woorden van de vader van Igor Decraene, de juniorenwereldkampioen tijdrijden van 2013 die een jaar later verongelukte. ‘Je zou een gedroomde opvolger zijn’, vertelt die op de Memorial Decraene, een chronorace in Waregem die Evenepoel op 9 september wint. De renner belooft dat hij er alles aan zal doen om dat te worden. En hij doet het ook, zich onderweg inbeeldend dat Decraene van bovenaf aan het toekijken is. ‘Dit is voor Igor’, klinkt het na de finish. Op het podium moet Evenepoel huilen.
Al even intens is de vreugde wanneer hij twee dagen later met nog groter overwicht de wereldtitel op de weg behaalt. Ondanks een valpartij waardoor hij op een bepaald moment bijna twee minuten achterstand telt. In tegenstelling tot het jaar ervoor laat Evenepoel het hoofd echter niet hangen en raapt hij zijn tegenstanders een voor een op. Aan de finish doet hij wat hij al sinds Kuurne-Brussel-Kuurne van plan is: zijn fiets nog eens in de lucht steken, à la Philippe Gilbert. De ultieme bekroning van een wonderlijk anderhalf jaar, dat op 24 maart 2017 begon met de mededeling: ‘Pa, ik wil gaan koersen.’
Geen junior die dat daarna ooit zo hard heeft gedaan.
42: totaal aantal zeges, waarvan 7 in 2017 en 35 in 2018
50,6: totale zegepercentage (inclusief eindklassementen rondes)
9: totaal aantal tijdritzeges (op 15 deelnames) waaronder de Belgische, Europese en wereldtitel
7: totaal aantal zeges in eindklassementen van een ronde (op 8 deelnames)
9’44”: grootste voorsprong, neergezet op het EK in Brno
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier