‘Telkens als ik mijn laptop aanzet, zie ik mijn kop met het cijfer 1 ernaast. Heel motiverend’
Matthias Casse, de Belgische hoop op Olympisch goud in het judo, en Yves Lampaert, ex-Belgisch kampioen wielrennen, hebben meer met elkaar gemeen dan ze zouden denken. Sport/Voetbalmagazine zocht ze op voor een dubbelgesprek. Een voorsmaakje.
Zowel Lampaert als Casse hadden heel wat doelen om dit jaar naartoe te werken. De coureur van Deceuninck-Quickstep zat in maart nog in volle voorbereiding voor de klassiekers met de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaiw op kop, terwijl de Belgische nummer 1 van de wereld voor Europees goud ging meedoen. De coronacrisis gooide echter roet in het eten, maar beide sporters bleven trainen.
Yves Lampaert: ‘Ik heb in het voorjaar geen mentale dipjes gehad. In België kon je nog buiten fietsen, in heel goed weer, dat scheelt. Hoewel ik geen kortetermijndoelen had, heb ik nooit gedacht: wat ben ik in godsnaam aan het doen? Had ik, zoals de Spanjaarden of Italianen, alleen op de rollen mogen fietsen, dan was ik wél gek geworden.
‘Het ironische is dat ik tijdens het uitgestelde seizoen wél op die vervloekte rollen moest trainen, nadat ik in Milaan-Turijn mijn sleutelbeen had gebroken. Toen stortte mijn wereld wel even in: geen Tour, misschien ook geen klassiekers. Nog diezelfde dag hoorde ik echter hoe Fabio Jakobsen zwaar was gevallen in de Ronde van Polen. En dacht ik meteen: waarom zit ik nu te janken? Het is maar een sleutelbeen. Ook toen ik Remco Evenepoel, na zijn val in Lombardije, bezocht in het ziekenhuis van Herentals – ik moest er op controle – besefte ik dat ik geluk had dat ik dit jaar wél nog zou kunnen koersen.
‘Toch ging dat niet van een leien dakje, in slechts enkele weken tijd opnieuw opbouwen naar een topvorm. Toen ik in september weer begon, in de Ronde van Slovakije, moest ik door de muur gaan om bergop te kunnen vólgen. Toen heb ik even gepanikeerd: ik raak niet meer klaar voor de klassiekers. Gelukkig verbeterde de conditie daarna vlug. Weliswaar net niet top genoeg om in Gent-Wevelgem en de Ronde van Vlaanderen mee te doen voor de zege. Gelukkig won ik dan Brugge-De Panne en kon ik mijn seizoen met een positieve noot afsluiten. Wat ook de pijn van de afgelaste Parijs-Roubaix, mijn lievelingskoers, verzachtte.’
Matthias Casse: ‘Toen in maart de Spelen definitief werden uitgesteld, was dat een flinke mentale tik. Ik heb dat echter vlug omgezet in positieve gedachtes: dat ik in 2021, op mijn 24e, een jaartje sterker zal zijn, terwijl mijn grootste, oudere concurrenten wel al hun fysieke top hebben bereikt en weinig of geen progressie meer zullen boeken. Ik heb me ook opgetrokken aan mijn nummer 1-positie op de worldranking. De pagina met die ranglijst op de Judobase-website is zelfs mijn homepage. Telkens als ik mijn laptop aanzet, zie ik mijn kop, met het cijfer 1 ernaast. ( lacht) Motiverend, ja, te beseffen dat ik nu sta waar ik vele jaren van gedroomd heb.
‘Trainen was in de lockdown nochtans niet vanzelfsprekend: wekenlang mocht dat alleen met mijn broer. Vervelend op den duur, maar gelukkig konden we in de zomer, en ook nu, met een bubbel van vijf judoën. Ook niet ideaal, met oog op het komende EK, maar ik blijf het grotere doel voor ogen houden: Tokio 2021. Dáár wil ik op mijn best zijn en goud behalen. En daar zal ik alles voor doen.’
Lees het volledige interview in Sport/Voetbalmagazine of in onze Plus-zone.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier