Tadej Pogacar, de Tourwinnaar die geduldig in de rij wacht
Op de fiets heeft tweevoudig Tourwinnaar Tadej Pogacar (23) de dadendrang en honger van de grootste kampioenen. Naast de fiets stapt hij speels, lachend en zorgeloos door het leven, wars van vedetteallures. Een portret van de aaibare, bescheiden Kannibaal.
Valentijnsdag, 14 februari 2017. Op stage met de Sloveense bond moeten de jongens en meisjes samen trainen: sprintjes trekken over een halve minuut. Duo’s worden gevormd, tot er één jongetje overblijft: Tadej Pogacar. Hij wordt gekoppeld aan het laatste overblijvende meisje: Urska Zigart, die meteen een klik met hem heeft. Al ziet ze hem nog niet als een toekomstig vriendje, want de achttienjarige junior is bijna twee jaar jonger. Het zal dan ook nog anderhalf jaar duren eer ze een écht koppel vormen.
Nochtans zijn het twee tegenpolen: zij extravert, met het hart op de tong. Hij, zeker in contact met vreemden, meer bescheiden en verlegen. Wat ook zal blijken als hij in 2019 zijn eerste profsuccessen boekt en hij interviews als een grote beproeving ziet. ‘Altijd kunnen koersen en er nooit over moeten praten, dat zou het allermooiste zijn’, zegt hij na zijn eerste seizoen op de mediadag van Team UAE.
Voor bekenden, en zeker bij zijn vriendin, is Pogacar echter veel opener én grappiger. Op die manier verovert hij ook meteen het hart van zijn schoonouders. Ook op de fiets is van die verlegenheid niets te merken: al van in zijn debuutjaar gooit hij er vol de beuk in. Terwijl Urska, die ook prof werd, op de fiets wel een vat vol twijfels is, geholpen door haar vriend die haar meer vertrouwen probeert in te pompen. Zoals zij hem met de media heeft leren omgaan, om te tonen wie hij echt is, als persoon.
Toch zal de kern van Pogacars karakter niet veranderen: hoog van de toren blazen doet hij niet, vedetteallures zijn hem vreemd. Bescheidenheid en nuchterheid, hem zo ingepompt door zijn ouders, als hoogste goed. Iets wat zijn ex-ploegleider Allan Peiper steevast beaamt: ‘Ondanks alle successen is Tadej dezelfde beleefde, dankbare jongen gebleven.’
Veelzeggend dan ook de anekdote die Philippe Gilbert vorig jaar aanhaalde in L’Equipe: ‘Tadej is heel respectvol. Toen ik hem en zijn vriendin in mijn fietswinkel ( in Monaco, nvdr) geduldig zag wachten op een herstelling, in een rij met ‘normale’ klanten, vond ik dat geruststellend.’
Evenzeer raakte Eddy Merckx onder de indruk van de timide Sloveen, toen ze elkaar vorig jaar ontmoetten in de aanloop van Il Lombardia, op invitatie van een sponsor. Pogacar was naar eigen zeggen bijzonder nerveus en zelfs van zijn melk toen de Kannibaal hem ‘de nieuwe Merckx’ noemde. Een ster of een kampioen beschouwt hij zich immers niet. ‘ I’m just a bike rider.‘
Lees het volledige portret in de Tourgids van Sport/Wielermagazine of in onze Plus-zone.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier