Sven Nys: 7 verrassende facetten van het veldriticoon
De Internationale Sluitingsprijs in Oostmalle wordt zondag 21 februari de laatste belangrijke veldrit waar Sven Nys aan deelneemt. Valt er in de aanloop naar zijn laatste WK en afscheid nog iets nieuws te vertellen over het veldriticoon? Ja, zo blijkt uit gesprekken met zeven mensen die hem van dichtbij groot hebben zien worden. Zij belichten telkens een ander, soms verrassend, facet van de Kannibaal van Baal.
Dit artikel verscheen eerder in Sport/Voetbalmagazine van 27 januari
DE GEBOREN SPEECHER
Paul Van Den Bosch – coach sinds 2003
‘De laatste keer dat Sven mij écht heeft verbaasd was niet als atleet – op dat vlak ken ik hem intussen door en door – maar als… speecher. Een drietal jaren geleden werden hij en ik gevraagd om op een symposium voor bedrijfsleiders in Louvain-la-Neuve over innovatie in de sport te praten. Ik had al heel wat ervaring met spreken voor een groot publiek, voor Sven was dat echter, ondanks de ‘communicatietraining’ door al die honderden interviews, compleet nieuw.
‘Ik was dus een beetje bezorgd, maar dat bleek onnodig. Op een halfuurtje werkten we onze voorbereiding af en opvallend kalm ging hij het podium op. Zónder uitgeschreven tekst, met alleen een slideshow als handleiding, praatte Sven moeiteloos dertig minuten vol. Tien minuten langer dan gepland, alsof hij dat al tientallen keren had gedaan. Met een naturel, flegma, toon, vaardigheid en woordenschat die alleen weggelegd zijn voor doorgewinterde sprekers pakte hij – à la BarackObama – die honderden zakenmensen helemaal in. Zijn verhaal over hoe hij altijd heeft geprobeerd om op alle mogelijke vlakken zichzelf te verbeteren.
‘Sindsdien is Sven in die lezingen nog beter geworden. Bovendien niet telkens met dezelfde speech, maar met steeds andere onderwerpen: over hoe hij focust, over hoe je teamwork in de sport aan het bedrijfsleven kunt koppelen, over welke skills uit de sport die hij na zijn carrière als renner zal gebruiken… Vorig jaar pikte hij in een symposium voor studenten economie zelfs zaken op van eerdere sprekers en ging hij daarop verder – meesterlijk improviserend. Op dat vlak steekt Sven mijlenver uit boven andere topsporters. En ongetwijfeld ligt daar een deel van zijn toekomst: mensen inspireren. Niet meer met zijn benen, maar met een boeiend verhaal.’
DE GEVOELSMENS
Guy Verbist – vaste verzorger sinds 2003
‘Als topsporter, en als mens, kan en zal Sven niet vlug zijn emoties blootgeven. Toch heeft hij een klein hartje, ook voor zijn supporters. Hij kan niet iedereen tevredenstellen, maar af en toe doet Sven iets speciaals. In alle stilte, zonder dat aan de grote klok te hangen. Zoals voor een collega van mijn vrouw, een hevige fan die enkele jaren geleden met pensioen ging en voor wie Sven toen een videoboodschap heeft ingesproken – tot haar grote vreugde.
‘Toen die vrouw een jaar later borstkanker kreeg, zei Sven me na zijn overwinning in Gavere vanuit het niets: ‘Guy, doe me een plezier, neem mijn bloemen mee en geef die aan de collega van je vrouw.’ Onvergetelijk, het moment waarop ik dat boeket bij haar thuis overhandigde. Heel emotioneel… Zo dankbaar ook dat ze, voor ze vorig jaar overleed, wenste dat Svens bloemen op haar begrafenis zouden worden uitgestald. En dat ze zijn videoboodschap nog eens zouden afspelen. Ze noemde het een van de hoogtepunten uit haar (te korte) leven…
‘Sven was er echt door geraakt toen ik vertelde over haar dood, zoals hij ook oprecht begaan was met mijn jongere broer toen die leukemie had. Bijna elke dag vroeg hij: hoe is het met hem? Over het leed van zieken, over problemen in de wereld filosoferen wij geregeld tijdens de massages. En dan beseft Sven telkens weer hoe gelukkig hij zichzelf mag prijzen.’
DE MEESTERTECHNICUS/PERFECTIONIST
Richard Nieuwhuis – bandenleverancier sinds Nys’ beginjaren
‘Sven zei onlangs: ‘Ik zonder mijn Dugasttubes? Dat is zoals mijn armen afnemen!’ En dat klopt ook. In de dertien jaar dat ik tubes lever aan het crosspeloton, heb ik slechts drie ‘grootmeesters’ gekend: Richard Groenendaal, Zdenek Stybar en Sven, als ultieme specialist. Hij kan al na een paar honderd meter aangeven of een tube het juiste profiel en de juiste bandenspanning heeft, tot op een tiende kilobar. Veel renners kiezen op automatische piloot dikwijls voor een band met zware noppen, terwijl Sven veeleer voor een minder grof profiel en een lagere bandenspanning opteert. Omdat zijn sublieme techniek dat toelaat, én hij weet: hiermee kan ik energie sparen.
‘Op dat vlak laat hij niets aan het toeval over. Sven start bijvoorbeeld altijd met gebruikte tubes, want een nieuwe moet zich eerst wat kunnen ‘zetten’. Een detail waar velen niet aan denken, Sven wel. Bij zijn overschakeling van Colnago naar Trek, een fiets met bredere wielvelgen, hebben we ook úren overlegd over de nieuwe tube en het nieuwe stootlint dat ik daarvoor zou maken – het moest perfect zijn.
‘Voortdurend anticipeert hij op alles, vaak net voor een wedstrijd. In Tábor 2012 zou hij bijvoorbeeld met een gloednieuwe sneeuwband rijden. Net voor de start vroeg Sven of ik nog een ander ‘setje’ had, voor op zijn reservefiets? Ja, slechts één, maar die zaten op de wielen van een collega-mecanicien… ‘Mag ik die ook gebruiken?’, drong hij aan, want hij had een voorgevoel. En dat bleek tijdens de race: door een kettingbreuk moest hij effectief overschakelen op die reservefiets, waarna hij vanuit 25e positie met een fenomenale inhaalrace uiteindelijk nog vijfde werd. Dankzij die nieuwe, inderhaast gemonteerde tubes…
‘Altijd stond Sven ook open voor innovatie. Zoals met de fameuze spijkerbanden die ik in 2010 had ontwikkeld voor het ijzige WK-parcours in Tábor. Om die te testen trokken we op zijn voorstel naar de schaatsbaan van Eindhoven. Daar scheurde hij op het ijs door de bochten, réchtstaand op de pedalen. ‘Een revolutie’, glunderde Sven, die als perfectionist ook al zijn andere tubes uitprobeerde. Kennis die goed van pas kwam, want de UCI verbood na veel discussie die spijkerbanden wegens te gevaarlijk.
‘Wat weinigen weten is dat Sven, vóór dat verbod, weliswaar zonder officiële goedkeuring, die spijkertubes eenmaal heeft gebruikt in competitie. In Kalmthout, de week na de test in Eindhoven. Hij had ze alleen op zijn reservefiets gemonteerd, in geval van nood. En wat wil, alweer, het toeval: Sven raakt door kettingproblemen ver achterop en besluit zijn ‘geheim wapen’ te gebruiken. Twee ronden heeft hij toen op die spijkerbanden gereden en in de sneeuw een bijna niet te dichten kloof overbrugd. Om in extremis nog te winnen. Al reed hij in de laatste honderden meters wel weer op gewóne tubes…’ (lacht)
DE ZELFVERZEKERDE
Jan Verstraeten – ex-profcrosser en sinds 2011 fulltimeploegleider
‘Svens tweede wereldtitel in Louisville (2013, nvdr) was ongetwijfeld mijn mooiste moment met hem. Een titel die hij nog vóór de start gewonnen heeft, puur op mentaal vlak. Zelden was hij, in tegenstelling tot de WK’s in het begin van zijn carrière, zo zelfverzekerd. Ik zal nooit die training op woensdag vergeten: bij diepvriestemperaturen uren aan een stuk – ik op de brommer, hij erachter met de fiets. Normaal zou Sven de WK-omloop niet verkennen, maar plots wilde hij toch één rondje rijden. En hoe: op een hindernis waar alle profs en beloften moesten afstappen, knalde hij bij zijn eerste poging gezwind naar boven. Monden vielen wijd open. Een mentale mokerslag, ook omdat Sven direct erna het parcours verliet. We keken naar elkaar en knikten: perfect! (lacht)
‘Een dag later was Sven samen met Niels Albert te gast in een lokale fietsenwinkel van Colnago, met een pak Amerikaanse crossfans. Ideaal om hen achter mij te krijgen, wist Sven. In perfect Engels beloofde hij dat hij bij winst zijn shirt zou komen overhandigen aan de winkeleigenaar. Al die Amerikanen werden zot! En Niels, die zat erbij en keek ernaar. Toen hem gevraagd werd of hij nog iets had toe te voegen, zei hij sip: ‘Euh nee, het is goed zo. Alles is al gezegd.’ Meteen gaf hij de microfoon terug, beseffend dat hij op weinig aanmoedigingen van de Amerikanen zou moeten rekenen.
‘Sven daarentegen kreeg een extra boost. Zelfs toen het WK een dag vervroegd werd omdat de rivier langs de omloop op zondag uit haar oevers dreigde te treden, had dat op hem geen negatieve impact. Voor een controlefreak nochtans niet vanzelfsprekend, maar ook daar haalde Sven een mentaal voordeel uit, omdat hij wist dat anderen wél uit hun evenwicht zouden raken. Bovendien zou het veel zwaardere modderparcours hem perfect liggen. Wat ook bleek op zaterdag, toen Sven overtuigend won nadat hij Klaas Vantornout in de slotronde had afgeschud. Ondanks – en dat weten er weinigen – een zogoed als lekke band in de laatste honderden meters. Maar zelfs dát heeft hem niet van zijn stuk gebracht.’
DE AMBASSADEUR VOOR ZIJN SPORT EN ZICHZELF
Nico Dick – sinds 2002 dé crossspecialist van de Vlaamse journalisten
‘Van de vele renners die ik na een wedstrijd al geïnterviewd heb, was en is niemand zo bereikbaar als Sven. Het mooiste voorbeeld: de cross van Hamme-Zogge in 2010, waar ik als enige journalist van Het Laatste Nieuws aanwezig was, terwijl de andere kranten twee collega’s hadden uitgestuurd. Die konden zich na de aankomst verdelen onder winnaar Nys en de tweede, Niels Albert. Ik moest kiezen en opteerde voor Albert, maar miste intussen Svens uitleg. Nog voor ik me daarover zorgen kon maken, tikte iemand me op de schouder: Nys! Of ik hem nog nodig had? Graag! Waarop hij een minuut wachtte tot ik klaar was met Albert, en daarna, speciaal voor mij, zijn verhaal herhaalde, terwijl het nochtans al flink koud geworden was. Dat maak je met wegrenners, en zeker niet met de vedetten, nóóit mee – die vluchten zo rap mogelijk de bus in.
‘Al die jaren was Sven een godsgeschenk voor de pers. Ook op een dinsdag in december 2007, toen hij de Kristallen Fiets won. Drie dagen ervoor had Sven in het Spaanse Igorre gewonnen en op woensdag zou hij in het naburige Asteasu starten, waar ik hem een hele dag zou volgen als kersverse winnaar van die Kristallen Fiets. Op de uitreiking kon hij dus niet aanwezig zijn, maar speciaal voor de krant vloog Sven op maandag vanuit Bilbao heen en terug naar Zaventem voor een korte fotoshoot. Ongezien!
‘Een superprof, op alle vlakken. Zelfs voor het crossje in Asteasu zag ik hem ’s morgens vroeg, nog voor het ontbijt, losrijden op de rollen, terwijl de Amerikaanse crosser Jonathan Page een uur later in zijn pyjama van de trappen slofte… Sven kon in Asteasu ook gewoon vlug zijn geld oprapen, maar ging voor de start op de foto met tientallen Spaanse fans, verzorgde, door als enige over de balken te springen, de show tijdens de race en stond ook na de finish geduldig de plaatselijke pers en mezelf te woord. Als perfecte ambassadeur voor zijn sport, én zichzelf.’
DE BESCHERMELING VAN GOD ÉN PERFECTE VRIEND
Wim Van Uffel – sinds 2003 vaste trainingspartner
‘Nooit zal ik vergeten hoe Sven ooit tijdens een training de moeite nam om te stoppen bij een terminaal zieke fan. Toen die hem zag, fleurde hij helemaal op, alsof Jezus voor hem stond. Die babbel van een half uur was zijn laatste opleving, want de dag erna is hij vredig, in zijn slaap gestorven. Toeval? Ik weet het niet…
‘Soms heb ik het rare gevoel dat Sven door God beschermd wordt. Ongelofelijk hoeveel geluk hij soms heeft. Een fazant die in zijn wiel vliegt, maar Sven die zich miraculeus kan rechthouden. Zijn tube die ontploft net ná de afdaling van de Cauberg waar we met tachtig kilometer per uur naar beneden zijn gevlamd. Plots overstekende auto’s waaraan hij altijd nipt ontsnapt… Tot zelfs een drankautomaat waar ik twee keer een euro in stop, er niets gebeurt, en bij Svens poging álle blikjes eruit rollen…
‘Misschien een beloning van hierboven voor zijn eenvoud en eerlijkheid. Zijn oog voor anderen ook. Altijd staat hij, ondanks zijn grote focus op zijn job als renner, klaar voor zijn vrienden. Toen ik vijf jaar geleden in de Ronde van Vlaams-Brabant zwaar viel, keerde Sven ’s morgensvroeg speciaal terug van de zee naar Baal om mij te steunen. ‘Niet opgeven, maat. Jij kunt nog uitrijden.’ Dankbaar ook, niet met grote woorden, veeleer met een mooi gebaar. Zoals na zijn wereldtitel in Sankt Wendel (2005, nvdr) toen hij hier plots met een gesigneerde regenboogtrui stond. ‘Voor mijn trainingsmaat en vriend voor het leven.’ Even slikken hoor…
‘Nog meer voor Svens talent als atleet heb ik bewondering voor zijn beroepsernst en doorzettingsvermogen. Op zijn 38e had hij vorig seizoen, toen het zo slecht liep, perfect kunnen stoppen – niemand had het hem kwalijk genomen. Maar ondanks die moeilijke privésituatie heeft hij nooit zijn hoofd laten hangen, is hij altijd een rolmodel gebleven en is hij elke dag gemotiveerd blijven trainen. In die periode heb ik Sven nóg beter leren kennen: de mens die vroeger zijn gevoelens wat verborg, sprak daar nu plots wel over. Het heeft onze band nog sterker gemaakt. Een voorrecht dat ik eeuwig zal koesteren.’
HET TRAININGSBEEST
Sven Vanthourenhout – ploegmaat en boezemvriend sinds 2003
‘Honderden keren heb ik met Sven getraind, op woensdag in het bos van Lichtaart, gevolgd door een koffie thuis bij Paul Van Den Bosch – heerlijke momenten, die babbels achteraf. Naast Lichtaart ook op Mallorca, waar we zowat elke centimeter hebben verkend, met ook Wim Van Uffelof in het gezelschap van andere wegrenners of crossers. Telkens weer zag je hetzelfde: Sven die vier, vijf uur met een gemiddelde rond de 35 kilometer per uur niet alleen zijn pedalen geselde, maar ook zijn (occasionele) metgezellen. Die waren vaak al blij dat ze konden volgen en gingen de volgende dag weer alleen op pad, uit angst om af te zien. Dat heb ik zelf genoeg ondervonden, in zijn achterwiel. Ik herinner me een training van 240 kilometer met hem en Wim, waarvan Sven er 235 (!) op kop had gefietst…
‘De meest memorabele rit was die met Zdenek Stybar, in april vorig jaar. Zdenek was na zijn tweede plaats in Parijs-Roubaix naar Mallorca gevlogen om er Luik-Bastenaken-Luik voor te bereiden, wij werkten er onze eerste stage na het veldritseizoen af. Zdenek stuurde op dinsdag een sms: of we ’s anderendaags een lange training wilden afwerken? Ik vertelde tegen Sven: ‘Je kent Zdenek, die gaat vlámmen. Bovendien zijn wij pas aan het opbouwen, terwijl hij in topvorm is. Dat wordt niet simpel.’ Hij was echter enthousiast: ‘We gaan mee!’
‘Al na een paar kilometer wist ik hoe laat het was: Sven en Zdenek fietsen naast elkaar, tegen de veertig kilometer per uur op het vlakke, ruim dertig bergop, zonder te praten. Af en toe testte Zdenek Sven eens, door het tempo langzaam te verhogen. Maar Sven, die naast hem bleef, gaf niet af – eergevoel, hé.
‘Na goed vier uur kwamen we op de top van een helling. Ik zei tegen Sven: ‘Op ons schema staat vier en een half uur, als we verder meegaan met Zdenek, zullen we ruim boven de zes uur fietsen.’ Sven wilde niet plooien en uiteindelijk stonden er 220 kilometer op onze teller, met een gemiddelde van 34, op een lastig klimparcours. Die hele dag heb ik achter twee brommers gereden. Ook Sven was bekaf, al zag je zijn ogen blinken: ‘Zdenek heeft mij er niet af gekregen!’ Die gelukzalige momenten tijdens en na het afzien, dat zal hij het meest missen.’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier