Sportcardioloog Kristof Lefebvre na de twee overlijdens in de Ronde voor wielertoeristen: ‘Het hart van elke amateursporter screenen is zinloos’

Vorige zaterdag namen 15.000 wielertoeristen deel aan We Ride Flanders, de toertocht van de Ronde van Vlaanderen. © BELGA
Jonas Creteur
Jonas Creteur Sportredacteur bij Knack

In de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen lieten afgelopen zaterdag twee deelnemers het leven nadat ze onwel waren geworden. Hoe gezond zijn zulke lange, belastende ondernemingen voor het hart van amateursporters? Sportcardioloog Kristof Lefebvre: ‘Sporten blijft gezond, maar put je lichaam niet uit als je te weinig getraind bent.’

Twee overlijdens in de Ronde van Vlaanderen voor wielertoeristen. Marathonloper Michael Somers die moest stoppen met topsport omdat er bij een controle littekenweefsel op zijn hartspier was gevonden. Moeten alle liefhebbers van zulke intensieve sporten zich zorgen maken? En moeten alle amateurs nu hun hart laten screenen? Kristof Lefebvre, hartfalenspecialist en sportcardioloog van VITAZ in Sint-Niklaas, nuanceert.

Volgens dokter Lefebvre kunnen hartproblemen bij top- en amateursporters zeer divers zijn. ‘Bij volwassenen amateursporters – veelal veertigplussers – is een vernauwde kransslagader de vaakst voorkomende boosdoener. Dat wordt veroorzaakt door roken, overgewicht, hoge cholesterol of bloeddruk, suikerziekte of een ongezonde levensstijl. Een hartinfarct , waarbij een deel van de hartspier afsterft door zuurstoftekort, kan dan weer littekenweefsel achterlaten. Soms voel je dat niet eens: geen pijn, geen benauwdheid… Maar de schade is er.’

‘Pas als het ritmestoornissen of hartfalen veroorzaakt, wordt het riskant. Zoals bij iemand die jaren rookt, dan stopt, op zijn vijftigste traint voor een marathon of een lange wielertoeristentocht en plots neervalt. Dan treedt er een hartinfarct op als gevolg van een plotse scheur van al aanwezige aderverkalking, of omdat een oud litteken van een eerder infarct ritmestoornissen triggert. Dat is de voornaamste oorzaak van plotse hartdood bij sportende volwassenen.’

Bij jongere sporters is myocarditis of een hartspierontsteking vaker de oorzaak van hartproblemen. ‘Dat kan worden veroorzaakt door een virus zoals griep, verkoudheid of covid. Ik heb zelfs gevallen gezien waarbij een buikgriep oversloeg naar het hart’, zegt Lefebvre.

En dan heb je de aangeboren hartspieraandoeningen, waarvan hypertrofische cardiomyopathie de meest voorkomende is. Het gaat om een pathologisch verdikte hartspier, wat bij 1 op 500 mensen voorkomt. Bij (extreme) inspanning kan dit tot ritmestoornissen leiden en zelfs een plotse dood. Het is een mix van levensstijl, genetica en omgevingsfactoren, zoals virussen. Bij sporters komt daar de belasting bovenop.’

Kunnen littekenweefsel, zoals bij Michael Somers, of andere hartproblemen nu beter worden opgemerkt in vergelijking met tien, vijftien jaar geleden?

Kristof Lefebvre: Vroeger zagen we zo’n schade pas als ze groot en duidelijk was, bijvoorbeeld via een simpel elektrocardiogram (ecg) bij de huisarts of cardioloog. Vandaag, met moderne technieken, is dat anders. Echografie is sterk verbeterd, en vooral MRI is een gamechanger. Daarmee zien we littekens van slechts een paar millimeter. Vijftien jaar geleden was een hart-MRI iets voor gespecialiseerde centra. De expertise om die beelden te interpreteren was ook beperkt. Nu kunnen we veel preciezer zijn. Daarnaast is de detectie van hartritmestoornissen ook sterk verbeterd door geavanceerde smartwatches en monitorsystemen.

Moeten alle amateursporters zich laten screenen op hartproblemen?

Lefebvre: Nee. De Belgische bevolking beweegt te weinig. Als we meer mensen aan het sporten krijgen, boeken we enorme gezondheidswinst. Veel meer dan de zeldzame gevallen die we eruit zouden pikken als we iedereen zouden screenen. Het risico op sportgerelateerde hartproblemen is klein en speelt vooral bij topsporters die hun lichaam extreem op de proef stellen.

Voor amateurs die drie keer per week lopen of fietsen, heeft massascreening geen nut. Het is medisch niet zinvol, logistiek niet haalbaar, en je vindt vaak kleine afwijkingen – een beetje littekenweefsel bijvoorbeeld – waarvan we de exacte betekenis niet kennen. Dat veroorzaakt alleen maar onrust. Bij topsporters die 20 uur of meer per week trainen is een jaarlijks ecg en een inspanningsonderzoek met eventueel echo te overwegen.

‘Voor amateurs die drie keer per week lopen of fietsen, heeft preventieve screening van het hart geen nut.’

Het is een glijdende schaal: hoe meer je traint, hoe meer je in de gaten moet houden of je klachten hebt. Atleten kunnen bijvoorbeeld een vragenlijst invullen op www.gezondsporten.be. Dat kan worden aangevuld met een ecg via de sportarts.

Hoe weet een amateursporter dat hij misschien een probleem heeft? En moet hij of zij zich dan wel laten screenen?

Lefebvre: Luister naar je lichaam, dat is de kern. Heb je klachten zoals aanhoudende hartkloppingen, een beklemmende pijn op de borst die minuten aanhoudt of flauwvallen tijdens inspanning? Geeft je smartwatch plots rare hartslagpieken aan, van 130 naar 180? Ben je plots buiten adem, zonder reden? Ga dan naar de huisarts. Zijn er risicofactoren – roken, diabetes, hoge bloeddruk, of een vader of broer die op jonge leeftijd een hartprobleem had – dan is een check ook aangewezen.

Hoeveel kost een screening en hoeveel ervan wordt terugbetaald?

Lefebvre: Dat hangt af van de indicatie. Bij een sportarts begint het met een vragenlijst, lichamelijk onderzoek en een ecg. Dat kost 50 à 70 euro, en wordt niet terugbetaald als het puur preventief is, dus zonder klachten of doorverwijzing. Raadpleeg je een cardioloog voor een onderzoek, echo en inspanningstest, dan kost dat naargelang de arts 170 à 200 euro.

Is er een medische indicatie, klachten zoals hartkloppingen of een afwijkend ecg bij de huisarts, dan draagt het Riziv bij en betaalt de patiënt ongeveer 20 euro. Een MRI is niet nodig als screening. Dat zou ook niet haalbaar zijn, kost te veel, en wordt alleen gedaan bij specifieke gevallen.

Als tijdens een screening bij een amateursporter littekenweefsel wordt vastgesteld, mag hij of zij dan nog sporten?

Lefebvre: Het is geen simpele regel: niet elk litteken verbiedt sport, maar extreme inspanning vermijd je best. Het hangt vooral af van de ernst, de locatie van het litteken en de gevolgen. Als het leidt tot ritmestoornissen of een verminderde hartfunctie, dan is topsport uitgesloten.

Is het litteken klein, zonder impact op je hartritme of pompkracht, dan kan drie keer per week een uur rustig joggen vaak nog wel. Bij bepaalde hartspieraandoeningen, zoals aritmogene kamerdysplasie, is sport volledig afgeraden omdat inspanning de onderliggende aandoening kan verergeren. Na een langdurige rustperiode kan je hart soms wel herstellen. Het litteken blijft, maar het risico daalt, waardoor je weer licht mag sporten.

Wat raadt u ouders aan die ongerust worden door die berichten over hartproblemen? Moeten zij hun kinderen laten screenen als die van jongs af intensief trainen?

Lefebvre: Neen, de risico’s zijn extreem klein, de voordelen enorm. Beter een kind dat sport dan eentje dat op de bank zit en naar een scherm staart. Bij een zestienjarige die begint met wielrennen of die langeafstandswedstrijden loopt, hoef je niet meteen naar een cardioloog te stappen. Tenzij er klachten zijn als flauwvallen, hartkloppingen, of er een familiegeschiedenis is van hartproblemen op jonge leeftijd.

Screening bij kinderen is lastig: hun hart verandert nog, en de kans dat je iets vindt zonder andere aanwijzingen is miniem. Maar als ze trainen als semiprofs met bijvoorbeeld trainingsschema’s van 20 uur per week kan een onderzoek met ecg en eventueel inspanningstest of echo zinvol zijn. Ouders moeten na verhalen zoals Somers zich dus niet ongerust maken, maar wel waakzaam blijven voor signalen.

Marathonlopen is populairder dan ooit. Houdt zo’n belastende inspanning risico’s in voor de gemiddelde amateurloper?

Lefebvre: De marathon op zich is niet gezond. Je gaat veel dieper dan in je trainingen. Dat is een extreme belasting. Studies na marathons tonen bij lopers spierschade in het bloed – verhoogde troponine of BNP – door overdruk in je hart, vooral in de rechterkamer, die minder sterk is dan de linkerkant. Je hart pompt harder en sneller, de druk stijgt, en dat kan cellen beschadigen. Dat kán littekenweefsel veroorzaken, maar bij getrainde lopers is dat risico klein en vaak niet blijvend – het herstelt meestal.

‘Luister naar je lichaam, ken je grenzen, en blijf genieten. Het is de goedkoopste, efficiëntste manier om langer en gezonder te leven.’

Hier zit een paradox: je voorbereiding van maandenlang trainen, gezonder eten en beter slapen verlaagt je levenslange risico op hartziekten, diabetes, obesitas en zelfs plotse dood. Maar de marathon zelf is een piekbelasting met iets meer risico op een incident, zoals ritmestoornissen.

Ik zeg niet dat je het niet moet doen, maar het gezondste is drie tot vijf keer per week intensief sporten zónder je lichaam uit te putten. Een marathon motiveert, maar als je alleen maar in het rood gaat, is het niet ideaal. Als je hem in 5,5 uur loopt en slecht voorbereid bent, is het risico op andere problemen, zoals overbelasting van spieren en gewrichten, ook groter dan voor een getrainde loper die er 3 uur over doet.

Welke sporten zijn het gezondst voor je hart?

Lefebvre: Het gaat om de belasting, niet zozeer ‘gezond’ of ‘ongezond’. Golf heeft bijna geen impact: lage intensiteit, weinig uithouding. Wielrennen, triatlon en marathonlopen zijn het zwaarst: veel uithouding én vaak hoge intensiteit. Fitness en krachtsport belasten je hart minder. Vroeger werd vaak aangenomen dat squats en gewichten optillen je hartspier verdikten, maar dat zien we niet. Dat is wel mogelijk als je anabole steroïden gebruikt, zoals bij bodybuilding.

Welke regel moet een amateursporter altijd naleven?

Lefebvre: Sport nooit als je koorts hebt. Het is niet zinvol. Je zal niet goed presteren. Bovendien vecht je lichaam al, geef het dus geen extra klap. Een virus, zelfs een banale verkoudheid of buikgriep, kan je hartspier doen ontsteken. Intensieve duursporten zijn daarvoor nog gevoeliger: als je veel traint, daalt je immuniteit, en een virus krijgt meer kans om toe te slaan.

Hoe lang sport je dan beter niet?

Lefebvre: Wacht tot je koorts weg is en je je weer goed voelt. Hoe lang precies? Dat verschilt: een dag na koorts kan te vroeg zijn, enkele dagen of een week rust is soms beter. Luister naar je lichaam. Als je spierpijn hebt of je slap voelt, blijf je beter thuis.

Tot slot: hoe train je het best met oog op je gezondheid?

Lefebvre: Sport regelmatig, bouw je inspanning geleidelijk op en overdrijf niet. Drie tot vijf keer per week lopen of fietsen – zelfs vrij intensief – is perfect. Je hoeft geen marathon te lopen om trots te zijn. Een 10 kilometer of halve marathon kan evenveel voldoening geven zonder je hart extreem te belasten. Negeer geen alarmsignalen. Sport niet met koorts of ziekte. Luister naar je lichaam, ken je grenzen, en blijf genieten. Het is de goedkoopste, efficiëntste manier om langer en gezonder te leven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content