Aanvallen zoals Eddy Merckx: waarom lange solo’s het wielrennen weer domineren

Lange solo’s leken decennialang het voorrecht van uitzonderlijke renners als Eddy Merckx. Maar sinds 2022 is het opnieuw vaste prik in de grote eendagswedstrijden. Pogacar, Van der Poel, Evenepoel en nu ook Mads Pedersen herschrijven het scenario. Wat verklaart deze heropleving van de lange, heroïsche aanval?
Het was een van de strafste stoten in de carrière van Eddy Merckx. Die keer dat hij in de Ronde van Vlaanderen van 1969 al op 73 kilometer van de finish aanviel en ploegleider Lomme Driessens hem tevergeefs probeerde in te tomen: ‘Wa zijde naa aan het doen? Zijde naa zot?’ (‘Wat ben je nu aan het doen? Ben je gek geworden?’)
Volgens de overlevering zou de ‘Kannibaal’ toen hebben geantwoord: ‘Kust mijn kloten.’ Dat is nooit bevestigd, maar als Merckx het niet gezegd heeft, dan heeft hij het zeker gedacht. Hij reed door en had aan de finish een voorsprong van ruim vijf en een halve minuut op Felice Gimondi.
Het was niet de enige solotocht van Merckx in de vijf wielermonumenten (Milaan-Sanremo, Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Luik-Bastenaken-Luik en Il Lombardia).
Meer zelfs: hij reed in élk van die vijf klassiekers minstens één keer alleen over de eindstreep, vaak na een aanval van enkele tientallen kilometers. Merckx is nog altijd de enige renner die daarin is geslaagd.
Škoda 1000 MB – Triumph 650 – Merckx – Tour of Flanders 1969 pic.twitter.com/SGPiZyCHx9
— classicretro (@classicretro) October 13, 2020
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Pedersens zege in Gent-Wevelgem: geen toeval, maar een nieuw patroon
Tot enkele jaren geleden leken zulke vermetele solo’s uit een ver vervlogen tijdperk te dateren. Behalve Johan Museeuw, Fabian Cancellara en Tom Boonen in Parijs-Roubaix – de overlevingstocht bij uitstek – durfde het de laatste twintig jaar zelden iemand aan.
Of er was überhaupt geen renner sterk genoeg om het uit te voeren, laat staan meerdere keren. Daarvoor was de top te breed geworden en gokten ploegleiders vooral op een defensieve tactiek, zonder risico’s.
Wat tot voor 2022 veelal een utopie leek, is vanaf dan realiteit, in zowat elke grote eendagsklassieker. Lange, succesvolle soloaanvallen à la Merckx – op zijn minst qua afstand – zijn zelfs bijna meer regel dan uitzondering.
Zoals ook afgelopen zondag in Gent-Wevelgem, toen Mads Pedersen zijn laatste metgezellen achterliet met nog 56 kilometer te gaan.
🚴🇧🇪 | Heeft Mads Pedersen te veel naar Van der Poel gekeken of is hij vandaag echt supergoed? Hij valt weer aan op de Kemmel! 💨🇩🇰
— Eurosport Nederland (@Eurosport_NL) March 30, 2025
📺 Stream koers op HBO Max pic.twitter.com/DEC5ZiOval
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Het was de op één na langste solo in de geschiedenis van de West-Vlaamse koers. Alleen Henk Lubberding reed in 1980 nog vroeger in de wedstrijd alleen weg (iets minder dan 70 kilometer van de eindstreep).
Nota bene in een race die de laatste 40 jaar pas voor de zesde keer met een solo werd afgerond, en – voor 2025 – nooit na een aanval van meer dan 6,2 kilometer.
📊💨🇩🇰Mads Pedersen doing it with a solo of 55 kilometres.
— Cycling Statistics 📊 (@StatsOnCycling) March 30, 2025
🏆Last solo wins in 🇧🇪Gent-Wevelgem:
2025: 🇩🇰Mads Pedersen (55km)
2015: 🇮🇹Luca Paolini (6.2km)
2013: 🇸🇰Peter Sagan (4.0km)
2007: 🇩🇪Marcus Burghardt (1.2km)
1998: 🇧🇪Frank Vandenbroucke (1.0km)
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Uitzonderlijk dus wat Pedersen demonstreerde. Al had het evengoed anders kunnen lopen, zonder de lekke band van Jasper Philipsen en de val van Olav Kooij op de ‘plugstreet’ waar de Deen eerder had versneld.
Waarom Pedersens solo meer was dan bravoure
Waarom Pedersen daarna, op de Kemmelberg, toch alleen verderging, met nog 56 kilometer tot in Wevelgem, dat wist hij zelf niet. ‘Geen idee wat me bezielde.’
Allicht een combinatie van topvorm, zijn aanvallersinstinct en een drang om zich te bewijzen nadat hij in de E3 Classic op Mathieu van der Poel was gebotst. Nadien omschreef hij de Nederlander als een ‘monster’, deze keer werd hij er zelf een.
Het had een domme aanval kunnen zijn, maar dat was het niet, mede dankzij de stevige rugwind die hem naar Wevelgem blies. En wetende dat Lidl-Trek-ploegmaat Jonathan Milan nog in de achtervolgende groep zat. Een zeer sterke troef voor de sprint, al werd de Italiaan wel geklopt door Tim Merlier.
🚴🇧🇪 | Mads Pedersen wint Gent-Wevelgem alweer voor de derde keer… en hoe! De Deen zet een prachtige prestatie neer en rijdt iedereen op een hoop, hulde! 🙌🇩🇰
— Eurosport Nederland (@Eurosport_NL) March 30, 2025
📺 Stream koers op HBO Max pic.twitter.com/O94e1C3F6Q
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Voor Pedersen was het de 50e zege in zijn carrière, de eerste die hij afrondde met een solovlucht.
Hij volgt daarmee de trend die zich sinds 2022 heeft afgetekend. 2023 werd zelfs het eerste jaar ooit waarin alle vijf monumenten én het WK werden gewonnen door een renner die alleen aankwam.
Drie renners zijn verantwoordelijk voor die ommekeer: Tadej Pogacar, Mathieu van der Poel en Remco Evenepoel. Zij schreven maar liefst 17 van de laatste 19 grootste eendagswedstrijden (monumenten, WK’s op de weg en olympische wegrit) op hun naam. En bijna altijd solo, zoals ook in andere eendagsraces.
De cijfers spreken boekdelen:
Tadej Pogacar won sinds de Ronde van Vlaanderen van 2023 10 van zijn 11 eendagswedstrijden op internationaal niveau door alleen aan te komen – alleen de Waalse Pijl, die altijd eindigt op een sprint op de Muur van Hoei, was een uitzondering. Gemiddelde afstand van zijn 10 solo’s: 37 km.
Mathieu van der Poel veroverde 7 van zijn laatste 8 grote eendagszeges dankzij een solo – alleen die in de jongste Milaan-Sanremo moest hij afronden met een sprint, tegen… Pogacar en Filippo Ganna. Gemiddelde afstand van zijn 7 solo’s: 33 km.
Remco Evenepoel behaalde vrijwel al zijn grote eendagsoverwinningen solo, sinds het begin van zijn profcarrière. Waarvan zes in de WorldTour en op kampioenschappen, zoals het WK van 2022 of de olympische wegrit in Parijs 2024. Gemiddelde afstand van zijn 6 solo’s: 26 km.
De gemiddelde afstanden van hun solovluchten geven zelfs een licht vertekend beeld, want vaak hadden zij van nog vroeger hun eerste aanval ingezet, zoals Pogacar op het WK in Zürich op 101 km van de meet.
Wat verklaart de opmars van lange solo’s in het wielrennen?
Wat schuilt er achter die verschuiving? De simpelste verklaring is dat Pogacar, Van der Poel en Evenepoel gewoonweg te sterk zijn, dankzij hun uitzonderlijke talent.
Bovendien koersen ze niet altijd tegen elkaar, waardoor de tegenstand sowieso minder is – zeker als ook Wout van Aert forfait moet geven na valpartijen. Alleen in de jongste vier WK’s stonden Pogacar, Van der Poel én Evenepoel samen aan de start, waarvan ze elk een van de laatste drie edities wonnen.
The moment Pogacar caught Evenepoel and Van der Poel napping and attacked with 100 km to go. Not a brutal acceleration but he caught them with their guard down. The rest is history. Good night! 👋#Zurich2024 pic.twitter.com/RIvKIoZvxH
— Mihai Simion (@faustocoppi60) September 29, 2024
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Al van bij de jeugd en in hun eerste profjaren zaaien Pogacar, Van der Poel én Evenepoel aanvalslust, zoals Merckx destijds. Door ouder en nog sterker te worden kunnen ze die lange aanvallen ook steeds meer afronden.
Die agressieve stijl vergroot paradoxaal genoeg hun zekerheid op winst. Zo vermijden ze tactische spelletjes in de diepe finale, en geven ze zichzelf meer speling om een lekke band of val (zoals Pogacar in de jongste Strade Bianche) op te vangen.
Fietsen, voeding, FTP: de wetenschap achter de lange aanval
Verschillende andere factoren spelen daarin ook een rol. Zoals de meer aerodynamische fietsen en de geoptimaliseerde posities op de fiets die toelaten om in je eentje sneller te rijden.
Een tweede factor: voeding. Hoewel een aanval op 80 kilometer van de eindstreep tot vijf jaar geleden risico’s inhield vanwege de gevreesde hongerklop, is dat nu een haalbare strategie.
Moderne renners nemen tot 120 gram koolhydraten per uur en meer in via gels en energiedranken, met geoptimaliseerde glucose-fructoseverhoudingen die de opname versnellen. Dit houdt hun glycogeenvoorraden op peil, zelfs bij extreme inspanningen over lange afstanden.
🚴🇧🇪 | Van der Poel is los op de Kwaremont! Eerst moet Ganna eraf, daarna Pedersen. eerste keer doorgetrokken vandaag, gelijk weg! 😎😎
— Eurosport Nederland (@Eurosport_NL) March 28, 2025
📺 Stream koers op HBO Max pic.twitter.com/sVlLzFMfCM
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Derde factor: de almaar hogere snelheden en intensiteit van de grote eendagskoersen. Die hoge snelheden putten het peloton uit, wat de sterkste renners bevoordeelt.
Hun superieure functionele drempelvermogen (FTP) – het vermogen dat ze langdurig kunnen volhouden – stelt hen in staat om solo door te gaan waar anderen breken. Zeker als er daarvoor ook al hard werd gekoerst en de helpers van andere ploegen en kopmannen op hun tandvlees zitten.
Vaak gebeurt dat onder impuls van de ploegmaats van die sterkste renners. Zoals in Gent-Wevelgem afgelopen zondag, toen het Lidl-Trek van Mads Pedersen een waaierslag in de Moeren ontketende, nog voor de heuvelzone. Ook Pogacars ploegmaats beuken vaak vroeg in op de concurrentie, voordat de Sloveen zijn vleugels spreidt.
Te veel focus op de ereplaatsen en UCI-punten
Achtervolgende groepen, vaak verzwakt en tactisch verdeeld, slagen er zo zelden in om eendrachtig samen te werken. Ze leggen zich al vroeg neer – soms zelfs te vroeg – bij de suprematie van de sterksten en focussen op de dichte ereplaatsen. Ze willen zo hun kansen maximaliseren om zo veel mogelijk UCI-punten te sprokkelen.
Voor sommige teams zijn die broodnodig in de strijd om behoud in de WorldTour. En voor individuele renners kan een podiumplaats, met bijbehorende punten, hun marktwaarde opkrikken.
Gouden tijdperk of te voorspelbaar?
Voor sommigen is dit een gouden tijdperk in het wielrennen, met aansprekende vedetten die de massa beroeren.
Volgens critici dreigt het wielrennen te eentonig te worden, terwijl de kracht van topsport vooral onvoorspelbaarheid is. Een spektakelstuk zoals in Milaan-Sanremo, waarin Van der Poel en Pogacar elkaar aanvielen, doet de harten van zelfs de grootste wielerfans veel sneller slaan dan een ‘saaie’ solo van 57 kilometer.
Toch is er hoop: misschien wordt er in de Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix, met Van der Poel, Pogacar, Pedersen en eventueel ook Wout van Aert, wél weer met zijn tweeën of drieën tot de finish gestreden.
Zelfs Eddy Merckx zou het liever zien gebeuren.
Mathieu van der Poel tegen Tadej Pogacar én Wout van Aert: worden zij de grootste rivalen uit de geschiedenis van de wielerklassiekers?
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier