Slovenië, het dominantste kleine wielerland ooit
Zondag wordt Luik-Bastenaken-Luik gereden, de klassieker waarin vorig jaar drie Slovenen in de top vier eindigden. Symbolisch voor een nooit geziene dominantie van zo’n klein wielerland, ook in 2021.
1.Primoz Roglic, 3. Tadej Pogacar, 4. Matej Mohoric. Met de Zwitser Marc Hirschi op nummer 2, al had die zonder het uitwijkmanoeuvre van de later gediskwalificeerde wereldkampioen Julian Alaphilippe allicht gewonnen.
De Sloveens gekleurde La Doyenne op 4 oktober 2020 volgde twee weken na het einde van de Tour, waarin de twee Sloveense kroonjuwelen zelfs als eerste en tweede waren geëindigd: 1. Pogacar, 2. Roglic. Voor het eerst bezette zo’n klein land, met amper twee miljoen inwoners, de eerste twee plaatsen van ’s werelds grootste wielerronde.
Roglic zou daar begin november nog de eindwinst in de Vuelta aan toevoegen, waardoor hij en Pogacar op het einde van het seizoen ook met hun tweeën bovenaan de individuele World Ranking van de UCI prijkten. Een jaar nadat Roglic ook op de eerste stek was geëindigd, en Pogacar, toen nog als neoprof, als vijftiende.
Na de Tour van 2020 klom Slovenië ook voor het eerst op naar de leidersplaats van de World Ranking voor landen (waarbij de punten van de beste acht renners tijdens de laatste twaalf maanden worden opgeteld). Een koppositie die het zeven weken vasthield, tot Frankrijk na de Vuelta over Slovenië sprong.
Voor Frankrijk pas de eerste maal dat het boven aan de UCI/WorldTour/World Ranking eindigde sinds dat klassement in 1996 werd ingevoerd. Nog unieker was de tweede plaats van Slovenië, als kleinste land ooit in de top drie van de landenranking. Vier jaar eerder, in 2016, stond de ex-Joegoslavische deelstaat nog op plaats… twintig.
Rog en Pog
Slovenië zette dit seizoen zijn opmars voort, want na de eindzeges van Pogacar (22) in de UAE Tour en Tirreno-Adriatico, en de drie ritzeges van Roglic (31) in Parijs-Nice nam het weer de leiding in de World Ranking. Een leidersplaats die het daarna twee keer, ook na de Amstel Gold Race, kwijtraakte aan België. Na de eerste en derde stek van Rog en Pog in de Ronde van het Baskenland, en de tweede plaats van de Jumbo-Vismarenner in de Waalse Pijl staat Slovenië nu (virtueel) weer op één. En dat zal allicht ook na Luik-Bastenaken-Luik het geval zijn.
Dat heeft het in heel grote mate aan zijn twee toppers te danken, die liefst 85 procent van de 10.362 Sloveense punten voor hun rekening nemen: 5016 voor Roglic en 3823 voor Pogacar, als nummers één en twee van de individuele World Ranking (op basis van het gepubliceerde klassement na de Amstel Gold Race).
De achtste en laatste Sloveense renner van wie de punten worden meegerekend is ene Domen Novak, met 53 punten, als 645e… De zevende, Janez Brajkovic staat met 108 punten momenteel 368e. Zelfs voor de derde Sloveen, Matej Mohoric, moet je al teruggaan naar de 69e plaats, met 563 punten.
Veel Belgen
Ter vergelijking: België, als de nu virtuele nummer twee in de landenranking, had na de Amstel Gold Race acht renners in de top 60. Met Wout van Aert op drie in de individuele ranking, goed voor 37 procent (3811) van de Belgische punten. En verder evenwichtig gespreid over zeven renners: Greg Van Avermaet (21e), Jasper Stuyven (28e), Jasper Philipsen (33e), Tim Merlier (34e), Tim Wellens (50e), Gianni Vermeersch (58e) en Remco Evenepoel (60e).
Het puntentotaal van Roglic en Pogacar (8839) is zelfs zo groot dat ze met hun tweeën dérde zouden staan in de UCI-landenranking. Roglic telt met 5016 punten nu zelfs ruim driemaal meer punten dan de nummer tien in het individuele klassement, Aleksander Vlasov (1509). En daar moet je nog zijn 320 punten van zijn tweede plaats in de Waalse Pijl nog bijtellen – de koers waar Pogacar nota bene niet mocht starten door een coronabesmetting.
Een nooit geziene dominantie van twee renners uit zo’n klein land, mede omdat in de puntentelling van de World Ranking de rittenkoersen zwaarder doorwegen dan de eendagsraces. En daarin zijn Roglic en Pogacar de laatste twee jaar nagenoeg onverslaanbaar.
Zo houden de Grote Sloveense Twee ook de Grote Drie, Wout van Aert (3e), Mathieu van der Poel (4e) en Julian Alaphilippe (5e), af in het individuele klassement.
En dan moet Luik-Bastenaken-Luik, het Critérium Dauphiné en de Tour de France nog volgen. Met mogelijk opnieuw Roglic en Pogacar op één en twee, al dan niet in die volgorde.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier