SafeR-project dit seizoen van start: wielrenners betalen voor hun veiligheid
SafeR, de vorig jaar aangekondigde, nieuwe veiligheidsorganisatie in het wielrennen, gaat dit seizoen definitief van start.
In het wielrennen heerst vaak een te behoudsgezinde reflex, maar over één verandering zijn alle stakeholders het eind vorig jaar wel eens geworden: de oprichting van de nieuwe, onafhankelijke veiligheidsinstantie SafeR (Safe Road Cycling). Die kwam er op initiatief van Richard Plugge, ceo van Visma-Lease a Bike. Hij vroeg eind 2022 aan zijn operationeel directeur Jaap van Hulten om het project, waar iedereen al langer de noodzaak van inzag, een nieuwe impuls te geven.
Michael Rogers, innovatiemanager bij de Internationale Wielerunie UCI, Jeff Seed, operations director van het chemieconcern INEOS dat de gelijknamige wielerploeg sponsort, en Adam Hansen, voorzitter van de rennersvakbond CPA, zetten hun schouders onder het plan. Na een ‘unieke’ vergadering, half juni vorig jaar, waarin alle belangengroepen van het wielrennen vertegenwoordigd waren, kreeg dat een concreet draagvlak. ‘Iedereen was pro: je kunt niet tegen onveiligheid zijn’, zei Van Hulten. Drie dagen later stierf Gino Mäder bij een val in de Ronde van Zwitserland.
Het maakte de roep om betere veiligheidsmaatregelen nog groter. Voor de start van de Tour de France werd het SafeR-project voorgesteld, in het bijzijn van onder meer UCI-voorzitter David Lappartient.
Werkomgeving
Er moest ook nog een obstakel worden weggeruimd: hoe zou de nieuwe organisatie bekostigd worden? De opzet was om alle partijen te laten bijdragen, zoals dat al met de dopingcontroles het geval is: UCI, organisatoren, de werkgevers (ploegen) én de renners. Met name over het aandeel van die laatste groep was er discussie. Want waarom zouden renners meebetalen voor hun veiligheid, als volgens de wetgeving in veel landen werkgevers verantwoordelijk zijn voor een veilige werkomgeving?
Als het aantal incidenten eind dit seizoen niet is gedaald, zijn we niet geslaagd.
Jaap van Hulten
Al klonk er ook een tegenargument: teams zijn afhankelijk van de veiligheidsmaatregelen van de organisatoren, maar ook van het gedrag van hun renners in races. Dat is zelfs de oorzaak van 50 procent van de valpartijen. Volgens CPA-voorzitter Adam Hansen stemde op het UCI WorldTour-seminarie eind vorig jaar 79 procent van de mannelijke renners en 96 procent van de vrouwelijke renners er uiteindelijk mee in om hun deel te betalen: 20 procent van het totale budget, of 206 euro per WorldTourrenner en 59 euro voor een renner uit een procontinentale ploeg (het tweede niveau). Verder draagt de UCI 20 procent bij, de organisatoren en de ploegen 30 procent.
Veloviewer
Volgens Van Hulten zullen de komende weken de juridische en administratieve details van SafeR worden afgehandeld, zodat de veiligheidsorganisatie vanaf maart definitief kan starten. Van Hulten wordt ceo, met onder hem twee of drie full- of parttimemedewerkers, die ‘ervaring hebben in het bevorderen van veiligheid’. Namen zijn nog niet bekend. Zij zullen samen met Van Hulten vooral de communicatie tussen alle partijen moeten verbeteren, de bewustwording rond het veiligheidsprobleem moeten vergroten en ervoor moeten zorgen dat commissarissen, in nauw overleg met SafeR, de UCI-regels consequenter toepassen.
‘Er is ook veel informatie beschikbaar over welke plaatsen op een parcours onveilig zijn. Het is nu vooral een kwestie dat die info tijdig bij de teams en de renners terechtkomt’, zegt Van Hulten. ‘Alle ploegen, ook de kleine, zullen voortaan ook over Veloviewer (een app waarmee een parcours kan worden gevisualiseerd, nvdr) kunnen beschikken. Daarnaast ligt een reeks andere maatregelen op tafel, maar die moeten we nog concreet vastleggen. Uiteraard zullen we niet alle valpartijen kunnen voorkomen – zelfs geen noodlottig ongeval als dat van Gino Mäder – maar als het aantal incidenten eind dit seizoen niet is gedaald, zijn we niet geslaagd. Daar mag u me op vastpinnen.’