Roger De Vlaeminck: de zigeuner wordt 75
Roger De Vlaeminck wordt vandaag 75 jaar. Hij blijft na Eddy Merckx de meest succesrijke klassieke renner uit de wielergeschiedenis.
Soms duikt hij nog eens in de publiciteit op. Zoals nu, met zijn 75e verjaardag. Dan zegt Roger De Vlaeminck wat hij denkt. Hard en ongezouten. Hij is niet bang om tegen iedereen in te gaan. Zoals tijdens zijn carrière. Roger De Vlaeminck gold als een vrijgevochten kampioen. Hij droeg het hart op de tong en was nooit bang van stekelige uitspraken. Door zijn houding werd hij zowel aanbeden als verguisd. Soms zei hij ook weleens iets positiefs, maar dat viel nooit op. De Vlaeminck, kind van kermisvolk, werd als een eenzaat beschouwd, als le Gitan , de zigeuner. In feite was De Vlaeminck een kastanje: hard en vaak stekelig naar buiten, warm en donzig binnenin. Hij verborg zijn gevoelens vaak achter stoerheid en sterke uitspraken, maar er was niet veel nodig om hem tot in het diepste van zijn ziel te treffen. Nu nog kan hij moeilijk naar een sentimentele film kijken zonder zijn tranen te bedwingen.
Roger De Vlaeminck wilde altijd winnen. Slechts één enkele keer in een lange carrière, in 1983, sloot hij een seizoen af zonder overwinning. In de andere vijftien seizoenen fietste hij op de weg 271 zeges bij elkaar. Daarvan elf klassiekers hors catégorie, twee nationale kampioenschappen, elf rittenwedstrijden en 92 ritzeges. Bovendien werd hij nog twee keer wereldkampioen veldrijden (1968 bij de amateurs en 1975 bij de profs) en pakte hij vijf nationale titels in die specialiteit, waarvan drie bij de beroepsrenners. Hij won 112 veldritten en 26 wedstrijden op de baan. Het hele leven van Roger De Vlaeminck is één koers. In wat dan ook. Zijn eerzucht bleek niet te stillen.
Man van uitersten
Woede was voor De Vlaeminck een brandstof om boven zichzelf uit te stijgen. Zoals in de Ronde van Zwitserland 1975. Zijn in een dopingaffaire verwikkelde broer Eric was toen net gearresteerd en voor de start van de eerste etappe duwde Merckx hem een krant onder de neus. Op de eerste pagina stond een foto van Eric die geboeid werd weggeleid. Roger dacht dat de aarde onder zijn voeten weggleed. Maar op hetzelfde moment kwam er een dusdanig gevoel van kwaadheid in hem op dat hij in die rit, die nochtans over een aantal cols voerde, iedereen naar huis reed. Het was een van zijn zes etappeoverwinningen.
Roger De Vlaeminck wilde altijd winnen. Slechts één enkele keer in een lange carrière, in 1983, sloot hij een seizoen af zonder overwinning.
De Vlaeminck won die Ronde van Zwitserland met veel overmacht en beschouwt dat als het hoogtepunt van zijn carrière. Ook die gevoeligheid typeert hem. Roger is altijd een man van uitersten geweest. Hij kon zo radicaal reageren dat hij alle zin voor realiteit verloor. Dat hij toen in die Ronde van Zwitserland Eddy Merckx achter zich liet, gaf hem extra voldoening. Diens aanwezigheid duwde hem naar een hoger niveau. Niets schonk de Meetjeslander meer voldoening dan Merckx te kloppen. Een dergelijke confrontatie vond hij het mooiste in de sport in de sport, het botsen van karakters, het duel man tegen man.
Precies die overwinning in de Ronde van Zwitserland sterkte De Vlaeminck in de overtuiging dat hij in grote rittenwedstrijden veel meer had kunnen bereiken. Hij kon zich echter moeilijk op lange rondes concentreren en dacht wat dat betreft te egoïstisch. Naar de Tour ging hij liever niet, omdat hij zich stoorde aan het chauvinisme van de Fransen. Hij startte maar drie keer in de Ronde van Frankrijk en gaf drie keer voortijdig op. En hij won maar één etappe. Dat misstaat op zijn palmares. Maar Roger De Vlaeminck bereidde zich dan ook nooit op grote rondes voor en ging bijvoorbeeld nooit bergritten verkennen. Hij dacht later nog vaak terug aan de gemiste kansen. Over de Oost-Vlaming bestond het idee dat hij niet kon klimmen. Terwijl hij in de Ronde van Italië 1975 zeven ritten won, waaronder een etappe met vijf cols en een rit over de Stelvio. In het eindklassement finishte hij toen als vierde. In de Giro was De Vlaeminck ontembaar: hij won in totaal 22 ritten en pakte drie keer het puntenklassement.
Dauw over de weilanden
Hoe weinig hij naar de grote rondes toeleefde, zo intensief prepareerde Roger De Vlaeminck zich op de klassiekers. Trainingen van 380 kilometer waren voor hem geen uitzondering. In weerwil met zijn imago kon de Zigeuner zich een spartaans trainingsregime opleggen. Het gebeurde vaak dat hij ’s ochtends om negen uur al 120 kilometer had getraind. Hij vond het schitterend om de dag te zien ontwaken, om de dauw over de weilanden te snuiven. Hij trok zich op aan die vroege trainingen, in de wetenschap dat de andere renners dan nog sliepen. Ook tijdens de wintermaanden spaarde De Vlaeminck zichzelf niet. Hij werkte een heel programma af, samen met Roger Debbaut, de kinesist die hem begeleidde. Tussen begin oktober en eind januari gingen ze trainen in het bos. Ze fietsten niet veel, maar trainden het hart en de longen. Tot er zo’n conditie was opgebouwd dat je ook de fiets helemaal in het trainingsprogramma kon integreren.
Parijs-Roubaix is onherroepelijk verbonden met de carrière van Roger De Vlaeminck. Terwijl hij eigenlijk veel liever Milaan-Sanremo reed, de klassieker die hij drie keer won en die hem aansprak wegens de grote uitbundigheid en het onmetelijke geluk van zijn Italiaanse bazen na een overwinning. Daarom was een zege op de Via Roma voor hem het mooiste. Ook al voelde hij zich helemaal leeggezogen na een hele dag wringen, trekken en oppassen. Ook de Ronde van Vlaanderen charmeerde de Oost-Vlaming, maar het zat hem daarin niet mee. Over die ene zege die hij in 1977 behaalde, toen Freddy Maertensal bij voorbaat wist dat hij gediskwalificeerd zou worden omdat hij van materiaal wisselde op de Koppenberg, wil hij liever niet praten. Het is een vlek op zijn carrière. Want De Vlaeminck wenste vooral niet herinnerd te worden als een renner die won op het zweet van een ander.
Parijs-Roubaix is onherroepelijk verbonden met de carrière van Roger De Vlaeminck.
Maar de vier overwinningen in Parijs-Roubaix zijn natuurlijk sieraden. Die ene zege in 1975 bijvoorbeeld toen hij met Eddy Merckx, Marc Demeyer en André Dierickxvooropreed. Op tien kilometer van de finish reed Merckx lek, De Vlaeminck legde vooraan voor een strak tempo op. Merckx kwam langzaam maar zeker terug, sloot aan en demarreerde onmiddellijk. Dat had Roger voorzien. Hij sprong als een kat in zijn wiel en ging er niet meer uit. Om in de spurt gemakkelijk te winnen.
Er doen veel verhalen de ronde over de fascinatie van De Vlaeminck voor Parijs-Roubaix. Dat hij de avond voor de wedstrijd altijd zijn fiets op zijn hotelkamer zette bijvoorbeeld. Dat klopte inderdaad. Alleen deed hij dat voor de andere klassiekers ook, het hoorde bij een bepaald ritueel. Voor Parijs-Roubaix stelde hij alleen de fiets op een iets andere manier af, een hoger oplopend frame, een wat schuine vork, om de stenen beter te verwerken. Hij gebruikte tubes die al een jaar of vier bij hem thuis in een droge ruimte gestald lagen. Maar daarmee alleen won De Vlaeminck niet. Hij startte in de Helletocht altijd met een gevoel dat niets hem kon overkomen. Tien jaar lang had hij nooit pech. Pas toen later de twijfel begon te knagen, leed hij drie bandbreuken.
De voorbereiding op Parijs-Roubaix had voor De Vlaeminck een apart karakter. Hij startte vier dagen ervoor in Gent-Wevelgem en pakte er nadien nog een training van 150 kilometer bij – samen zo’n 400 kilometer. Een Italiaanse dokter had hem verteld dat het heel goed voor je gestel is om een paar dagen voor zo’n wedstrijd tot op de bodem te gaan. Op voorwaarde dat je je energieverbruik compenseerde door de daaropvolgende dagen zoveel mogelijk suikers op te stapelen. De Vlaeminck liet dan telkens een hele lading verse gebakjes aanrukken.
Liefde voor de fiets
Vier keer won Roger De Vlaeminck Parijs-Roubaix, maar dat hadden er meer kunnen zijn. Toen hij met Francesco Moser in dezelfde ploeg reed, tot twee keer toe, werd hij vaak gegijzeld. Twee kopmannen onder hetzelfde dak, vaak was het een kwestie te demarreren. Al heeft hij van Moser veel geleerd. Bijvoorbeeld hoe je met een hartslagmater moest werken. Trainen met een houvast, het gaf De Vlaeminck een apart gevoel. Al was hij toen al 37 jaar. De aanpak werkte wel: tot half april verloor hij geen enkele massaspurt.
Uitzonderlijke dingen deed le Gitan al in het begin van zijn carrière. Hij won in 1969 zijn allereerste wedstrijd bij de profs, de Omloop Het Volk. De Vlaeminck had nog nooit een koers van meer dan 200 kilometer gereden. Hij maakte deel uit van een kopgroep van vijftien renners en nestelde zich voor de spurt in het wiel van Patrick Sercu omdat hij dacht dat die ging winnen. Maar Sercu viel stil en De Vlaeminck won. De dag nadien nam hij deel aan een veldrit in Overboelare en finishte als tweede na zijn broer Eric. Iedereen was stomverbaasd. Goed twee maanden later werd hij in Namen voor de eerste keer Belgisch kampioen. Op twee kilometer van het einde stoof hij weg uit het peloton.
Roger De Vlaeminck is een van de compleetste renners aller tijden. Ooit stapte hij van het veld over naar de Ronde van Mallorca, die hij won om meteen daarop met Patrick Sercu aan te treden in de zesdaagse van Antwerpen en weer te winnen. De Oost-Vlaming bezat ongemeen veel explosiviteit. Niemand kon zo vlug een gat tussen twee groepen dichtrijden als hij. Dat De Vlaeminck zo veel koerste, kaderde in zijn liefde voor de fiets.
Je hoefde nooit op Roger in te praten. Soms was hij heel speels, maar dat bleek voor hem een manier op zich te ontspannen. Zijn leuze is altijd geweest: geef het lichaam wat het vraagt. Als De Vlaeminck zin had in frieten, dan at hij frieten. Maar vier, vijf maanden zonder seks, dat was voor hem geen uitzondering. Heel zijn carrière was Roger gefixeerd op zichzelf. Daarom kon hij zich later ook niet doorzetten als ploegleider. Voor deze job was hij te solistisch ingesteld.
Grapje over Van Impe
Het missen van de wereldtitel is de grote leemte op het palmares van De Vlaeminck. In Yvoir startte hij in 1975 als superfavoriet, maar toen Hennie Kuiper ontsnapte, reed niemand het gat op de Nederlander dicht, iedereen keek naar Roger. Die werd uiteindelijk tweede. Dat zijn landgenoten niet voor hem werkten, had hij ook zichzelf toe te wijten. Toen de dag voor de wedstrijd de ploeg aan tafel zat en iemand vroeg of alle elf renners aanwezig waren, zei De Vlaeminck dat er maar tien en een half waren omdat Lucien Van Impeerbij was. Hij maakte een grapje over de lengte van Van Impe. Die kon daar echter mee niet lachen.
Het missen van de wereldtitel is de grote leemte op het palmares van De Vlaeminck.
Die regenboogtrui pakte De Vlaeminck wel als veldrijder, een discipline die hem fascineerde vanwege de puurheid. Hij kon tevreden zijn met zijn carrière, ook al kan hij in geen enkel interview een wrang gevoel onderdrukken. De spijt dat hij geen wereldtitel op de weg veroverde, dat niemand hem ooit aanzette om zich op een grote ronde te concentreren: het laat hem niet los. Anderzijds koos De Vlaeminck pas voor het wielrennen omdat hij het als voetballer niet kon maken. Een goede vriend had hem gevraagd om mee te gaan trainen en hij haalde toen de fiets van zijn broer Eric uit de stal. Even later reed hij in Loppem zijn eerste koers. Hij werd vierde. Toen Roger later zag hoeveel premies er met het koersen te verdienen, vielen was zijn keuze snel gemaakt. Ooit pakte hij bij de juniores alle premies. Inclusief die als je met drie minuten voorsprong won.
Toch heeft de Oost-Vlaming zichzelf nooit bewierookt. Hoogmoed past niet bij hem, ook al maakt hij, onder meer door zijn onbezonnenheid en attitude, weleens een andere indruk. Met kritiek had hij het vaak moeilijk. Want Roger wilde geliefd zijn. Daarom is hij ook even teruggekomen nadat hij k al was gestopt. De Vlaeminck kon het applaus niet missen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier