Alles over rit 3 van de Giro: Mads Pedersen de snelste bergop na chaotische finale?
De derde rit van de Giro, met aankomst in Melfi, wordt een kluif voor sprinters die een klim kunnen overleven en uitblinken in een sprint bergop. Zoals Mads Pedersen.
Hoe weinig de Giro het zuiden van Italië bezoekt, blijkt uit de recentste aankomsten in de twee etappeplaatsen van deze rit, vertrekkend vanuit Vasto (in de Abruzzen) en aankomend in Melfi (in de regio Basilicata). In de startplaats, die uitkijkt op de brede stranden van de Adriatische kust, won de Rus Dmitri Konysjev in 2000.
En voor de laatste arrivo in finishplaats Melfi moet je nog zes jaar verder terug in de tijd. Naar 1994, toen de Italiaanse sprinter Endrio Leoni triomfeerde. Melfi staat vooral bekend om zijn immense kasteel uit de dertiende eeuw dat werd gebouwd door de Normandiërs en waarin nu het Museo archeologico nazionale del Melfese is gevestigd.
Een pure massasprint zullen we in deze etappe over 210 kilometer echter niet krijgen. Hoewel er in de eerste 170 kilometer, langs de Adriatische kust en de Foggiavlakte, heel weinig geklommen moet worden, wacht in de finale een tweetrapsbeklimming: eerst de Valico dei Laghi di Monticchio (705 meter hoog, 6,3 km aan 6,4 procent) om na een kort plateautje verder te klimmen op de Valico La Croce (858 meter, 2,8 km aan 6,5 procent). Hier zullen veel sprinters al overboord gekieperd worden.
Het prachtige achtergronddecor van de finale: de flanken van de Monte Vulture (de Berg van de Gier), een al 40.000 jaar uitgedoofde vulkaan waarvan de hoofdkrater nu opgevuld is met twee meren.
Na de top van de Valico La Croce volgt nog een bijtrapafdaling tot in Rapolla, en ook een tussensprint met nog tien kilometer te gaan. Gevold door een rist van bochten en kleine bultjes op smalle wegen. Als het effectief begint te regenen, zoals de laatste weerberichten voorspellen, kan dit een chaotische finale worden.
In de laatste twee kilometer begint de weg weer te stijgen: zo’n vier procent tot de boog van de laatste kilometer. Na een korte, lichte afdaling en een scherpe bocht naar rechts klimt de laatste rechte lijn gedurende 200 meter met vijf procent. Pas in de laatste tientallen meters vlakt de weg weer af.
Goed positioneren bij de laatste bocht en goed timen in de sprint wordt cruciaal, want de zuidwestenwind (zo’n 20 km per uur) zal er schuin op kop blazen.
Een kluif voor Pedersen?
In totaal moeten er 1700 hoogtemeters overwonnen worden. Op zich niet lastig over 216 kilometer, maar die hoogtemeters liggen vooral in de laatste 40 kilometer.
Terrein voor vluchters die in de kronkelende finale willen wegrijden, maar vooral voor rappe mannen die een klim kunnen overleven. Mads Pedersen heeft al aan Remco Evenepoel laten weten dat hij zijn zinnen op deze etappe heeft gezet. Die is hem op het lijf geschreven.
Pedersen kan een slag slaan in het puntenklassement, nadat hij in de tweede etappe door een val niet kon meesprinten voor de zege. De Deen van Trek-Segafredo zal dan wel moeten afrekenen met Magnus Cort (EF Education), Michael Matthews (Jayco) en Kaden Groves (Alpecin-Deceuninck), ook specialisten van zo’n aankomst. Hun ploegen zullen allicht het grootste werk op zich nemen om de pure sprinters te lossen.
Evenepoel vs. Roglic in sprint?
Remco Evenepoel en Soudal Quick-Step zullen het graag zien gebeuren, maar de rozetruidrager zal niettemin zeer attent moeten zijn, zeker bij slecht weer. Hij heeft de finale al gezien, want op zijn verkenningstocht door Italië, begin december 2022, legde hij de laatste 60 kilometer met de wagen af.
Evenepoel zal concurrent Primoz Roglic in het oog moeten houden, want ook de Sloveen kan op zo’n licht hellende aankomst flink uithalen. De wereldkampioen heeft echter ook aan zijn sprint gewerkt. Beiden zouden weleens vooraan kunnen eindigen, zeker als de finale lastig genoeg wordt gemaakt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier