Alles over rit 21 van de Giro: als gladiatoren toegejuicht in Rome
Na een lange verplaatsing vanuit Friuli naar Rome wacht de renners nog een afsluitend criterium langs de bekendste bezienswaardigheden van de Italiaanse hoofdstad. Zonder ongelukken zal er een sprinter winnen.
In tegenstelling tot de Tour en de Vuelta, waar de aankomst van de laatste rit bijna altijd in de hoofdsteden Parijs en Madrid ligt, vond in de Giro de slotetappe veel minder vaak plaats in Rome. Slechts vier keer: in 1911, 1950, 2009 en 2018. Nochtans diende Rome in totaal al 48 keer als finish van een etappe.
Dat Girobaas Mauro Vegni nu weer voor Rome kiest, past in het beleid van de laatste vijftien jaar. Daarin werd dikwijls van eindpunt geswitcht. Sinds 2009 staken de eindwinnaars de Trofeo Senza Fine in de lucht in Milaan, Brescia, Trieste, Turijn en Verona, naast de twee keer in Rome. Milaan, waar de hoofdzetel van La Gazzetta dello Sport is gevestigd, krijgt wel het vaakst de voorkeur. Maar niet meer elk jaar, zoals tussen 1990 en 2008.
De laatste twee slotritten in Rome waren telkens controversieel: veel renners moesten de tijdrit in 2009 in de regen afwerken, bovendien soms op spekgladde kasseitjes. Leider Denis Mensjov viel, maar zijn eindzege kwam niet meer in het gedrang. Bradley Wiggins miste door de regen wel nipt de ritoverwinning. Die ging verrassend naar Ignatas Konovalovas.
Neutralisatie
Ook in 2018 was het te gevaarlijk op het plaatselijke circuit (van een rit in lijn). Al na twee ronden protesteerden de renners, onder leiding van rozetruidrager Chris Froome. Daarop besliste de jury om geen tijdsverschillen op te meten. Uiteindelijk won Sam Bennett de massasprint.
Dat jaar moesten er tien ronden van 11,5 kilometer worden afgelegd. Dit jaar zijn dat er slechts vijf, van 17,6 kilometer. Deze keer ook zonder gevaarlijke kasseien en plaveien. Die zijn tot een minimum beperkt en in goede staat. Gezien het zonnige weer in Rome zouden die geen problemen mogen opleveren, al weet je in zo’n slotcriterium nooit. Primoz Roglic is pas officieel eindwinnaar als hij de laatste keer over de eindstreep rijdt.
Vóór de eerste passage aan de finish moeten de renners 44 kilometer afleggen, vanaf de start aan het Palazzo della Civiltà Italiana. Dat ‘vierkante Colosseum’ ligt in de residentiële wijk EUR (Esposizione Universale di Roma). Van daaruit gaat het eerst in kaarsrechte lijn naar de badstad Lido di Ostio, waar de renners rechtsomkeer maken richting het stadscentrum.
Op de plaatselijke omloop zal het peloton langs bezienswaardigheden fietsen als het Circus Maximus, het Colosseum, het Villa Borghese-park, het Piazza del Popolo, het Castel Sant’ Angelo, de Thermen van Caracalla en de Fori Imperiali, waar ook de finishlijn is getrokken. De sprinters krijgen er een koninklijke, licht hellende laatste rechte lijn van 700 meter voorgeschoteld.
Laatste Girorit voor Cavendish
Voor Mark Cavendish is het de laatste kans op een ritzege in zijn allerlaatste Girorit. In zijn zes vorige deelnames won hij telkens een etappe. In Rome kan hij zijn reeks alsnog vervolledigen. Maar dan moet hij zich wel beter positioneren dan bij vorige massasprinten, wat zonder sprinterstrein niet vanzelfsprekend is.
Ook Jonathan Milan, de snelste man van deze Giro, heeft hetzelfde probleem: hij won één rit, maar werd liefst vier keer tweede, omdat hij vaak van te ver moest komen. Zullen zijn Bahrain-Victoriousploegmaats hem nu beter naar voren loodsen? De Italiaan zou zo zijn eindwinst in het puntenklassement extra piment kunnen geven.
Dan moet hij wel afrekenen met de andere overgebleven sprinters: Alberto Dainese, woensdag winnaar in Caorle, Pascal Ackermann, Fernado Gaviria, Michael Matthews, Simone Consonni, Niccolo Bonifazio, en de Belg Arne Marit. Die was in Caorle enorm ontgoocheld omdat hij door een kettingprobleem niet kon sprinten, hoewel hij uitstekend gepositioneerd zat. Misschien kan Marit die ontgoocheling als brandstof gebruiken om naar de grootste zege uit zijn carrière te sprinten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier