Alles over rit 20 van de Giro: kan Geraint Thomas de roze trui vasthouden in klimtijdrit?
26 seconden is het verschil tussen rozetruidrager Geraint Thomas en Primoz Roglic voor de laatste klimtijdrit op de bijzonder steile Monte Lussari. Kan de Welshman die voorsprong vasthouden en zich op zijn 37e tot Girowinnaar kronen?
Hoewel een klimtijdrit in de Giro geen onbeproefd recept is – tussen 2007 en de laatste keer in 2016 stonden er zeven op het programma – is zo’n onderneming op de voorlaatste dag wel uitzonderlijk. Het is al geleden van 2000, toen de renners de Col de Montgenèvre en de klim naar Sestrière op moesten fietsen en de Tsjech Jan Hruska de snelste was.
Deze klimtijdrit is een laatste voorzet van de intussen 78-jarige Enzo Cainero, een bekende organisator van sportevenementen, die in 2003 de Giro ook naar de nabijgelegen Monte Zoncolan haalde. Het parcours is er een met twee gezichten. Zoals dat naar La Planche des Belles Filles in de Tour van 2020, toen Tadej Pogacar de gele trui veroverde. Toen legde de Sloveen de eerste vlakke 30 kilometer af in net geen 40 minuten, en knalde hij de klim van 6 kilometer op in goed 16 minuten.
Het contrast is in deze chronoproef nog groter, tussen het eerste, heel licht stijgende gedeelte van 11 kilometer op het Alpe Adriafietspad langs de rivier de Saisera. Tot aan de bijzonder steile Monte Santo di Lussari zal de wind licht in de rug blazen, bij een temperatuur tot 20 graden.
Gelukkig blijft het ook droog, want de slotklim van 7,3 kilometer heeft een gemiddeld stijgingspercentage van ruim 12 procent en twee uitschieters tot 22 procent!
Het gemiddelde zou zelfs nog hoger zijn zonder het meer lopende stuk van een kilometer (3,9 procent) net voor de laatste steile stroken. Er is ook nog een miniafdaling vlak voor de finish in het bedevaartsoord op de gelijknamige berg in de Julische Alpen.
Boven zullen drieduizend fans worden toegelaten, die elk 22 euro moeten betalen. Inbegrepen in de prijs is het ticket voor de kabelbaan die hen naar boven zal brengen. Plus een hoed en cape met de tekst ‘I am Friuli Venezia Giulia’ en ‘Giro d’Italia’.
Mini Zoncolan
De eerste vijf kilometer tussen de bomen op een smal, nieuw aangelegd, maar slecht lopend betonnen wegdek met ribbels is te vergelijken met het middelste gedeelte van de Monte Zoncolan: gemiddeld 15 procent.
Het wordt dus zaak om de overgang tussen de inspanning van zo’n 13 minuten op het vlakke stuk, op de grote versnelling, en de inspanning van een klein halfuur op de Monte Lussari, op een miniverzet, goed te verteren. De pacing strategy, met de geplande wattages, is dus cruciaal.
Allicht zullen veel renners aan de voet van de Monte Lussari hun tijdritfiets ruilen voor een lichtere klimfiets. Het tijdsverlies van die wissel weegt immers niet op tegen de winst van een aerodynamische tijdritfiets in de eerste vlakke elf kilometer.
Door het smalle wegdek zijn geen ploegwagens toegelaten en zullen mecaniciens de renners op de klim volgen met een motor, en een reservefiets op hun schouder. De renners zullen in drie waves starten. Zodat alle renners die richting de top geklommen zijn tijdig naar beneden kunnen dalen, voor de volgende groep start.
De eerste groep vertrekt van 11.30 uur tot 12.14 uur, de tweede groep van 13.50 uur tot 14.29 uur en de derde groep van 16.05 uur tot 17.14 uur.
Roglic wereldkampioen schansspringen
Opmerkelijk: Primoz Roglic heeft goede herinneringen aan deze streek. In Planica, net voorbij de Italiaans-Sloveense grens, op 15 kilometer van Tarvisio, werd hij in maart 2007 vijfde op het WK schansspringen voor junioren en pakte hij goud met de Sloveense nationale ploeg. Geeft hem dat extra motivatie om rozetruidrager Geraint Thomas nog bij te halen in het klassement?
Het verschil is 26 seconden. Dat lijkt moeilijk overbrugbaar tegen de Welshman die nog geen tekenen van zwakte vertoonde. Tenzij in de laatste vijftig meter van de klim naar Tre Cime di Lavaredo, toen Roglic hem nog voorbijstak en twee seconden van zijn achterstand goedmaakte. De Jumbo-Vismarenner reed in een recordtijd naar boven en trapte zijn beste wattages van deze Giro, waar hij tot voor vrijdag ver onder zijn topniveau bleef. Thomas is daarentegen op zijn 37e beter dan ooit, beter zelfs dan in de Tour van 2018, toen hij won.
Allicht zullen zij eerste en tweede worden in het algemene klassement, als oudste duo in de naoorlogse geschiedenis van de grote rondes. João Almeida staat al op 33 seconden van Roglic, als derde. Al weet je in zo’n klimtijdrit nooit, en zeker niet op zo’n steile berg. Daar weet Roglic alles over.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier