Alles over rit 10 van de Giro: helpt de regen en de wind de vluchters?
Na de eerste rustdag worden de renners niet verwend: er wordt veel regen voorspeld. Dat is goed nieuws voor de vluchters.
Daags na de eerste rustdag, met daarop een verplaatsing van 150 kilometer, kunnen de vluchters nog eens hun hart ophalen. Van bij de start in Scandiano, een kleine gemeente in de provincie Reggio Emilia, gaat het immers in trapjes bergop. Vanop 110 meter hoogte tot na 87,5 kilometer de top van de 1257 meter hoge Passo delle Radici wordt bereikt, goed voor 2300 hoogtemeters. Geen moordende percentages, wel lastig genoeg om de slechtste klimmers onder de sprinters te lossen.
Vervolgens duikt het peloton de regio Toscane binnen, via de bochtenrijke afdaling van de Passo delle Radici. Daarna alleen nog onderbroken door een korte klim van vierde categorie, richting Monteperpoli. De vraag is hoeveel rappe mannen er dan nog overschieten, en of de goed klimmende Mads Pedersen dan nog aan boord is. In dat geval kan hij zijn ploegmaats aan het werk zetten om de vluchters weer in te rekenen in de resterende, hoofdzakelijk vlakke 76 kilometer tot de finish.
Zo kan er in Viareggio, een stadje aan de Versiliakust langs de Ligurische Zee dat bekend is voor zijn scheepsbouw en carnaval, na een 3,5 kilometer rechte lijn gesprint worden met een beperkte groep. Misschien kan Pedersen opnieuw een slag slaan in het puntenklassement.
Maar evengoed blijven de vluchters voorop. Het weer is hun voordeel: door het regenweer zal de bereidheid tot risico’s nemen in het peloton klein zijn, zeker in de lange afdaling van de Passo delle Radici. Bovendien is het de hele dag rugwind. Verwachte namen voor die vluchtersgroep: Magnus Cort, Lorenzo Rota, Mads Würtz Schmidt, Stefano Oldani, Oscar Riesebeek, Jake Stewart, Diego Ulissi…
Interessant wordt ook of INEOS Grenadiers de roze trui, die Geraint Thomas nu draagt na de opgave van Remco Evenepoel, zal beschermen. Wat als Eddie Dunbar (12e op 3’17”), Aurélien Parret-Peintre (15e op 3’33”) of Will Barta (18e op 4’56”) meeglippen in de vlucht van de dag? Laten ze die rijden, in de hoop dat een van het roze kan overnemen? En zo INEOS tot de bergrit van vrijdag kan ontlasten van kopwerk in het peloton?
Bettini uit de schaduw
Aankomstplaats Viareggio, in de provincie Lucca, diende in het verleden al zevenmaal als finish van een Girorit. De laatste keer dateert wel van 1982, toen Giuseppe Saronni er won in een sprint, als eindpunt van de eerste etappe.
In 1999 en 2000 was Viareggio telkens ook de aankomstlocatie van de openingsrit in de Giro di Lucca. Respectievelijk gewonnen door Paolo Bettini, die zo langzaam uit de schaduw van Mapei-Quick-Stepkopman Michele Bartoli klom, en door Frédéric Guesdon, de ex-Parijs-Roubaixwinnaar die in Viareggio zijn enige profzege buiten Frankrijk behaalde.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier