Van Roglic tot Almeida: wie worden de grootste concurrenten van Remco Evenepoel in de Giro?
Een Sloveen, een Rus, een Welshman, een Portugees en misschien zelfs een Australiër willen graag Remco Evenepoel de roze trui in de Giro d’Italia ontfutselen. Wat zijn hun sterktes en zwaktes? Een analyse van Primoz Roglic en co.
Prachtige Primoz
Laat ons er niet omheen draaien: iedereen verwacht een duel. Met in de ene hoek een 23-jarige Belg, winnaar van de laatste Vuelta, en in de andere hoek een tien jaar oudere Sloveen, winnaar van de drie Vuelta’s daarvoor. De Belgische fans hopen op dit scenario: Remco Evenepoel legt zijn wil op in de drie tijdritten. Met achtereenvolgens 19, 35 en 18 kilometer zijn het niet de langste chronoproeven, maar de optelsom zou genoeg moeten zijn om Primoz Roglic op achterstand te zetten.
Bergop dient Evenepoel dan enkel gelijke tred te houden, al bleek hij in de bergen van Catalonië zelfs ietsje sterker. Het was Roglic die moest aanklampen, al maakte de Sloveen het vervolgens wel af in de sprint. Primoz Roglic won de Ronde van Catalonië dankzij de bonificaties. Hoezeer die morele tik aankwam bij Evenepoel valt af te wachten.
Supporters van Jumbo-Visma of van de 33-jarige ex-schansspringer rekenen dan weer op dit koersplan: we zien opnieuw de metronoom Roglic van in zijn beste dagen. Een Roglic die blaakt, ontmoedigt de tegenstand. In de Vuelta van 2021 won de Sloveen vier ritten. In de bergritten geselden zijn helpers het peloton. Wie kon volgen was blij, aan aanvallen werd niet meer gedacht.
Jumbo-Visma leek klaar om opnieuw te domineren, maar in laatste instantie haken Robert Gesink en Tobias Foss af met corona. Dat scheelt een hoop vuurkracht.
In januari leek het nog onwaarschijnlijk dat Roglic de grote uitdager ging worden. Zijn opgave in de Tour van 2022 lag aan een ernstige schouderblessure, een euvel dat al een tijd aansleepte. Toen hij ook nog eens zwaar viel in de Vuelta, drong een serie operaties zich op. Het verstoorde zijn winter. Op de ploegpresentatie leek het Roglic ‘onwaarschijnlijk’ dat hij de Giro zou halen.
Die twijfels zijn weggepoetst, na overtuigende zeges in Tirreno-Adriatico en de Ronde van Catalonië. Bovendien is het onzin te denken dat Evenepoel gewonnen spel heeft tegen Roglic in het tijdrijden: de Sloveen is nota bene olympisch kampioen in die discipline. Wanneer hij zich erop toelegt, is Roglic een beul in het werk tegen de klok. De verschillen zullen gemaakt worden op basis van fysieke paraatheid, eerder dan op intrinsiek talent.
Beide kemphanen houden er best rekening mee dat de Giro bij uitstek de ronde van de man met de hamer is. In 2019 leek Primoz Roglic de roze trui op zak te hebben, na dominante prestaties in de tijdritten. In de derde week brokkelde zijn voorsprong af, Richard Carapaz ging ermee lopen. Roglic heeft nog een rekening openstaan met de Giro. Of trapt hij opnieuw in dezelfde val?
Een vlam van Vlasov
Het is wat raar om te zeggen na veruit zijn meest succesvolle seizoen, maar ze hebben Aleksandr Vlasov mismeesterd in 2022. De alomtegenwoordige Rus reed zo ongeveer het zwaarste programma dat je een renner onder de wielen kunt schuiven: de Ronde van Valencia, de UAE Tour, Parijs-Nice, de Ronde van het Baskenland, de Ardense klassiekers, de Ronde van Romandië én de Ronde van Zwitserland. Overal om te winnen, en meestal was hij er ook dichtbij. In Luik-Bastenaken-Luik toonde hij zich in de achtervolging op Remco Evenepoel de op één na beste man in koers.
Dat je na zo’n loodzware voorbereiding niet meer schittert in de Ronde van Frankrijk, is niet raar. Vlasov reed anoniem mee, atypisch voor hem. Zijn vijfde plek in het eindklassement, met hangen en wurgen behaald, was een half mirakel, maar geen resultaat waar de Sint-Petersburger warm van wordt.
Voor 2023 ging het roer helemaal om. Vlasov kiest voor een programma in spaarmodus, gericht op vlammen in de Giro d’Italia. De Rus is geen tijdritwonder zoals Evenepoel of Roglic, maar hij wordt er normaal gezien ook niet weggereden. In de derde week van een grote ronde komt de kopman van BORA-hansgrohe steevast bovendrijven, wat in de Giro bij uitstek een wapen is. Dat hij in de prognoses lager wordt ingeschat dan de twee favorieten, deert Vlasov niet. Hij reist af met het idee deze Ronde van Italië te winnen.
De ploegleiding benadrukt dat het geen afbreuk doet aan het geloof in de kwaliteiten van Vlasov, maar zijn team kiest, volgens de officiële communicatie, voor twee kopmannen. Ook Lennard Kämna ziet men bij BORA-hansgrohe hoog eindigen. Is dat zand in de ogen strooien? Al bij de jeugd gold Kämna als de toekomst van het Duitse wielrennen, maar tot nu toe is dat er toch niet helemaal uitgekomen. De 26-jarige Duitser staat bekend als een twijfelaar. Geen schande – twijfelaars zijn de charmantste persoonlijkheden – maar in topsport rendeert een blind, onwrikbaar zelfvertrouwen vaak beter.
We hadden Kämna’s roze ambities weggelachen, ware het niet dat hij in Tirreno-Adriatico plots bijzonder sterk voor de dag kwam. Geconcentreerd bij iedere aanval, voorop in de strijd. Hij maakte er een betere indruk dan Vlasov. In de openingstijdrit van de Tirreno declasseerde Filippo Ganna de tegenstand, maar Lennard Kämna eindigde zowaar tweede. In een tijdrit van elf kilometer zette hij Primoz Roglic op twintig seconden. In de jeugdcategorieën was Kämna dé referentie in het tijdrijden: hij won zowat alles wat er te winnen viel. Bij de profs leek de Duitser die kwaliteit verloren, tot nu. Er is blijkbaar iets grondig veranderd in zijn aanpak.
Gretige Geraint
Team Sky had geregeld last van een kopmannenoverschot. Men besefte dat Geraint Thomas de capaciteiten had om een grote ronde te winnen, maar ja, er waren ook nog Chris Froome, Egan Bernal, Richard Carapaz… De net-niet-kopmannen werden afgeleid naar de Giro. Zo is Geraint Thomas al viermaal in de Ronde van Italië beland. Dat waren geen succesnummers: hij eindigde 118e, 80e en gaf twee keer op.
Sinds hij in 2018 de Ronde van Frankrijk won, rijdt de Welshman rond met het aura van een man die de wereld niks meer te bewijzen heeft. Hij lijkt weggedeemsterd, maar wanneer het erom spant, hervindt Thomas de benen van weleer. In de laatste vijf Rondes van Frankrijk stond hij liefst drie keer op het podium. Dat hij in 2023 geen enkel resultaat van betekenis bijeen fietste, hoeft niets te betekenen: Thomas ziet het ongetwijfeld als voorafjes. Hij bewaart zijn honger voor het hoofdgerecht.
Tijdrijden kan hij, en als de INEOS Grenadier in vorm is, kan hij het zelfs heel goed. In de bergen zal Thomas niemand versmachten – de forse demarrages zijn er wat uit. Maar hem lossen is weinigen gegeven. Of we in deze Giro de beste Thomas zien, weten we normaal gesproken al bij de eerste bergrit. Na zestien profseizoenen kent de Welshman zijn lijf door en door.
Wanneer aandringen geen zin heeft, zet de collegiale G zich in voor twee interessante schaduwkopmannen, respectievelijk negen en dertien jaar jonger dan hij. Tao Geoghegan Hart won de Giro al, die rare corona-editie van 2020 die plaatsvond in oktober. De Schot was aan die Ronde van Italië begonnen als helper van Thomas, maar die viel weg, waarna het een koers zonder kompas werd. Met een betere tijdrit wist Geoghegan Hart nipt Jai Hindley voor te blijven, een renner van wie we intussen weten dat hij geen eendagsvlieg is.
Bevestigen zoals Hindley lukte Geoghegan Hart nog niet. Er waren veel fysieke problemen, veel opgaves, veel knechtwerk voor anderen ook. Spraakmakende resultaten bleven uit, behalve in de Dauphiné. Kennelijk is dat een koers die Tao uitstekend ligt: hij eindigt er altijd in de top tien. Je hield er geen rekening meer mee, maar dit seizoen komt de 28-jarige Geoghegan Hart boven water. In de Tirreno was hij na Roglic de beste man in koers.
Dat kan goed nieuws blijken voor Thymen Arensman. De 22-jarige ex-veldrijder kwam naar INEOS met het idee een ronderenner buiten categorie te worden. Zijn eerste koersen waren geen voltreffers. Dat is natuurlijk niet erg, maar voor de Giro worden de verwachtingen toch best getemperd. Er is deze winter wel erg veel veranderd voor de jonge Nederlander, die stopte met zijn geschiedenisstudie, zijn vertrouwde Team DSM verliet en de rustige Betuwe verruilde voor het ook rustige maar veel heuvelachtigere Andorra.
Waw, João!
Sensatiebeluste journalisten houden ervan wanneer er persoonlijke wrijvingen spelen tussen renners. João Almeida was, dik tegen zijn zin, aangewezen als meesterknecht bij de eerste Giropoging van Remco Evenepoel in 2021. De eerzuchtige Portugees vond dat te vroeg, en hij kreeg gelijk. Evenepoel verliet Italië met de staart tussen de benen. De fout van João Almeida bestond erin dat hij zijn onvrede toonde. En niet aan de ontbijttafel, maar met de camera’s op zijn boze gezicht gericht. We herinneren ons een onverkwikkelijke bergrit waarin Almeida Evenepoel schijnbaar op sleeptouw nam, maar hem eigenlijk meer hinderde dan hielp en af en toe nog eens plagerig versnelde, alleen om te tonen dat hij betere benen had dan de aangewezen kopman. Evenepoel voelde zich vernederd – en geef hem eens ongelijk.
Na die Giro kon Almeida uiteraard niet bij Deceuninck-Quick-Step (het huidige Soudal Quick-Step) blijven. Hij vertrok naar Team UAE. Een ploeg met stilaan alleen kopmannen, maar Almeida wist af te dwingen dat hij nooit dezelfde koersen zou rijden als Tadej Pogacar. Kan de Portugees die beschermde status wettigen?
Ja, want hij is quasi een garantie op de top vijf, waar hij ook start. En nee, want de lat ligt bij Team UAE natuurlijk hoog. Almeida die de Giro wint: daar mist hij een tikkeltje power voor. Vandaar dat de ploeg hem voor het eerst koppelt aan een medekopman. Jay Vine belandde in het profpeloton via Zwift. De Australiër is met andere woorden een wattagemonster, hij kan op de rollen een versmachtend tempo ontwikkelen. De watts blijken te vertalen naar de weg: in de Vuelta zette Vine twee bergritten naar zijn hand. En er is duidelijk nog marge.
Na zijn overstap naar Team UAE experimenteerden de coaches met een nieuwe houding bij het tijdrijden. Prompt werd Vine Australisch kampioen tijdrijden. In een land van tempobeulen betekent dat wel wat. Kenners van het Australische wielrennen waren van de hand Gods geslagen. Een week later begon de Tour Down Under, die Vine opvallend gemakkelijk naar zijn hand zette. Maar er kwam een kink in de kabel. Vine had Evenepoel het vuur aan de schenen moeten leggen in de UAE Tour, voor de ploegsponsor een niet te missen afspraak.
De ex-Zwifter stapte in de tweede rit af met knieproblemen en zegde later af voor Tirreno-Adriatico. De Ronde van Catalonië werd op zijn programma gezet, maar ook dat kwam te vroeg. Pas midden maart begon hij voorzichtig weer te trainen. Dan ben je ver teruggeslagen. Al zou het niet de eerste keer zijn dat zo’n gedwongen pauze geweldig uitpakt voor een renner.
Italiaanse ijzervreters
Je ziet hen niet meteen winnen, maar ijzervreters als Domenico Pozzovivo en Damiano Caruso hoef je niet meer te leren waar je in een grote ronde het verschil maakt. De veertigjarige Pozzovivo begint aan zijn zeventiende Ronde van Italië. We hebben het gedubbelcheckt en het klopt echt: hij haalde in de Giro al zeven keer de top tien. En nog heeft de Zuid-Italiaan er geen genoeg van. Hij tekende laat in het seizoen een contract bij het rijke Israel-Premier Tech, dat op zoek is naar opportuniteiten om snel weer op te klimmen naar de WorldTour. Pozzovivo staat in het peloton bekend als Dr. Pozzovivo. Niet omdat hij veel kent van pillen en spuiten: de Italiaan heeft een master in de Economie. Om eens te illustreren hoe oud de doctor is: toen hij zijn eerste profkoers reed, was Remco Evenepoel nog te jong voor de kleuterklas.
Damiano Caruso werd in 2021 nog tweede in de Giro, maar er is weinig reden om te vermoeden dat hij nog eens het podium haalt. In het werk tegen de klok verliest de Siciliaan veel terrein.
Al moet gezegd: in de pas gereden Ronde van Romandië reed Caruso sterke tijdritten voor zijn doen. Caruso moet sowieso in dit overzicht staan omdat zijn ploeg Bahrain-Victorious wel heel expliciet inzet op deze Ronde van Italië. Het is een van de rijkste en sterkste teams, maar blijkbaar menen ze dat er in de Tour de France weinig eer te rapen valt als je geen Tadej Pogacar of Jonas Vingegaard in de ploeg hebt. De Bahreini sturen een opvallend sterke equipe, met naast Caruso ook nog Jack Haig, Gino Mäder en Santiago Buitrago. Haig stond al op het podium van de Vuelta, in 2021, en liet weten dat van alle grote rondes de Giro hem wellicht het beste ligt.
Gino Mäder was in diezelfde Vuelta vijfde. De Zwitser staat bekend als een van de grote talenten die nog niet helemaal tot bloei kwamen. Hij maakte naam in de achtervolgingsnummers op de piste: de Zwitsers dachten dat ze een opvolger hadden voor Fabian Cancellara. Maar Mäder had andere plannen. Hij vermagerde fel, met het idee ronderenner te worden. Zijn talent in het tijdrijden is er jammer genoeg een beetje bij ingeschoten, maar misschien keert het terug. Santiago Buitrago is de beste jonge Colombiaan: 23 jaar en vorig jaar net niet top tien in de Giro. Dat hij er juist buiten viel, kwam door een fletse tijdrit. Daar zal de Colombiaan deze editie nog meer hinder van ondervinden. En tussen al die ambities moet Bahrain-Victorious dan ook nog eens spurter Jonathan Milan tevreden houden.
Hoera voor Urán
Twee oude ijzervreters verdienen een open doekje: ook Rigoberto Urán en Thibaut Pinot staan in Fossacesia aan de start. Rigoberto Urán rijdt zijn achttiende profseizoen en zijn zesde Giro. Al twee keer was hij er tweede. De editie van 2014 had hij moeten winnen. Urán, die toen voor Omega-Pharma Quick-Step reed, werd op ontluisterende wijze geflikt door de Giro-organisatie. Die liet via de koersradio weten dat de afdaling van de Stelvio geneutraliseerd zou worden wegens hevige sneeuwval. Urán kneep in de remmen en trok warmere kledij aan. Nadien werd het peloton toch over de Stelvio gejaagd, de Giro-organisatie ontkende ooit te hebben gesproken over neutralisatie. De ontsnapte Nairo Quintana kreeg twee minuten cadeau en pakte de roze trui. Een schandaal, ooit moet een onderzoeksjournalist zich eens verdiepen in wat er op de Stelvio is gebeurd. Patrick Lefevere is er nog altijd ziedend over. De 36-jarige Urán hoort nog steeds bij de betere ronderenners, maar winnen? Nee.
Thibaut Pinot is drie jaar jonger, maar in tegenstelling tot Urán kondigde hij zijn pensioen al aan. In zijn laatste seizoen is de Giro het hoofddoel, al staat Pinot ook in de Tour de France aan de start. Pinot verklaart aan ieder die het horen wil dat hij nergens liever koerst dan in de Ronde van Italië, maar voor een Franse topper in een Frans team lag het niet voor de hand om de Giro te rijden. Hij weet welke tikken de Giro kan uitdelen: in 2017 leek hij op weg naar het podium, tot hij in een bergrit 45 minuten verloor. Deze bijzonder bergachtige Ronde van Italië ligt de bourgondiër – bijgenaamd Pinot Noir – in principe geweldig.
- Remco Evenepoel
- Vuelta
- Primoz Roglic
- Ronde van Catalonië
- Jan Tratnik
- Wilco Kelderman
- Robert Gesink
- Tobias Foss
- Jan Hirt
- Fausto Masnada
- Ilan Van Wilder
- Louis Vervaeke
- Tirreno-Adriatico
- Ronde van Valencia
- Parijs-Nice
- Ronde van Romandië
- Ronde van Zwitserland
- Ronde van Italië
- Filippo Ganna
- Rondes van Frankrijk
- Tour Down Under
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier