Remco Evenepoel: hoe hij weer de meester van zijn lot en kapitein van zijn ziel werd
Het was de triomf en de kroniek van een allesverslindende aanval: de raket van Remco Evenepoel steeg op op La Redoute en landde aan de finish van Luik-Bastenaken-Luik. Hoe hij de benen én het hoofd gebruikte op weg naar zijn eerste zege in een monument, een analyse.
Het was een anekdote die Philippe Gilbert zaterdag vertelde in een dubbelinterview met Remco Evenepoel in Het Laatste Nieuws. Hoe hij in 2017 telefoon kreeg van vader Patrick Evenepoel, met de vraag of Remco’s ploeg kon deelnemen aan La Philippe Gilbert, een bekende juniorenkoers in Aywaille, gereden begin september.
Zoon Remco wilde er graag winnen, en was zelfs zo zeker dat hij vooraf aan iedereen die het wilde horen voorspelde dat hij dat ook zou doen, à la Frank Vandenbroucke.
Eerst met enkele versnellingen, zorgvuldig genoteerd op het papiertje van zijn stuurpen, om daarna de concurrentie te vermorzelen op… La Redoute, de slothelling.
Zo gezegd, zo gedaan: op de thuishelling van Philippe Gilbert zette hij de tweede op bijna een halve minuut – Evenepoel was toen al buiten categorie voor zijn leeftijdsgenoten. En werd nadien nauwlettend in de gaten gehouden door Gilbert.
Een man met een plan
Ruim vier en een half jaar later: in de zeventiende en allerlaatste Luik-Bastenaken-Luik van de Lotto-Soudalrenner, werd uitgerekend La Redoute, waar 700 keer ‘Phil’ op het wegdek was geschilderd, het platform waarop Remco Evenepoel zijn carrière definitief richting wereldtop lanceerde. En alle critici aan de grond genageld liet staan.
Niet eens toeval, want de vrucht van een zorgvuldig en zelfs vooraf (half) aangekondigd plan. Al tijdens de voorbeschouwende persbabbel met Julian Alaphilippe spraken hij en de Fransman immers over de rol van de (tegen)wind in de finale, over hoe La Redoute ‘een zeer belangrijk punt’ zou worden.
Daar, wist Evenepoel, zou hij zijn versnelling plaatsen. En zou hij vervolgens kijken wie er nog in zijn zog zou zitten. Om zo Alaphilippe in een zetel te zetten, en indien mogelijk zelf definitief weg te rijden, al dan niet alleen. Niet op het steile gedeelte, met de wind opzij, maar er voorbij, waar de weg naar links afbuigt en de wind een kleine kilometer vol in de rúg zou blazen – de laatste keer in de laatste 30 kilometer.
Bovendien op het stuk dat hem het best ligt: waar de weg vier à vijf procent richting hemel knikt. Daar zou Evenepoel uitvoeren waar hij de hele winter op had getraind. Daarvoor had hij ook twee, drie kilo aan spieren bijgewonnen, tot 64,5 kg: een explosieve demarrage plaatsen, iets wat hij volgens analisten niet in zich had. Een van de redenen trouwens waarom hij dit jaar op de langere, steile cols, zoals in Tirreno-Adriatico en de Ronde van het Baskenland, moest passen.
Weg met het dogma
Het kwam de Schepdaalnaar op kritiek te staan, maar hij wist: Luik-Bastenaken-Luik is mijn hoofddoel, daar wil ik schitteren, zoals op die septemberdag in 2017. Met een plan dat hij perfect uitvoerde, gebruikmakend van een ideale positie op La Redoute, in het spoor van ploegmaat Mauri Vansevenant. Om zo op de verrassing te spelen, want alle andere favorieten zaten verderop.
De renners in het wiel, Neilson Powless, Benoit Cosnefroy en Quinten Hermans, verslikten zich bovendien in het stof dat de Brabantse hengst achterliet toen hij richting de top stormde. Evenepoel zette op die 800 meter zelfs een verbluffende KOM neer op Strava: 1’08”, zes seconden rapper dan Wout van Aert, met een gemiddelde van 42,5 km per uur (licht bergóp), en een piek van liefst 57,4 kilometer per uur.
Gebruikmakend ook van het ingeslepen Luik-Bastenaken-Luik-dogma (na de gesloten edities van de laatste jaren): aanvallen op La Redoute, met nog 30 kilometer tot de finish, is zelfmoord. Ook omdat na de helling in Remouchamps de wind hoofdzakelijk van opzij en op de kop zou blazen.
Minder controle
Voor Evenepoel bleek het echter het ideale moment, zoals hij in het verleden al vaker dat goeie moment koos als startpunt van een succesvolle solo – een onderschatte kwaliteit van hem. Op de dalende stukken richting de Roche-aux-Faucons zou hij immers met zijn tijdrijderscapaciteiten en superaerodynamische houding zijn kloof kunnen uitbouwen. Wat nogmaals blijkt uit de cijfers, want Evenepoel zette ook daar een KOM neer op Strava (gemiddeld 71 km per uur).
Gebruikmakend van de vroege vluchters die hij een voor een kon oprapen, en als kilometerpaaltjes achter zich liet. Bruno Armirail, de laatste overgeblevene, bekende achteraf dat hij zelfs in het wiel van Evenepoel amper kon volgen: ‘Hij is zo aero, meneer.’
Die maakte ook gebruik van een afgeslankt peloton na de zware crash op 59 kilometer van de aankomst, van het forfait van Tadej Pogacar, en van een halve Jumbo-Vismaploeg, na het afhaken van Primoz Roglic, de coronabesmetting van Tiesj Benoot en de offday van Jonas Vingegaard.
Gevolg: minder controle, alleen Bahrain-Victorious en Movistar zetten na even aarzelen de achtervolging in, maar te beperkt om de kloof op de tijdrijder Evenepoel te dichten.
Het cruciale, mogelijke kantelpunt, zou volgen op de Roche-aux-Faucons, maar ook daar liep het verschil tussen de Vlaams-Brabander en de achtervolgende groep amper terug: Evenepoel reed de 1,3 km lange helling slechts vier seconden trager op: 3’58” vs. 3’54”, mede omdat in het pelotonnetje met Dylan Teuns aanvankelijk even getreuzeld werd.
Mede omdat ook, zo klonk het achteraf bij meerdere renners, de wind op kop blies – in 2021 deed de kopgroep aangevoerd door Michael Woods 14 seconden mínder over de 1,3 km. En niet te vergeten: omdat ook de benen dan al bij velen pijn deden – met 41,397 kilometer per uur was het zelfs de snelste editie ooit van La Doyenne.
Memorabele solo
Na de top, op de uitloper van de Roche-aux-Faucons, richting Boncelles, gingen Woods en Teuns wel all-in, waardoor de kloof verkleinde tot zestien seconden. Maar zij wisten, en Evenepoel beter dan wie dan ook: als de Quick-Steprenner alleen de dalende/vlakke laatste 10 kilometer kon aansnijden, zou niemand hem nog terughalen. Dankzij zijn tijdrijderscapaciteiten, zijn aerodynamische houding bij tegenwind en dankzij zijn parcourskennis – Evenepoel wist elk putje liggen.
Bovendien maakte Alexander Vlasov (BORA-hansgrohe) de tactische fout door alleen achter de Belg te springen, in plaats van voor de snelle Sergio Higuita te rijden. En was ook de aanwezigheid van de rappe Wout van Aert, die op de top van de Roche-aux-Faucons even had moeten afhaken en daarna terugkeerde, een remmende factor. Niemand zou/wilde hem naar de sprint loodsen.
Evenepoel bouwde zijn voorsprong zo uit tot 48 seconden en rondde een memorabele solo van 29,6 km af (de langste in La Doyenne sinds de legendarische raid van Bernard Hinault in 1980).
Omdat hij het ideale moment koos, perfect gebruikmaakte van de beperkte controle, en vooral omdat hij simpelweg de beste renner in de race was – opvallend hoe alle favorieten dat na de finish herhaalden. En zelfs hun grote bewondering uitspraken voor de nog altijd pas 22-jarige Belg.
Zelfverzekerd
Dat die in de laatste kilometer met de vinger naar het hoofd wees, was ook veelbetekenend. Want zo explosief zijn benen op La Redoute waren, zo gefocust reed Evenepoel naar de mooiste zege uit zijn loopbaan. Op 19 kilometer van de finish was hij nog lucide genoeg om een laatste gelletje binnen te werken.
Naar eigen zeggen zeer zelfverzekerd koersend. Geen stress, zelfs niet nadat medekopman Julian Alaphilippe in de gracht was gesukkeld in de zware valpartij, met Romain Bardet als reddende engel (de echte held van de dag).
Ook geen stress toen het verschil met de achtervolgers na de Roche-aux-Faucons terugliep tot 16 seconden. De Schepdaalnaar geloofde immers opnieuw in zichzelf en zijn capaciteiten, waar vele analisten en critici de voorbije twee jaar aan hadden getwijfeld. ‘Zou hij wel effectief in staat zijn om de belofte, als de aangekondigde ‘nieuwe Merckx’, in te lossen?’
Daarbij te vlug voorbijgaand aan zijn nog jonge leeftijd (en periode als renner, die pas startte bij de junioren) en aan de grote fysieke én mentale impact die de zware val in Il Lombardia, in augustus 2020, had gesorteerd.
Te weinig is het belicht, hoe Evenepoel als jonge twintiger nadien met zichzelf worstelde, zelfs zonder verklaring af en toe begon te wenen. Een periode waar hij tijdens de persconferentie in Luik niet toevallig uitgebreid op terugkwam. En ook de verklaring voor zijn hevige emoties na de finish, bij hem en zijn familie.
Echte beginpunt
Een interview waarin hij ook zei dat de ‘echte Remco Evenepoel’, in de derde persoon, terug is. De winnaar die hij altijd is geweest, al van toen hij zijn zege in La Philippe Gilbert voorspelde.
De winnaar pur sang die zelfs na zijn eerste overwinning in een monument van nog veel meer droomt. Want, zo luidt een quote van Frank Dick, een Amerikaanse ‘Motivational & Business Speaker’: ‘For winners, the horizon is not the end of what they can see, it is the beginning of where they will realise their dreams.‘ Daarom is 24 april 2022 ook een nieuw en misschien wel het echte beginpunt van Evenepoels carrière, ondanks zijn eerdere 25 profzeges.
De dag ook waarop de Remco-lovers en de Remco-haters zich even met elkaar verzoenden. En hoewel het tussen hen ook in de toekomst af en toe zal blijven botsen, aangewakkerd door de hedendaagse berichtgeving en sociale media, heeft de 22-jarige jongeman nu een echte vliegenmepper om alle critici van zich af te slaan.
Blijven tijd gunnen
Toch is het nu vooral zaak voor Evenepoel én voor de buitenwereld om zichzelf/hem de tijd te blijven gunnen om te groeien en zijn minpunten bij te schaven, zoals hij al deed met zijn stuurvaardigheid.
Richting een nieuwe horizon waarvan niemand weet waar die zal liggen. Nog meer zeges in monumenten? Winst in rittenkoersen van één week? Een grote ronde? Of de ultieme droom: de Tour de France?
Want dat is de reden waarom Evenepoel, naast zijn uitgesproken karakter en soms te emotionele/overdreven reacties in woorden en daden, zoveel losmaakt bij Belgische wielerliefhebbers: de hoop op de verlossing, na de laatste gele trui van Lucien Van Impe in 1976.
Maar zelfs als hij dat nooit kan inlossen – vergeet Tadej Pogacar en andere ontluikende supertalenten niet – is dat geen schande. Zolang Evenepoel maar het maximale uit zichzelf kan halen, fysiek én mentaal. Zeker nu hij bevrijd is van de grootste druk.
Als (opnieuw) de meester van zijn eigen lot, en de kapitein van zijn ziel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier