Remco Evenepoel: de beste Belgische renner van de laatste 42 jaar in kleine rondes
Remco Evenepoel behaalde afgelopen zondag in de Tour of Norway zijn negende eindzege in een rittenkoers, op zijn nog altijd pas 22e. Dat is voor een Belgische renner in moderne wielertijden ongezien.
Drie ritzeges in één ronde, dat had Remco Evenepoel nog niet gerealiseerd in zijn profcarrière. Op een voor hem ook ongeziene manier: de sprint winnen op een korte helling van 2,2 km, het snelste een beklimming van meer dan 10 km opvlammen (de Gaustatoppen) én in een vlakke sprint triomferen, door zeven renners achter zich te houden – dat was geleden van bij de junioren.
Met die drieklapper verzekerde Remco Evenepoel zich van zijn negende eindoverwinning in een rittenkoers bij de profs, op een leeftijd van nog altijd maar 22 jaar, 4 maanden en 4 dagen. Goed ook voor al zijn 30e overwinning als eliterenner.
Ter vergelijking: Peter Sagan was 12 dagen ouder toen hij die kaap rondde. En dat andere jonge supertalent, Tadej Pogacar, behaalde zijn 30e succes als prof vorig jaar in Il Lombardia, op een leeftijd van 23 jaar en 18 dagen. Maar hij heeft natuurlijk al twee gele truien, twee monumenten, twee keer Tirreno-Adriatico en nog veel meer op zak. Op een stuk hoger niveau dan Evenepoel dus, behalve in Luik-Bastenaken-Luik.
Zegepercentage
Het voorlopige palmares van Evenepoel blijft niettemin indrukwekkend, met name in korte rittenkoersen. Hij reed er daarvan tot nu toe 21 en won er 9 van, of 42 procent: in 2019 de Belgium Tour, in 2020 de Ronde van San Juan, de Ronde van Algarve, de Ronde van Burgos en de Ronde van Polen, in 2021 de Belgium Tour en de Ronde van Denemarken, en in 2022 de Ronde van Algarve en de Ronde van Noorwegen.
Met die nuance dat Evenepoel er slechts één op WorldTourniveau heeft behaald (de Ronde van Polen). Anderzijds werd de Schepdaalnaar ook flink geremd in zijn ontwikkeling na zijn val in Il Lombardia 2020.
Belgische ranking
Negen eindzeges is voor een Belg hoe dan ook uniek in moderne wielertijden (sinds 2000), twee meer dan Tom Boonen, Tim Wellens en Philippe Gilbert, de gedeelde nummers twee op die ranking (rittenkoersen van categorie +2.1).
Je moet al terug naar de vorige eeuw voor een gelijk aantal overwinningen, tussen 1976 en 1986 veroverd door Jean-Luc Vandenbroucke. Op de Driedaagse De Panne na allemaal korte rondes (tot zelfs drie dagen) in Frankrijk, die Vandenbroucke als tijdritspecialist naar zijn hand kon zetten: driemaal de Ster van Bessèges, twee keer de Vierdaagse van Duinkerke, éénmaal de Ronde van de Oise, de Tour de l’Aude en Tour de l’Indre et Loire.
Zelfs in het kleine rondewerk niet het hoogste niveau dus.
Stapje hoger naar WorldTour
Voor een Belg die meer eindzeges op zijn erelijst heeft staan (en ook op hoger niveau), moet je nog een klein stapje verder in de tijd: naar Roger De Vlaeminck, die van 1971 tot 1980 zés keer Tirreno-Adriatico won, éénmaal de Ronde van Zwitserland, de Ronde van Puglia, de Ronde van Sardinië, de Vierdaagse van Duinkerke en de Ronde van Mallorca.
Freddy Maertens deed in die periode nog beter, maar in een kortere tijdspanne: 13 rondesuccessen, van 1973 tot 1978, waaronder ook de Vuelta.
Het lijdt weinig twijfel dat Evenepoel, gezien zijn jonge leeftijd, hen zal passeren in de Belgische ranking. Eddy Merckx evenaren wordt (uiteraard) onmogelijk, zéker qua kwaliteit, en allicht ook qua kwantiteit (46 stuks – afhankelijk van welke (criterium)rondes je als een echte ronde beschouwt).
Volgende stap én test voor de Quick-Steprenner worden de zware klimrondes op WorldTourniveau: met eerst de Ronde van Zwitserland in juni en in augustus zijn tweede grote ronde, de Vuelta. Dat wordt andere koek, zeker die laatste, met een verwachte deelname van Tadej Pogacar.
Het niveau dat Evenepoel bergop haalde in Noorwegen, en ook de manier waarop hij Luik-Bastenaken-Luik won, is alvast veelbelovend. Is het niet op korte, dan op langere termijn.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier