Recordaantal kijkers voor wielerklassiekers (maar alleen in Vlaanderen)
Nooit keken er meer Vlaamse koersfans naar de voorjaarsklassiekers dan in 2023. ‘Een groot contrast met andere traditionele wielerlanden als Nederland, Italië en Spanje, want daar dalen de kijkcijfers’, zegt professor sporteconomie Daam Van Reeth (KU Leuven).
Liefst 1,63 miljoen kijkers op Sporza tijdens de finale van de Ronde van Vlaanderen, met een gemiddelde over de hele uitzending van 1,37 miljoen. Een record voor de race bij de mannen, en ook voor de vrouwenkoers want meer dan een miljoen kijkers zagen Lotte Kopecky winnen.
Het zegt veel over de aantrekkingskracht van wielervedetten als Tadej Pogacar, Wout van Aert en Mathieu van der Poel. Niet alleen tijdens de Ronde van Vlaanderen, maar in het hele voorseizoen. Dat blijkt uit het kijkcijferoverzicht dat professor sporteconomie Daam Van Reeth (KU Leuven) opstelde van de tien voorjaarsklassiekers (bij de mannen) die in het weekend of op vrijdag plaatsvinden: Omloop Het Nieuwsblad, Kuurne-Brussel-Kuurne, Strade Bianche, Milaan-Sanremo, Gent-Wevelgem, E3 Classic, Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik.
‘Het gemiddelde aantal kijkers op Sporza was nooit hoger dan dit jaar: 818.770’, zegt Van Reeth. ‘Dat is iets meer dan het vorige record van 2015: 813.565, met onder meer de fameuze slechtweereditie van Gent-Wevelgem.’
‘In vergelijking met het gemiddelde van de afgelopen tien jaar (748.885 van 2013 tot en met 2022) scoren de voorjaarsklassiekers van 2023 zelfs negen procent hoger. Weliswaar mede dankzij het regenweer van de afgelopen weken dat meer mensen heeft thuisgehouden. Dat verklaart ook grotendeels de stijging van 18 procent ten opzichte van vorig jaar, toen de zon in de lente meer scheen.’
‘Niet alleen in Vlaanderen lokten de voorjaarsklassiekers veel kijkers, ook in Wallonië: gemiddeld 202.000. Geen record, maar wel een stijging van zes procent in vergelijking met het gemiddelde tussen 2013 en 2022, en het hoogste aantal sinds 2017’, vertelt Van Reeth.
Daling in andere landen
Die cijfers staan in schril contrast met die uit traditionele wielerlanden als Nederland, Italië en Spanje. ‘Min zes procent op de Nederlandse openbare omroep: 500.000 (2023) tegenover 531.000 (tussen 2013 en 2022). De stijging op Eurosport Nederland (plus 8000 kijkers, tot 56.000) kan dat niet compenseren. Geen Mathieu van der Poeleffect dus bij onze noorderburen.’
In Italië en Spanje is de daling volgens professor Van Reeth zelfs nog groter. ‘Respectievelijk 10 en 21 procent ten opzichte van het gemiddelde van de voorbije tien jaar. Niet toevallig zijn de grote sterren van het huidige wielrennen afkomstig uit kleine landen (België, Nederland en Slovenië) en blinken er weinig of geen Italiaanse en Spaanse renners uit in het eendagswerk.’
‘Het verschil met België is zelfs nog groter als je alleen het gemiddelde berekent van de enige vier wedstrijden die op alle openbare omroepen te zien waren (Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix, Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik). Dan kom je voor Vlaanderen uit op een gemiddelde van net geen miljoen kijkers, in Wallonië op 275.000. Samengeteld bijna 1,3 miljoen, een stuk meer dan in Italië (800.000), Nederland (550.000) en Spanje (120.000).’
Grootste tv-markt
Volgens de berekeningen van professor Van Reeth is België, ondanks een inwonersaantal van ‘slechts’ 11,6 miljoen inwoners, de grootste tv-markt voor de voorjaarsklassiekers. ‘Alleen Frankrijk komt, met bijna zesmaal meer inwoners, qua totaalaantal in de buurt. Parijs-Roubaix is steevast goed voor 1,5 à 2 miljoen kijkers op France Télévisions, de andere klassiekers zitten dicht tegen het miljoen. Dat is een schatting, want gedetailleerde cijfers van alle wedstrijden worden niet bekendgemaakt.’
‘Bovendien komt nog maar een beperkt aantal topklassiekers live op de Franse openbare omroep. In andere grote Europese markten, zoals Duitsland of het Verenigd Koninkrijk, kunnen fans de wielerklassiekers zelfs vaak alleen via Eurosport bekijken.’
Nichesport
Dat zegt volgens Van Reeth ook veel over het kleine bereik van de wielersport. ‘Niet alleen in Europa, ook wereldwijd. In de Verenigde Staten beperken de gemiddelde kijkcijferaantallen voor de voorjaarsklassiekers zich tot amper enkele tienduizenden. Door het uurverschil moeten de diehardfans er vroeg opstaan als ze de hele race willen zien. Bovendien moeten ze vele honderden dollars betalen om alle wedstrijden live te kunnen volgen. Die worden er immers via verschillende concurrerende streamingplatforms aangeboden.’
‘Die streamingcijfers, van bijvoorbeeld GCN Racing, zijn zeker relevant, maar helaas niet publiek bekend. Toch zou ik die niet óverschatten. In andere sporten is dat een surplus van, in het allerbeste geval, vijf procent, vaker zelfs amper twee à drie procent. En dan gaat het over gratis streamingapps, terwijl GCN betalend is.’
Zelfs als je streamingdiensten meetelt, bereiken volgens Van Reeth de vijf wielermonumenten wereldwijd gemiddeld niet meer dan zo’n vijf miljoen kijkers per klassieker. ‘En van hen komen er dus ruim een miljoen uit België. Parijs-Roubaix is de enige klassieker die geregeld tussen vijf à zeven miljoen kijkers haalt, vooral dankzij de twee miljoen Fransen.’
‘De Italiaanse monumenten scoren lager omdat RCS (de organisator van Milaan-Sanremo en Il Lombardia) de rechten heeft verkocht aan Discovery (Eurosport), en niet aan openbare omroepen. Zelfs in Vlaanderen zijn de cijfers voor die twee klassiekers lager op VTM dan op Sporza.’
Tour de France populairder
Van Reeth maakt wel een onderscheid tussen de klassiekers en de Tour de France, die qua kijkbereik veel beter scoort en zo het leeuwendeel van de publicitaire return van teamsponsors genereert. ‘Etappes in de Ronde van Frankrijk halen wereldwijd gemiddeld 15 tot 20 miljoen kijkers, de best bekeken (berg)etappes kunnen tot 25 miljoen gaan. Ritten van de Giro of Vuelta zitten in dezelfde vork als de klassiekers: vier à zes miljoen.’
‘In vergelijking met voetbal of basketbal blijven dat kleine aantallen, zelfs voor de Tour. Wielrennen is wereldwijd een nichesport, behalve in België en in enkele andere West-Europese landen en regio’s. Een conclusie die ik al jaren maak, maar het afgelopen voorseizoen was het contrast met België dus nog groter’, besluit Van Reeth.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier