Professor aerodynamica: ‘Tadej Pogacar boekte zeker tien à twintig seconden tijdwinst door drafting in Amstel Gold Race’
Veel commotie na de Amstel Gold Race, over hoe de auto van koersdirecteur Leo van Vliet in de finale veel te dicht achter en voor Tadej Pogacar reed. Hoeveel seconden kon de Sloveen daardoor sneller fietsen? Professor aerodynamica Bert Blocken zocht het voor ons uit.
Eerst de feiten: op 36 kilometer van de finish dunt Tadej Pogacar op de Eyserbosweg een kopgroep uit tot drie renners: hijzelf, Tom Pidcock en Ben Healy.
Acht kilometer verder (28,5 kilometer voor de aankomst) lost de Sloveen op de steile Keutenberg ook zijn laatste twee medevluchters.
Bij de voorlaatste doorkomst aan de finish, 16 kilometer voor de eindstreep, heeft Pogacar 31 seconden voorsprong op Pidcock en Healy. Opvallend: op de beelden is te zien hoe de auto van wedstrijddirecteur Leo van Vliet, met ex-renner/ploegleider Walter Planckaert aan het stuur, in de kilometer voor en de eerste honderden meters na die passage dicht achter de Sloveen rijdt.
Op de daaropvolgende Geulhemmerweg fietst Healy Pidcock uit het wiel. De Ier doet dat zo hard dat hij, tot ieders verrassing, meteen ook al tijd goedmaakt op Pogacar. Op 10,4 kilometer voor de aankomst bedraagt Pogacars voorsprong nog 23 seconden. Dat is zeven tellen minder dan net voor de versnelling van Healy.
Geen gas geven
De kloof wordt kleiner, en dus besluiten koersdirecteur Leo van Vliet en zijn bestuurder Walter Planckaert om Tadej Pogacar voorbij te steken op 10 kilometer van de finish. Van Vliet meldt daarbij, met het hoofd uit het raam, de voorsprong aan Pogacar.
Hoewel de smalle weg ervoor volledig vrij is, en de auto niet wordt gehinderd door motoren, blijft Planckaert tien tot twintig meter voor Pogacar rijden, enkele honderden meters voor en na een linkse bocht. Ruim een halve minuut, en mogelijk nog langer, maar dat is door een beeldwissel niet te zien.
Daarna neemt de auto van de wedstrijddirectie even wat meer afstand. Maar niet voor lang: op een smalle, licht hellende weg, op 8,7 kilometer voor de eindstreep, kan Pogacar weer dichterbij komen. Nochtans wordt de wagen ook hier niet gehinderd door vooroprijdende motoren, ook niet in de honderden meters na de top, op een bredere weg.
Op 8,2 kilometer van de aankomst is de voorsprong van de koploper weer opgeklommen van 23 tot 27 seconden. Meteen erna meldt de jury via de wedstrijdradio dat Planckaert en Van Vliet meer afstand moeten nemen. Waarop die wél gas geven.
Het gat wordt echter opgevuld door een motard met een fotograaf, die in aanloop naar en op de Bemelerberg twee keer tien à twintig meter voor Pogacar rijdt, samen een kleine halve minuut.
Aan de voet van die laatste helling stijgt de voorsprong van de Sloveen tot 31 seconden. Boven op de top, vijf kilometer van de finish, bedraagt hij al 43 seconden. Healy is definitief achteruitgeslagen, al maakt hij daarna nog vijf seconden goed tot de aankomst (zowel Healy als Pogacar bollen even lang uit).
Totale som: over de laatste 13,6 kilometer, van het moment dat Healy Pidcock achter zich had gelaten op de Geulhemmerweg tot aan de finish, deed de renner van EF Education 8 seconden langer dan Pogacar. Zijn achterstand vergrootte van 30 tot 38 seconden.
Daling luchtweerstand
Dé vraag is echter hoeveel tijdswinst Tadej Pogacar gehaald heeft uit de nabijheid van de wagen van koersdirecteur Leo van Vliet, toen die dicht achter en voor de Sloveen reed. We legden de kwestie voor aan professor Bert Blocken (KU Leuven). Die heeft de voorbije jaren verschillende wetenschappelijke onderzoeken in de windtunnel uitgevoerd over hoeveel minder luchtweerstand een renner ondervindt wanneer hij voor of achter een auto of motor fietst.
Blocken publiceerde dit jaar nog de onderzoeksresultaten van de impact van de nabijheid van een auto in het tijdschrift Journal of Wind Engineering and Industrial Aerodynamics. ‘Uit die studie blijkt dat wanneer een renner in een rechte lijn achter een auto rijdt, de luchtweerstand opmerkelijk daalt. Bedraagt de afstand tien meter, dan daalt de luchtweerstand met twintig procent. Is de afstand veertig meter, dan daalt hij met nog altijd zeven procent. Het tijdsvoordeel dat die renner daaruit haalt, kan zo tot enkele seconden per kilometer oplopen.’
Blocken bestudeerde de beelden van de Amstel Gold Race, en rekende aan de hand van zijn tabellen uit hoeveel seconden Pogacar heeft gewonnen. ‘In de finale heeft hij minstens een kleine twee minuten dicht achter de wagen van de koersdirectie en een motor kunnen rijden, een afstand die varieerde tussen tien à veertig meter. Dat heeft hem mínstens tien seconden voordeel opgeleverd. De meest voorzichtige inschatting, want Pogacar was niet altijd in beeld. Ik schat dus in totaal ergens tussen de tien à twintig seconden tijdswinst.’
‘En dan moet je nog die voorlaatste passage aan finish erbij rekenen, waar de auto van koersdirecteur Leo van Vliet amper een tiental meter achter Pogacar reed. Dat levert een voordeel op omdat de wagen deels de onderdruk achter de renner wegneemt. In dat geval geldt ook: hoe kleiner de afstand tussen de fietser en de auto, hoe groter het ‘volgwageneffect’. Hierdoor kon Pogacar ook enkele seconden rapper fietsen.’
Koersvervalsing
Blocken benadrukt dat Pogacar geen schuld treft – ‘Ik zou als renner ook profiteren van het zog van de wagen’ – en dat de Sloveen zonder het draftingvoordeel wellicht ook had gewonnen. Toch is de professor verontwaardigd: ‘Dit was overduidelijk koersvervalsing. Een pure schande op het hoogste WorldTourniveau. Zelfs in een kermiskoers zou ik er schande over spreken.’
Blocken snapt nog minder dat koersdirecteur Leo van Vliet achteraf zijn handen in onschuld waste, en zonder blozen vertelde dat hij, nota bene als ex-renner, zich niet kon voorstellen dat je daaruit voordeel haalt.
‘Iedereen met een minimum aan ervaring in het wielrennen weet hoe belangrijk drafting is, achter een renner en in een peloton, of achter een motor of een auto. Al in 1899 werden er ‘drafting races’ achter treinen gehouden om snelheidsrecords te breken. 124 jaar later beweert Van Vliet dan zo’n onzin. Volstrekt ongepast, zowel zijn woorden als daden in de koers. De UCI (Internationale Wielerunie, nvdr) mag dit niet onbestraft laten.’
WAT ZEGT HET UCI-REGLEMENT?
De Internationale Wielerunie legt in haar ‘Regulator’s guide to road events’ duidelijk de richtlijnen voor de racekaravaan vast (zie afbeelding onder).
Onder meer voor de afstand die de ‘event director’ moet respecteren tussen zijn wagen en de renners (de koplopers). Die afstand werd bepaald op ‘minimum 200 meter’. Alleen een auto van een koerscommissaris mag daartussen nog plaatsnemen. Leo van Vliet, de wedstrijddirecteur van de Amstel Gold Race, overtrad in de finale dus duidelijk het UCI-reglement.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier