Het wielervoorjaar van 2025 was in velerlei opzichten memorabel. Maar leidde dat ook tot meer tv-kijkers in Vlaanderen? Nee. Zeker bij wedstrijden met lange solo’s haakten wielerfans af. Dat resulteerde zelfs in een opmerkelijke primeur tijdens Luik-Bastenaken-Luik.
1) Vrouwenwedstrijd lokt meer tv-kijkers in Luik-Bastenaken-Luik
Nooit eerder haalde een vrouwenkoers in Vlaanderen gemiddeld meer kijkers dan de mannenwedstrijd. In Luik-Bastenaken-Luik van afgelopen zondag was het zover: gemiddeld keken 498.459 wielerfans toe hoe Kim Le Court ‘La Doyenne’ won, ruim 12.500 meer dan bij de voorafgaande mannenkoers.
Wel zijn er enkele kanttekeningen. De uitzending van de mannenwedstrijd duurde 2 uur en 48 minuten; die van de vrouwen slechts 1 uur en 16 minuten. Dat verschil is gebruikelijk, maar de piek bij de mannen lag nog steeds hoger: 680.255 tegenover 610.588 kijkers.
Dat de vrouwenwedstrijd gemiddeld meer Vlamingen trok, had – naast een boeiender wedstrijdverloop – ook te maken met het opvallend lage gemiddelde bij de mannen. Voor het eerst sinds 2008 haalde die uitzending niet de kaap van het half miljoen.
De mannenrace verloor 38 procent van de kijkers in vergelijking met de jongste vier edities (sinds corona). De piek van 680.255 lag maar liefst 187.000 lager dan het gemiddelde van de uitzending in 2023 (867.000, toen Remco Evenepoel won) en 115.000 lager dan in 2024 (795.000, na Tadej Pogacars zege).
Toch trok ook de vrouwenkoers minder kijkers dan in 2024: ongeveer 100.000 minder (601.921 in 2024 tegenover 498.459 nu).
Het zonnige weer speelde mogelijk een rol: vorige zondag steeg de temperatuur in Vlaanderen tot boven 20 graden, tegenover amper 12 graden en bewolking op de dag van Luik-Bastenaken-Luik vorig jaar.
Dat blijkt deels ook uit de hogere kijkdichtheid bij de mannenwedstrijd: van het aantal mensen dat zondagmiddag tv keek, stemde 71,5 procent af op Sporza, tegenover 67,7 procent in 2024. Kort gezegd: de échte wielerliefhebbers zaten voor het scherm, de occasionele kijkers trokken naar buiten.
2) Lange solo’s doen de belangstelling dalen
Het zonnige weer is wellicht niet de enige verklaring voor het historisch lage gemiddelde bij de mannenkoers. Ook in eerdere zonnige edities was de kijkdaling nooit zo uitgesproken.
Dat de koers niet ontvlamde tot de beklimming van de Côte de la Redoute op 35 kilometer van de finish en daar Tadej Pogacar onweerstaanbaar wegreed, zal er mogelijk mee te maken hebben. Ook omdat het opgeklopte ‘Grote Duel’ met Remco Evenepoel er niet kwam, en de spanning als een pudding in elkaar zakte.
Hetzelfde beeld voor de Strade Bianche, waar Pogacar ondanks een val toch solo richting de zege reed: gemiddeld 456.391 kijkers, het laagste aantal sinds 2017.
Ook de Ronde van Vlaanderen, met een nieuwe solo van de Sloveense wereldkampioen, lokte het laagste gemiddeld aantal kijkers sinds 2016: net als toen net onder het miljoen kijkers. Nog altijd een hoog cijfer, net als de kijkdichtheid van 81 procent, maar gemiddeld wel 400.000 minder dan het record van 2023 (1,37 miljoen) en 22 procent minder dan de laatste vier edities.
Dezelfde trend was merkbaar bij:
E3 Saxo Classic: 421.161 kijkers (voor het eerst uitgezonden op VTM), min 22 procent vergeleken met het gemiddeld van de laatste vier jaar.
Gent-Wevelgem: 607.438 kijkers, min 30 procent. Ook hier wonnen Mathieu van der Poel en Mads Pedersen met lange solo’s van respectievelijk 39 en 56 kilometer.
Parijs-Roubaix, met meer strijd tussen Pogacar en Van der Poel, haalde net de grens van het miljoen kijkers, dat is wel vergelijkbaar met het gemiddelde van de laatste vier jaar.
Ook de spannende Amstel Gold Race, waar Pogacar in de finale weer werd ingehaald door Remco Evenepoel en Mattias Skjelmose, scoorde goed: 740.250 kijkers, 3,5 procent meer dan de laatste vier edities. Mogelijk zal het mindere weer op Paaszondag, zoals ook op de dag van Parijs-Roubaix, daar een invloed op hebben gehad.
Milaan-Sanremo, waar Pogacar en Van der Poel met Filippo Ganna ook een boeiende strijd uitvochten in de finale, haalde (op VTM en op een zonnige dag) dan weer 12 procent minder kijkers dan gemiddeld in de voorbije vier jaar (455.131).
3) Minder kijkers voor alle voorjaarswedstrijden
Zowel het mooie weer als de dalende trend in lineair tv-kijken verklaart de lagere kijkcijfers. Maar de daling is breder dan enkel individuele factoren.
Het algemene gemiddelde van de 15 belangrijkste voorjaarswedstrijden (13 op Sporza en 2 op VTM) was het laagste van de laatste tien jaar: 557.344.
Dat is een daling van 12 procent tegenover 2024 én tegenover de gemiddelden sinds 2020 en 2015. Alleen in 2019 zakte het gemiddelde ook onder de grens van de 600.000.
Ook bij de vrouwen was er, ondanks de primeur in Luik-Bastenaken-Luik, een terugval. Gemiddeld keken 481.737 mensen naar de negen WorldTour-koersen op Sporza – 13 procent minder dan in 2024 en 3 procent minder dan de voorbije vier jaar.
De overwinning van Lotte Kopecky in de Ronde van Vlaanderen werd door 814.187 mensen gevolgd – indrukwekkend, maar 200.000 minder dan bij haar zege in 2023.
De verhouding vrouwen/mannen daalde licht: van 76,5 procent in 2024 naar 73 procent dit voorjaar. Toch is dat nog altijd 16 procent hoger dan het gemiddelde tussen 2021 en 2023. Mede dankzij de groeiende populariteit van het vrouwenwielrennen en de betere strategische plaatsing van de vrouwenkoersen na de mannenwedstrijden.
Waarom de verwachtingen voor Evenepoel en Kopecky in Luik-Bastenaken-Luik onrealistisch hoog waren
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier