Pogacar vs. Evenepoel: eindelijk een eerste écht duel op het WK?
Nooit eerder hebben Tadej Pogacar en Remco Evenepoel in een eendagskoers echt tegen elkaar gestreden.
Wanneer Tadej Pogacar uitpakt met een solo van 23 kilometer, zoals in de jongste GP Montréal, baart dat – hoe indrukwekkend het ook is – niet meer veel opzien. Déjà vu, want van zijn 22 zeges in 2024 kwamen er dertien tot stand na een solo. Met dat totaalaantal overwinningen overtreft Pogacar ook de beste jaargangen van Eddy Merckx (21 in 1972 en 1973), wat betreft triomfen in koersen die nu vallen onder de WorldTourcategorie. Wielertijdperken, met wisselende kalenders en andere tegenstand, blijven moeilijk te vergelijken, maar dat de Sloveen nu al puur qua kwaliteit Merckx’ topseizoenen benadert, is een feit. Als hij zondag in Zürich ook de regenboogtrui zou veroveren, sluipt hij nog dichter bij de Kannibaal.
Tenzij een vermagerde Mathieu van der Poel een begenadigde dag heeft op een zwaar parcours van 4300 hoogtemeters, lijkt Remco Evenepoel de enige renner die Pogacar van de wereldtitel zou kunnen houden. De Sloveen zei onlangs niet toevallig: ‘Remco heeft op mij misschien een licht voordeel in eendagskoersen.’ Een verkeerde inschatting, want met goud op het WK en de Olympische Spelen, twee keer Luik-Bastenaken-Luik en driemaal de Clásica San Sebastián staat de Schepdaalnaar – zijn tijdrittitels buiten beschouwing gelaten – ook qua eendagspalmares onder Pogacar. De Sloveen won weliswaar nog geen titel op een internationaal kampioenschap, maar stak wel al zes zeges in drie verschillende monumenten op zak (de Ronde van Vlaanderen, tweemaal Luik-Bastenaken-Luik en drie keer Il Lombardia), naast twee keer de Strade Bianche en de GP Montréal en één overwinning in de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl.
Het meest verbazende is dat ze in geen enkel van hun bovengenoemde triomfen een echt een-tegen-eenduel hebben uitgevochten. Of omdat een van de twee niet aan de start stond (Pogacar op de Spelen), of omdat een van hen viel (Evenepoel voor Luik-Bastenaken-Luik dit jaar, Pogacar tijdens L-B-L in 2023), of omdat een van hen niet zijn topniveau bereikte (Evenepoel in Lombardije 2023, Pogacar in San Sebastián 2022), of omdat de wedstrijd zich zo ontvouwde (Evenepoel op het WK 2022, toen hij al op 75 kilometer van de finish wegreed met een groep). Zelfs in rittenkoersen stonden de Belg en de Sloveen slechts tweemaal samen aan de start: in Tirreno-Adriatico 2022 en in de jongste Tour de France. Telkens was Pogacar duidelijk de beste.
Eendagskoersen, waarin Evenepoel zes keer won in zijn laatste acht races (WorldTour of internationaal kampioenschap), zijn echter andere koek. Al is de vraag of hij op het WK na zijn zomerdecompressie nog even hoog zal kunnen pieken als tijdens de Tour en de Spelen. Indien niet, dan bestaat de kans dat hij in Zürich tegen een frissere Pogacar tekort zal schieten en een duel, met beiden op topniveau, weer uitblijft.
In het spoor van olympisch kampioen Remco Evenepoel: ‘Ik zie scheel van de honger, kan je een wafel halen voor mij?’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier