Parijs-Roubaix: vijf edities, vijf verschillende podia
Zondag dokkert het peloton opnieuw over de Franse kasseien richting de piste in Roubaix. De Hel van het Noorden eist ieder jaar zijn slachtoffers en dat leverde de voorbije jaren steevast een ander podium op. Waarom is het zo moeilijk om regelmatig in de top drie te finishen?
10 april 2016. Tom Boonen doet nog eens een gooi naar winst in Roubaix. De mederecordhouder van de helleklassieker won al vier keer, wat alleen Roger De Vlaeminck hem voordeed. Na een val in het peloton op iets meer dan 100 kilometer voor de meet zet Etixx-Quick-Step zich op kop om het tempo op te krikken. Andere favorieten als Peter Sagan en Fabian Cancellara worden opgehouden door die val en zullen de kop van de koers nooit meer bereiken.
Uiteindelijk ontstaat er een kopgroep van een man of tien, na de passage op de kasseien van Mons-en-Pévèle, waar Tom Boonen en Sep Vanmarcke deel van uitmaken. Die kopgroep wordt nog gereduceerd en zo sprinten vijf renners om de zege. Uiteindelijk wint de Australiër Mathew Hayman, voor Boonen en Ian Stannard. Die editie zal de geschiedenis ingaan als het einde van het tijdperk Boonen-Cancellara, aangezien geen van hen daarna nog een podiumplaats in Roubaix zal behalen. Samen verzamelden ze liefst zeven overwinningen.
Opmerkelijke trend
Sindsdien zien we een opvallende ommekeer. In de vijf daaropvolgende edities (in 2020 werd er niet gereden door de coronamaatregelen) stonden telkens drie andere renners op het podium. Niemand slaagde erin om meer dan één keer een topdrieplaats te behalen in Roubaix, laat staan om de koers meermaals te winnen. Dat was in het decennium voor 2016, met Boonen, Cancellara, Alessandro Ballan, Juan Antonio Flecha (elk drie keer op het podium) en Thor Hushovd (tweemaal in de top drie) wel het geval.
Peter Sagan, bijvoorbeeld, won in 2018 Parijs-Roubaix, maar na die triomf zou hij niet meer verder raken dan een vierde plek. In 2017 was Greg Van Avermaet de beste, maar ook hij kon daarna nog slechts één keer een toptienplaats behalen: vierde in 2018. Ook Philippe Gilbert (2019) en Sonny Colbrelli (2021) reden na hun overwinningen geen noemenswaardige resultaten bijeen. Gilbert zat in 2019 al in de herfst van zijn carrière en Colbrelli moest na zijn topjaar 2021 de fiets aan de haak hangen door hartproblemen.
15 verschillende namen
Wat de andere mannen op het podium betreft, spelen er verschillende factoren. Een eerste is het feit dat vroege vluchters steeds langer overleven, en zo verrassend op het podium belanden. In 2016 won zoals gezegd Mathew Hayman, een overblijver van een vroege ontsnapping. In 2018 kwam Sylvan Dillier als tweede over de streep, ook hij had een groot deel van de koers in de aanval gereden. In 2021 hetzelfde verhaal, toen Florian Vermeersch na een bijna volledige dag in de aanval uiteindelijk tweede werd na Sonny Colbrelli. Het patroon is duidelijk.
Parijs-Roubaix staat ook garant voor veel valpartijen en mechanische pech, waar ook favorieten vaak het slachtoffer van worden. Denk maar aan de valpartij van Yves Lampaert in de editie van vorig jaar. In de jacht op de latere winnaar Dylan van Baarle botste hij op een onoplettende toeschouwer en mocht hij meteen een kruis maken over zijn droom. Ook Gianni Moscon, die in de kletsnatte editie van 2021 even op weg leek naar de zege, kreeg te maken met materiaalpech en een val.
Ook de tenoren onregelmatig
De laatste reden waarom we 15 verschillende namen kregen, is het feit dat zowel Wout van Aert als Mathieu van der Poel voorlopig elk nog maar een keer in de top drie konden finishen. Anders dan in de Ronde van Vlaanderen, konden zij tot nu toe minder hun gram halen in Roubaix. Vooral Van Aert dan, want die nam al vier keer deel, met zijn tweede plaats van vorig jaar als beste notering. In 2019 had hij pech bij het binnenrijden van het Bos van Wallers en wanneer hij terug aansluiting probeert te maken komt hij ten val. Hij herstelde niet meer voldoende om nog aanspraak te maken op de winst en finishte uiteindelijk als 22ste. Hetzelfde verhaal in 2021 en 2022, wanneer Van Aert opnieuw door mechanische pech telkens op achtervolgen was aangewezen.
Van der Poel stond nog maar twee keer aan de start en kon na zijn derde plaats van 2021 niet bevestigen het jaar nadien. De Nederlander kende een mindere dag en finishte als negende. Het is aan de beide tenoren om zondag deze trend te doorbreken.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier